8 mei 2025 – Ontwerp van decreet over het onderwijs XXXV : in het kort

Normaal zou dit genummerde ontwerpdecreet behandeld zijn op 24 april 2025, maar met enige vertraging was dat dus in deze commissievergadering pas het geval. De algemene toelichting in de memorie van toelichting (p.3-10), die minister Zuhal Demir ook logischerwijs gebruikte voor haar inleidende toelichting, geeft traditiegetrouw een mooi overzicht van de diverse maatregelen in het ontwerpdecreet.

Algemeen gesproken, zijn dat geen grootse dingen, zoals het ook hoort voor een genummerd verzameldecreet, hoewel sommige oppositieleden dat toch hier en daar betwistten. Er werd dus toch nog wel wat spreektijd aan besteed en de stenen des aanstoots waren vooral: de kwestie van de mogelijk alternatieve stageregeling in buso OV3 en de schrapping van de mogelijkheid om vrijgesteld te worden van de zgn. equivalentievoorwaarde bij anderstalige opleidingen in het hoger onderwijs. Bij dat laatste kregen we zelfs aan het eind een boeiende geschiedenisles van commissievoorzitter Bart Claes over de Drie Kraaiende Hanen van weleer en aanverwante. Over dat thema en nog enkele andere zaken hadden oppositieleden M’Hamed Kasmi, Kim Buyst en Stephanie D’Hose enkele amendementen ingediend, maar die haalden het niet onverwacht finaal niet.

Misschien nog één opmerking bij de tekstredactie van de equivalentievoorwaardekwestie in de memorie van toelichting (p.8): blijven schrijven “…waarbij de student een opleidingstraject volledig in het Nederlands (nwvr: mijn cursivering) kan volgen.” blijft onnodig voor verwarring zorgen, die mondeling door meerdere leden van de meerderheid dan wel uitgeklaard werd tijdens de commissievergadering, maar zoiets zou ook heel makkelijk tekstueel in het formele document zelf kunnen door gewoon te spreken van “de voorwaarde van ten minste één equivalente, niet-anderstalige opleiding in de Vlaamse Gemeenschap”. Want dat laatste impliceert per definitie bijvoorbeeld voor een masteropleiding dat die tot 50 procent in een andere taal dan het Nederlands mag worden georganiseerd.

Bij de stemming viel het op dat oppositieleden toch vaak meestemden met de meerderheid, maar uiteraard was er soms ook een onthouding of een tegenstem. Een divers beeld leverde dat op, toch. Maar de stemming over het geheel van (de al of niet geamendeerde) de artikelen resulteerde in een stem “vóór” van de hele meerderheid en een onthouding van de oppositie, voor zover stemgerechtigd in de Onderwijscommissie uiteraard.

Ten slotte verwijs ik nog graag naar de video-opname [vanaf 18:32].

Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen.

Verwante artikels

OVER DEZE BLOG

Deze blog is niet bedoeld als formeel standpunt van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, evenmin als een puur verslag, maar wel als een niet-neutraal, persoonlijk commentaar op vooral ook politieke aspecten van de parlementaire onderwijsactiviteiten, zowel in de Commissie Onderwijs en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement als uitzonderlijk ook in een andere vakcommissie die occasioneel relevant kan zijn voor het beleidsdomein Onderwijs.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio