25 mei 2022 – Werkingsmiddelen en koopkrachtverlies

In het Vlaams Parlement zelf mocht het lange actualiteitsdebat over het politiek delicate stikstofdossier dan wel met de meeste aandacht gaan lopen zijn (na overigens een al politiek even spannende hoorzitting over het stikstofakkoord een week eerder in de Commissie voor Landbouw). Maar de dag vóór deze plenaire vergadering werd toch ook zeker niet naast dit belangrijke onderwijsthema gekeken:

  • er was een gezamenlijk persbericht (met een belangrijke, onderliggende berekeningsnota) van enkele onderwijskoepels (maar cf. ook infra) en het Gemeenschapsonderwijs;
  • er was het dossier in de krant De Tijd (voor abonnees);
  • er waren het interview met onze directeur-generaal Lieven Boeve in De Ochtend op Radio Eén en de uitgebreide nieuwsitems in de VRT-journaals van 13.00 u en 19.00 u.

Overigens kwam dit verhaal nu niet ineens uit de lucht gevallen en graag herinner ik aan enkele nog iets oudere acties:

  • de vraag om uitleg van Johan Danen op 7 oktober 2021;
  • de vraag om uitleg van Loes Vandromme op 20 januari 2022;
  • de vragen om uitleg van Kim De Witte en Jan Laeremans op 17 februari 2022;
  • het voorbereidende denkwerk van onze collega Trui Vermeersch in artikelen van het toenmalige In dialoog: 2017 en 2020.

Alles bij elkaar een niet onaardig dossier dus. En nu waren er vier vragenstellers in de plenaire vergadering. Het antwoord van minister Weyts was grotendeels voorspelbaar, daar niet van, maar dat deed niets af van het belang van dit dossier en de minister zette alleszins de budgettaire deur op een kier. Of dat werkelijk een opening wordt, valt af te wachten.

Ach ja, voor ik enkele elementen uit de parlementaire bespreking aanhaal, zet ik nog graag een misverstand in bepaalde berichtgeving en parlementaire tussenkomsten recht: de collectieve media-actie in kwestie was wel degelijk zonder “Provinciaal Onderwijs Vlaanderen”. Als men bedenkt dat vier van de vijf onderwijsdeputés partijgenoten van minister Weyts zijn, mag zulks misschien niet verbazen, maar dat terzijde.

Eén. Het algemene politieke plaatje tijdens de bespreking oogde best boeiend: aan de ene kant had je drie kritische vragenstellers, onder wie ook regeringspartij cd&v, bij monde van Loes Vandromme, plus daarbij de interventies van Vlaams Belang en Groen, en aan de andere kant had je N-VA, bij monde van vragensteller Koen Daniëls en minister Weyts, én regeringspartij Open Vld bij monde van Willem-Frederik Schiltz, die het typische N-VA-discours van zgn. “tussenstructuren” meende te moeten overnemen.

Twee. Naast alle, toegegeven nogal technische elementen in dit financiële verhaal (nwvr: daarvoor leze men het bovenvermelde persbericht en vooral de onderliggende berekeningsnota) was het, in het kader van de vrijheid van onderwijs (en vertrouwen in scholen en schoolbesturen), toch weer vragensteller Vandromme die terecht het accent op zgn. ongekleurde middelen legde, wat minister Weyts slechts heel gedeeltelijk kon pareren met zijn 20%-omzetting van lerarenomkadering in zgn. punten (maar (nog?) niet in werkingsmiddelen). En wat zijn doorbraak in de stellingenoorlog inzake vaste benoeming in het voorliggende werkingsmiddelendossier kwam doen, mocht Joost weten.

Drie. Het problematische werkingsmiddelendossier was natuurlijk wel al een veel ouder verhaal, zoals ook uit het persbericht van de vier (niet: vijf dus) onderwijsactoren gebleken was. De verantwoordelijkheid was dus wel een stuk collectiever dan alleen die van de huidige onderwijsminister. Maar het koopkrachtverlies van de werkingsmiddelen speelde de scholen wel vooral parten in de meest recente periode, om gekende redenen. Voor de indexatie-ingreep van de huidige Vlaamse regering raadplege men het Programmadecreet 2020 (art.40).

Vier. De budgettaire deur op een kier (cf. supra)? Ik meende in vooral twee elementen een opportuniteit te zien voor een verlichting van het geschetste probleem in het kader van de volgende budgetbesprekingen. Namelijk: de wél geïndexeerde dotatie aan Vlaanderen (vermeld in de berekeningsnota en opgepikt door vragensteller Goeman tijdens de bespreking) zou enige ruimte kunnen bieden evenals de niet-uitgekeerde salarissen wegens de niet-invulling van diverse (leraren)betrekkingen. Maar dat zal de toekomst uitwijzen. Eén zaak is zeker: de toestand is ernstig… zeer ernstig.

Postscriptum: minister Weyts voelde zich heel duidelijk veel meer als een vis in het communautaire water bij de actuele vraag die onmiddellijk ná de onderwijsvragen door een partijgenote gesteld werd over “het voorstel van DéFi tot uitbreiding van Brussel”. “De hoop Vlaamse grond in mijn tuin is de enige Vlaamse grond die DéFi kan krijgen… DéFi Grondwerken kan die komen ophalen…”. Ik geef het toe: ik heb voor mijn computerscherm zodanig zitten gieren van het lachen dat mijn vrouw kwam vragen of alles nog oké was. Maar over de problematische werkingsmiddelen in Onderwijs… soyons sérieux.

Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen

Verwante artikels

OVER DEZE BLOG

Deze blog is niet bedoeld als formeel standpunt van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, evenmin als een puur verslag, maar wel als een niet-neutraal, persoonlijk commentaar op vooral ook politieke aspecten van de parlementaire onderwijsactiviteiten, zowel in de Commissie Onderwijs en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement als uitzonderlijk ook in een andere vakcommissie die occasioneel relevant kan zijn voor het beleidsdomein Onderwijs.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio