Het was onderwijscommissievergadering nummer 1 van het nieuwe werkjaar, het voorlaatste van de huidige legislatuur. Op het programma twee met elkaar verbonden gedachtewisselingen i.v.m. taalvaardigheid. ’s Ochtends over de adviesnota 'Een leesoffensief voor Vlaanderen'. In de namiddag over het rapport van het Vlaams Talenplatform 'Naar een talenonderwijs in topvorm', maar daarover nog iets elders op deze pagina’s. Eerst het Leesoffensief. Gewoontegetrouw las ik ter voorbereiding, -- de ‘lange’ zomervakantie lag nog niet zo lang achter mij…--, enkele oudere, verwante stukken na, want het ging uiteraard niet voor het eerst over dit thema in deze commissie. Ik verwijs graag naar:
En nu kregen we diezelfde An De Moor en Liesbeth Heyvaert, ondervoorzitter resp. voorzitter van het Vlaams Leesoffensief als sprekers live in de Onderwijscommissie voor een uitgebreid gesprek over de vermelde adviesnota van dit project. Het voorstel om zo’n gesprek te organiseren was overigens gedaan in de beschreven voorgeschiedenis: dat zou in de Voorleesweek kunnen (van 19 tot 27 november 2022), zo klonk het toen, maar om een of andere reden werd de zaak vervroegd dus naar 22 september 2022.
Eerlijk gezegd, na die al omstandige voorgeschiedenis én de lectuur van de adviesnota zelf, die ook al van eind 2021 dateerde, bracht deze gedachtewisseling op dit moment nu niet echt zoveel nieuws. Ik ga me hier dan ook beperken tot slechts enkele elementen. Het thema is uiteindelijk van die aard dat er weinig tot geen politieke discussie over bestaat.
Eén. Het is positief dat dit een beleidsdomeinoverstijgend thema is (met vele relevante doelgroepen; lang niet alleen uit Onderwijs), maar zoiets vergt dan wel ook voldoende coördinatie, zoals bleek uit bepaalde vragen van parlementsleden. Niettegenstaande de collega’s uit de andere parlementaire commissies van de betrokken beleidsdomeinen uitgenodigd waren (nwvr: en toegegeven, enkele onderwijscommissarissen zijn zelf ook lid van zulke andere commissies), leek mij de opkomst vanuit die andere commissies dan toch wel maar pover.
Twee. Eerder was de Ierse leeservaring al aan bod gekomen en nu leerden we dat de Onderwijscommissie daadwerkelijk daar op bezoek zou gaan. Ik zou dan weleens een vlieg willen zijn…, maar dat terzijde.
Drie. Er is uiteraard een probleem met leesvaardigheid, maar Steve Vandenberghes ‘retorische’ vraag over de lerarenopleidingen (welke hij dan precies bedoelde, was mij niet duidelijk) “Zijn ze wel mee?” doet mijn klomp wel breken, sorry. Zijn anekdotische verwijzing inzake leesonderwijs naar (klassieke) boekbesprekingen vond ik nogal banaal: het draaide erom dat leerlingen de boeken in kwestie niet lazen, maar “de boekbespreking” van een ijverige, goede ziel gewoon overschreven. Ik putte enige troost, -- dat gebeurt niet alle dagen --, uit de ad-remhumor van Jean-Jacques De Guchts opmerking “Maar jij hebt dat toch ook nog gedaan…?”.
Vier. Even uiteraard werd in de bespreking meermaals verwezen naar (de recente ontwikkelingen inzake) eindtermen en de commissie-Brinckman (met o.a. het Kenniscentrum Onderwijs). Om goede redenen overigens, want ook die elementen hebben veel met dit thema te maken. Maar uiteraard… evenmin nieuw(s) en zeker nog voer voor andere (ook parlementaire) gelegenheden in de rest van deze legislatuur (en daarbuiten).
Vijf. Heel even werd het politiek nog iets spannender, toen het thema van “meertaligheid/mensen met migratieachtergrond/ouderlijke verantwoordelijkheid” ter sprake kwam. Niemand zal ontkennen dat op dat stuk problemen bestaan, maar ik verkies in dezen toch de heel redelijke want genuanceerde houding van een échte ervaringsdeskundige als onderwijscommissaris Hilâl Yalçin boven al te drammerige en eenzijdige “nationalistische” invalshoeken.
Je kunt alvast de video van de gedachtewisseling [vanaf 16:57] bekijken op de website van het Vlaams Parlement.
Reageren op dit commentaar kan bij Wilfried Van Rompaey wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen.