6 juli 2023 – Hoorzitting over de resultaten van het PIRLS-onderzoek 2021 (Progress in International Reading Literacy Study): heel kort

Deze hoorzitting was nog een uit de kluiten gewassen (zeker naarmate de namiddag vorderde) vervolg op de gedachtewisseling met de PIRLS-experten van de week voordien. De hoorzitting (presentaties van vele sprekers, cf. infra, aangevuld met vele tussenkomsten van onderwijscommissarissen, hun talrijke vragen incluis) was zó lang dat commissievoorzitter Karolien Grosemans een heel wijze ingreep deed in de werkwijze: de antwoorden op de vele vragen zouden schriftelijk worden gegeven door de betrokken sprekers en bij het ontwerpverslag (na het zomerreces, -- ik voelde deze legislatuur alsmaar méér mee met de commissiesecretaris…) gevoegd zodat de vragenstellers er bij die gelegenheid kennis van zouden kunnen nemen. Bovendien wist spreker An De Moor dat een nieuw rapport van de zgn. Taalraad, dat bijna klaar was, het antwoord op vele van die vragen zou bevatten en in één vloeiende beweging reserveerde zij daarvoor meteen nieuwe vergadertijd van de Onderwijscommissie en suggereerde de uitnodiging van Taalraad-voorzitter Jan Rijkers bij die gelegenheid.

De sprekers van dienst nu waren: Tim Surma (directeur Expertisecentrum voor Effectief Leren, Thomas More Hogeschool), Koen Pelleriaux (afgevaardigd bestuurder GO!), Saskia Lieveyns (adviseur-coördinator, Pedagogische Begeleidingsdienst GO!), Lotje De Spiegeleer (hoofdadviseur GO!), Lieven Boeve (directeur-generaal Katholiek Onderwijs Vlaanderen), Bart Masquillier (pedagogisch adviseur taalbeleid basisonderwijs, Katholiek Onderwijs Vlaanderen), Walentina Cools (algemeen directeur OVSG), Saar Beyens (pedagogisch begeleider dienst Vorming OVSG) en An De Moor (ondervoorzitter Vlaams Leesoffensief).

In wat volgt, kort enkele zaken over en uit de bespreking:

  • Wat ik de week voordien schreef bij de gedachtewisseling met de PIRLS-experten, bleef ook nu van toepassing; dus dat ga ik hier niet herhalen; met name, Koen Daniëls kon nu zijn van hem intussen bekende ‘uitdagende’ vragen rechtstreeks aan de onderwijsverstrekkers zelf stellen;
  • Ik verwijs ook graag naar de gedachtewisseling over het Leesoffensief met onder andere An De Moor op 22 september 2022;
  • Uit de presentaties van de onderwijsverstrekkers en hun pedagogische begeleidingsdiensten bleek inderdaad veel overeenstemming, met heel wat acties en dezelfde bronnen als in de presentatie van An De Moor, wat ik overigens geen probleem vond, integendeel;
  • Maar met name Jean-Jacques De Gucht en Elisabeth Meuleman zagen daarin wel reden om te vragen waarom er niet meer samenwerking en uitwisseling was tussen die verschillende pedagogische begeleidingsdiensten, wat dan weer deed terugdenken aan een eerdere parlementaire gelegenheid met die pedagogische begeleidingsdiensten waaruit hun samenwerking wel degelijk bleek maar gelijk ook de noodzaak van hun eigenheid;
  • Van Tim Surma kregen we alweer een boeiende uiteenzetting (ik zou graag les van hem gekregen hebben, maar ben jammer genoeg substantieel ouder), maar een en ander gaf mij een soortgelijk gevoel als bij de twee gedachtewisselingen met de Commissie-Brinckman op 27 januari 2022 en 2 juli 2022; met name, wat die strikt binaire opdeling tussen directe instructie en leerlinggecentreerd leren betrof (bij Surma heette dat: Direct instruction versus Open education, uit dat oudere maar langdurige, groots opgezette Amerikaanse Project Follow Through, geïnitieerd door President Lyndon Johnson in 1968 en waarachter boeiende verhalen schuilgingen); bij interveniënt Kathleen Krekels voelde ik zelfs enige nuancering ten aanzien van die strikte tegenstelling, hoewel zij haar lerarenopleiding van 10 jaar eerder gelijk toch ook heel wat zgn. “ervaringsgericht leren” verweet; ik blijf altijd wat op mijn hoede bij zulke haast laboratoriumachtige onderzoeksopstellingen, waarbij een hele reeks concepten (als de definities ervan al helder zouden zijn) strikt van elkaar gescheiden worden én bovendien achteraf op hun effectiviteit voor leerresultaten geëvalueerd worden, en zulks dan nog voor heel uiteenlopende zaken als Basic academic skills, Problem-solving skills en Self-esteem; ik denk dat veel onderwijspraktijk, ook in diverse lerarenopleidingen, een stuk diverser van aard is en niet zomaar eenduidig in het ene óf het andere hokje gestopt kan worden; in een keuze voor deze of gene of nog een andere aanpak/werkvorm gelden in mijn ervaring diverse criteria; ik wil maar zeggen, er groeien toch meerdere bomen in het didactische bos, niet?;
  • Ik hoorde opnieuw heel wat over het belang (voor leesvaardigheid en bij uitbreiding, taalvaardigheid tout court) van woordenschat en kennis van de wereld, terecht: dankzij mensen als wijlen Koen Jaspaert en bijvoorbeeld ook Nora Bogaert kon ik over zulke zaken zelf lesgeven aan aspirant-leraren Nederlands … in de jaren ’90 van vorige eeuw… ja, om leraar te worden én te blijven valt er heel wat te leren. Vaak lastig en het kost veel tijd en energie, maar altijd boeiend én nog iets: geen simplificatie van die complexe realiteit, alsjeblief…!

Ik verwijs ten slotte heel graag naar de hele video [vanaf 15:39] van de bespreking in afwachting van het formele parlementaire verslag.
P.S. Dit is mijn laatste stukje vóór het begin van het zomerreces 2023. Dus nog vlug even tijd voor een lichtvoetige eindnoot, mag het, beste lezer? Ik was namelijk enkele minuten te laat gearriveerd in de commissiezaal als gevolg van een leuke lunch met enkele, heel goede, oude (politieke) vrienden in het lokale, parlementaire culinaire etablissement. Daar waren wij, weliswaar vanop een afstand, getuige geweest van een ongetwijfeld ook een leuke lunch, op basis van het zgn. suggestiemenu, tussen de onderwijsminister en een van zijn politieke vrienden. Opnieuw had ik weleens een vlieg willen geweest zijn…

Reageren op dit commentaar kan bij Wilfried Van Rompaey wifried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen.

OVER DEZE BLOG

Deze blog is niet bedoeld als formeel standpunt van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, evenmin als een puur verslag, maar wel als een niet-neutraal, persoonlijk commentaar op vooral ook politieke aspecten van de parlementaire onderwijsactiviteiten, zowel in de Commissie Onderwijs en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement als uitzonderlijk ook in een andere vakcommissie die occasioneel relevant kan zijn voor het beleidsdomein Onderwijs.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio