Zoals altijd, staat het doel van dit ontwerpdecreet uitgelegd in de algemene memorie van toelichting (p.3, maar het is ook nuttig om de daaropvolgende pagina’s te lezen, p.3-15). Daaruit, en gekoppeld aan enkele zaken uit de bespreking, graag kort het volgende:- de zgn. dubbele motivatie van de decretale ingreep vond ik ietwat vreemd omdat het eerste motief volgens mij gewoon een gevolg was van het tweede motief, zoals vermeld op p.3 van de memorie van toelichting: het is net als gevolg van het vermelde arrest van het Grondwettelijk Hof van 16 juni 2022 (tweede motief) (nwvr: in het die namiddag behandelde voorstel van decreet over het kader voor de nieuwe minimumdoelen basisonderwijs, kreeg het bekende arrest overigens een verkeerde datum: het was 16, niet 18 juni) dat de bestaande regelgeving verhindert dat belangrijke doelstellingen van de Vlaamse toetsen gerealiseerd worden (eerste motief), maar goed, als men dat twee motieven wil noemen;
- het gestelde probleem van de verschuiving van bepaalde eindtermen naar specifieke eindtermen deed zich vooral voor bij wiskunde; oké, ik kon die precieze verschuivingsgeschiedenis niet nagaan, maar de hele redenering/bewering in de memorie van toelichting over “Om alle voorgaande redenen is het dan ook essentieel dat ook de specifieke eindtermen getoetst kunnen worden. Deze wijziging komt daaraan tegemoet en garandeert dat de Vlaamse toetsen aansluiten bij de volledige breedte (nwvr: mijn cursivering) van de onderwijsdoelen voor Nederlands en wiskunde voor alle finaliteiten. Dit geeft leerlingen en scholen meer individuele feedback over het al dan niet bereiken van (specifieke) eindtermen. Op systeemniveau wordt het mogelijk om de kwaliteit van het onderwijs in zijn totaliteit (nwvr: mijn cursivering) in beeld te brengen.” vond ik toch wel héél vreemd; niet alleen omdat “de kwaliteit van het onderwijs” toch wel over véél méér gaat dan de vakken Nederlands en wiskunde (in de Vlaamse toetsen), maar ook omdat bv. voor Nederlands heel veel specifieke eindtermen óók buiten het bereik van de Vlaamse toetsen vallen (want gaan alleen over begrijpend lezen, schrijven, grammatica) (cf. Moderne talen > specifieke eindtermen (voor Nederlands)); Kim Buyst liet niet na om zulks inderdaad vast te stellen; zij had overigens ook overschot van gelijk om te wijzen op de kwestie van de “technische oplossing” i.v.m. te kleine klasgroepen, wat zich vooral in de derde graad secundair onderwijs zal voordoen (p.11-12 in de memorie van toelichting);
- ik blijf intussen uiterst benieuwd naar de afloop van het lopende ontwikkel- en onderzoekstraject waarin het toetsonderdeel “schrijfvaardigheid” blijkt te zitten;
- algemeen ga ik hier niets meer zeggen over wat ik denk over “leerwinst” in dit verhaal; dat heb ik al overvloedig gedaan en ik blijf dus ook benieuwd naar de uiteindelijke regeling dáárvan;
- allerlei andere aspecten van de zaak, die al vaker aanbod kwamen (vrees voor rankings, teaching to the test, leren als toetseffect, bijkomende toetsen aan het eind van het vierde leerjaar secundair onderwijs), laat ik hier voorts ook zonder bijkomend commentaar; die zaken kenden we al;
- behalve dan het specifieke, maar niet onbelangrijke punt van de mogelijke toevoeging van eigen toetsitems door de onderwijsverstrekkers; Loes Vandromme dacht eraan naar een stand van zaken daarvan te vragen; minister Demir antwoordde dat ze nog geen vragen daarover of aanbod van zulke toetsitems van onderwijsverstrekkers gekregen had.