Over deze twee identieke vragen van Jos D’Haese en Maxim Veys kan ik eigenlijk kort zijn. Het ging hier al vaker over de kotenkrapte en de hoge kotprijzen. Recenter kwam minister Matthias Diependaele er nog mee in de krant. Maar vandaag waren er dan cijfers van de Confederatie van Immobiliënberoepen (CIB) (voor abonnees). Met de vragen kreeg minister Diependaele opnieuw de gelegenheid om zijn beleid, inclusief de financiële middelen, inzake studentenhuisvesting toe te lichten, dat overigens (ook opnieuw) zwaar op de korrel genomen werd door de linkerzijde van de oppositie. Maar daarnaast gaf de zaak ook de kans aan de ontstemde Limburgse hogeronderwijsinstellingen om de CIB-cijfers te nuanceren: die cijfers gingen vooral over het luxekotensegment van de markt en ouders van studenten die nu in Hasselt op kot zouden willen, werden onnodig afgeschrikt. Minister Diependaele wist nog te melden dat het tekort aan (publieke) basiskoten vooral te wijten was aan de aangroei van buitenlandse studenten en bijkomende verplichtingen opleggen aan besturen van studentensteden, daaraan dacht hij niet. Daarmee was eigenlijk het belangrijkste gezegd.

Lees de bespreking van de “Actuele vraag over de stijgende kotprijzen van Jos D'Haese en overde stijgende kotprijzen van Maxim Veys” aan minister Ben Weyts en minister Matthias Diependaele .

Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen