Het voorliggende ontwerpdecreet was in feite vooral een onderwijsvervolg op het decreet inzake het inburgeringsbeleid van 2021, met name wat de verstrenging van de vereiste taalkennis Nederlands (en de manier waarop die getoetst zou worden) betrof. Het onderwijsonderdeel was overigens al eens het voorwerp geweest van vragen om uitleg in de Commissie voor Onderwijs op 1 juli 2021. Het Vlor-advies bij het voorliggende ontwerpdecreet was erg kritisch, waarvan in de bespreking duidelijk door de linkerzijde gebruikgemaakt werd.
Het doel van het onderwerpdecreet staat goed uitgelegd in de memorie van toelichting (p.3): het bevat “nieuwe regels voor de hertekening van het vormingspakket Nederlands tweede taal (NT2) van het inburgeringstraject:
Tevens worden in het decreet betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid een aantal categorieën van rechthebbende inburgeraars opgenomen die vrijgesteld worden van de retributies voor het vormingspakket maatschappelijke oriëntatie (MO).”
Het politieke plaatje tijdens de bespreking was duidelijk en voorspelbaar:
Zoals niet ongewoon bij dit soort thema’s, zagen we een duidelijk ideologisch meningsverschil met een redelijk hoog welles-nietesgehalte. In de finale stemming over het geheel van de geamendeerde tekst (vooral als gevolg van het legistieke advies en correcties aan de wetsgeschiedenis in bepaalde artikelen, maar dus geen inhoudelijke wijzigingen) waren er 17 stemmen vóór (de meerderheid), 3 onthoudingen (ik vermoed het VB) en 4 stemmen tegen (Groen en Vooruit). Het ontwerpdecreet was dus aangenomen.
Je kunt alvast de video van de bespreking en stemming bekijken.
Reageren op dit commentaar kan bij Wilfried Van Rompaey wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen