6/13 november 2025 – Begroting, Beleids- en begrotingstoelichting (BBT) en Programmadecreet: een persoonlijke impressie

Wie nog eens graag vooraf de parlementaire begrotingsbesprekingen van ongeveer een jaar geleden wil herlezen, prima, dat is altijd nuttig om het geheugen wat op te frissen. In wat hier volgt, verwijs ik eerst naar de klassieke parlementaire documenten die het voorwerp uitmaken van deze bespreking: vooral de zgn. Beleids- en BegrotingsToelichting (BBT), met ook de Bijlagen bij het ontwerp van uitgavenbegroting over diverse onderwijsentiteiten, hogescholen en universiteiten, en het ontwerp van Programmadecreet. Nadien schets ik kort het parlementaire proces en de timing ter zake. Om te eindigen met een kleine greep uit de inhoudelijke thema’s. Die greep is traditioneel mijn eigen subjectieve keuze, met ook enkele algemenere beschouwingen.

Dus één: de parlementaire documenten, met name de Beleids- en BegrotingsToelichting (BBT) (parlementair document 13-R (2025-2026) – Nr.1, p.7-181, Bijlagen 2 bij ontwerp van uitgavenbegroting (interessant voor diverse onderwijsentiteiten en hogescholen en universiteiten, parlementair document 15 (2025-2026) – Nr. 1 – Bijlagen-2, p.6-171) en het ontwerp van Programmadecreet (Hoofdstuk 7. Onderwijs en Vorming; p.81-98).

Twee. Minister Demir gaf haar (initiële) toelichting op 6 november 2025. Toen stelden de onderwijscommissarissen ook hun vragen aan de minister (nwvr: voor meer technische vragen werd een schriftelijke procedure gevolgd, zoals het jaar voordien), die zij beantwoordde op 13 november 2025. Tijdens die laatste vergadering was er ruimte voor nog replieken en bijkomende antwoorden, waarna de zgn. indicatieve stemmingen over de parlementaire documenten het proces afsloten. De finale behandeling zou dan, even klassiek, in de plenaire vergadering volgen net vóór het kerstreces.

Drie. Welke inhoudelijke elementen c.q. discussies kwamen zoal aan bod? Puntsgewijs de beloofde kleine greep daaruit:

  • uiteraard kwamen heel wat thema’s die de voorbije weken voorwerp waren van vragen om uitleg, actuele vragen en andere parlementaire activiteiten hier nu terug;
  • zo bijvoorbeeld het allang op de agenda staande dossier van de financiering van het hoger onderwijs; meerdere parlementsleden wezen op de besparingen nu op het hoger onderwijs (maar cf. ook 4 miljoen euro voor graduaatsopleidingen, mits ook rationalisatie), terwijl dat al te kampen had met een structurele onderfinanciering; de ratio daarbij van minister Demir om voor de besparingen nu (nwvr: tussen haakjes, zolang ik dit volg, sinds voorjaar 2002, heb ik nog geen beginfase van een Vlaamse legislatuur geweten zonder besparingen) het leerplichtonderwijs (deels) te ontzien (nwvr: maar toch ook cf. het Centenboekje… en infra) was misschien nog enigszins te begrijpen, maar haar twijfels nu over de realiteit van die structurele onderfinanciering met het “argument” van een klimaatreis naar Zweden van een Antwerpse hogeschool deed mij toch de wenkbrauwen fronsen…; de minister herhaalde dat ze een voorstel (rationalisatie en financiering) aan de VLUHR gevraagd had, en wel nu met deze bijkomende informatie: “met gesloten enveloppe” en tegen de zomer van 2026;
  • algemener wat het onderwijsbudget 2026 betrof (en de discussie tussen sommigen of de investeringen voor Onderwijs nu al dan niet de besparingen overstegen), leek het mij nuttig om expliciet te vernemen dat het onderwijsbudget 2026 weliswaar steeg met 2,6 procent, maar dat 81 procent van die stijging op conto van indexering en open end-financiering te schrijven was; minister Demir herhaalde ook nog de toch wel hoge onderwijsuitgaven in Vlaanderen in vergelijking met andere OESO-landen (“fel boven het gemiddelde”), maar de tabel in Education at a Glance 2025 op p.20 nuanceert die uitspraak toch wel duidelijk, lijkt mij (5,9% BBP voor Vlaanderen versus ongeveer 5,3% BBP als OESO-gemiddelde; idem voor een aantal ons omringende landen);
  • een van de eerste dossiers in het lijstje “dossiers met vertraging”, waaraan terecht opnieuw heel wat aandacht besteed werd, was dat van het geplande opvolgingsproces van de invoering van de nieuwe minimumdoelen basisonderwijs (nwvr: herinner je de conceptnota in kwestie van de Vlaamse regering van 29 april 2025); de minister meldde dat Leerpunt nu de ingediende offertes i.v.m. het geplande kenniscentrum/expertisecentrum aan het bekijken was en dat de zgn. inspiratiescholen zouden starten vanaf 1 september 2026, en dus niet vanaf 1 januari 2026, zoals aanvankelijk gezegd; dat gaf aanleiding tot kritische opmerkingen van meerdere interveniënten; de minister benadrukte dat scholen al wel bezig waren en ze wilde die niet tegenhouden; de koepels speelden ook hun rol in dezen enz. enz.; bovendien kwam Stephanie D’Hose terug op haar eerdere idee om de commissie-Muijs te betrekken bij de aanduiding van de 30 inspiratiescholen en ook nu bevestigde de minister verbaal haar non-verbale feedback daarover van een week eerder; heel even liet de minister ook het idee vallen om van de gebudgetteerde 18 miljoen euro eventueel middelen direct toe te wijzen aan scholen die al bezig waren, wat interveniënt Hannelore Goeman later in de bespreking duidelijk niet zag zitten; kortom, afwachten hoe dit concreet zal verlopen;
  • een ander hangend dossier waaraan dezer dagen in de politieke coulissen van de Vlaamse regering aandacht besteed wordt, is dat van de levensbeschouwelijke vakken in het officieel onderwijs; het landde voorlopig niet, bleek uit de (herhalende) uitleg van minister Demir, die het dossier “heel complex” noemde; Roosmarijn Beckers herhaalde op haar beurt dat de hiervoor al in 2026 geplande besparing (nog los van de nog altijd onbekende ratio achter dat bedrag) van 33 miljoen euro hoogst onzeker was;
  • nog een aanslepend dossier, mét vertraging, betrof het sociaal overleg over de lerarenloopbaan en het aantrekkelijker maken van die loopbaan (cf. het lerarentekort); ik herinner me dat aanvankelijk rond Pasen 2025 een en ander klaar zou zijn; vervolgens heette het dat na de zomer 2025 het gesprek met de sociale partners voortgezet zou worden zodat in het najaar van 2025 een waaier aan maatregelen het geplande doel zou dienen; ik weet het niet zeker eh, maar naar verluidt, staat het proces (ondanks een jaar bezig) nog niet echt ver; de gebruikte bronnen werden hier nu wel herhaald (rapport Commissie van Wijzen, audit Rekenhof, TALIS-rapport, …), maar ook deze oefening was “bijzonder moeilijk”, aldus de minister, en blijkbaar moest ze bovendien budgetneutraal zijn, zo bleek; voorts hoorden we hier dat het zgn. inductiejaar (weliswaar met 10 miljoen euro minder in 2026 en alleen voor startende leraren in het leerplichtonderwijs) decretaal ingevoerd zou worden via Onderwijsdecreet (OD) XXXVI, nadat een eerste poging mislukt was in het decreet over personeelsbeleid (10 juli 2025);
  • in telegramstijl nog een paar elementen uit de personeelsbeleidssfeer: de decretale grondslag voor de Vlaanderenbrede directeursopleiding (het “kernprofiel schoolleider”, weet je nog?) werd opnieuw bekeken (was ook mislukt, wegens advies Raad van State, bij dat vermelde decreet over personeelsbeleid; het verbaasde me niet dat de minister geen melding maakte van “ons” postgraduaat ter zake, maar dat verhinderde niet dat dat in september in een echte cocreatie met de katholieke hogescholen en KU Leuven goed en wel gestart was); de ooit beloofde loonsverhoging voor directeurs en de zaak van de verlofstelsels waren voorwerp van het sociaal overleg; over de verloning op masterniveau van toekomstige masters basisonderwijs (nwvr: is geen decretale “educatieve masteropleiding”, zoals interveniënt Gianna Werbrouck verkeerdelijk zei, maar dat is haar vergeven) had de minister nog niets beslist; over de detacheringen zei de minister dat het in haar administratie over “-80” ging, verwees ze opnieuw naar haar brief naar alle andere organisaties met gedetacheerden en ook naar de cijfers in de schriftelijke vraag van Gianna Werbrouck (nr.1224), waarvoor ook de eerdere schriftelijke vraag van Bart Claes nuttig is (nr.287);
  • in het dossier “inclusiever onderwijs” (cf. consultatienota en staten-generaal) vernamen we dat de staten-generaal in kwestie eraan zat te komen (nwvr: 21 november 2025 blijkt de eerste datum van afspraak in een rijtje van 6 of 7 data), ondanks het feit dat de consultatienota die beloofd was vóór zomer 2025 er nog niet was; lopende studies ter zake (bv. evaluatie van het Leersteundecreet) (waarvan ik me herinnerde dat de minister de oplevering ervan zou pogen te vervroegen naar september 2025) bleken toch pas klaar te zijn begin 2026; de commissie Attesteringen zou eind januari 2026 klaar zijn met haar werk; in de marge van dit thema bevestigde Hannelore Goeman het bestaan van haar conceptnota over het hele zorgsysteem, waarbij het wel geenszins ging om het afschaffen van de CLB’s, zoals de kop in De Morgen ten onrechte luidde;
  • nog een complex thema, waarvoor de minister een strakke timing uitsprak, was de rationalisatie van het secundaironderwijslandschap; tenminste, maatregelen daarover, die nu in voorbereiding waren, zouden deels al ingaan op 1 september 2026; er zouden in het schooljaar 2025-2026 twee analyses gedaan worden, één van de werkelijk ingerichte studierichtingen om de spreiding ervan na te gaan, en één screening van de matrix so; hoe dat alles zich verhield tot het geplande “Temperen groei so” (Centenboekje, p.7, besparing van 50 miljoen euro) was mij (nog) niet zo duidelijk; anderzijds was de nu al meermaals herhaalde extra 55 miljoen euro (voor versterking van praktijkonderwijs in tso/kso/bso en verlaging van de schoolfactuur in de duurste opleidingen aldaar) uiteraard heel erg welkom;
  • het Plan Nederlands (Ieder kind taalheld) genoot ook heel wat aandacht tijdens de bespreking; er werd gevraagd naar een geüpdatete budgettaire tabel daarvan; de verdeling van de middelen zou gedaan worden op basis van het aantal leerlingen met thuistaal-niet-Nederlands;
  • wat de Vlaamse toetsen (ook aan te passen aan de nieuwe minimumdoelen) betreft, kijk ik zelf heel erg uit naar de methode van de leerwinstmeting, die voor het eerst in 2026 gebruikt zou kunnen worden (nwvr: leerlingen in het vierde leerjaar lager onderwijs, die twee jaar geleden deelnamen aan de eerste Vlaamse toetsen, zullen in 2026 in het zesde leerjaar opnieuw deelnemen); de experten zouden dan die leerwinstaanpak kunnen komen toelichten in de Onderwijscommissie;
  • van het Actieplan Goed Gedragen werd wijselijk afgesproken om dat later apart te bespreken, maar het viel hier en daar in de bespreking toch al enkele keren; bijvoorbeeld toen Koen Daniëls erover sprak binnen het ruimere kader van de onderwijskwaliteit, waar nietsdoen geen optie was volgens hem, reageerde hij in één beweging kritisch op eerdere uitspraken van Kim Buyst over “autoritatief”, een term uit het Actieplan Goed Gedragen zelf (versus autoritair; gelet op de Engelse betrokkenheid in deze kwestie, deed het mij alvast denken aan het onderscheid in het Engels tussen authoritative en authoritarian); hij deed dat wel op een enigszins vreemde manier, vond ik, — en voor alle zekerheid heb ik dus de video-opname enkele keren nauwgezet herbeluisterd —, want ik hoorde hem een paar keer iets als autocrátief (met klemtoon op de derde lettergreep) uitspreken, wat (nog) niet bestaat in Standaardnederlands maar wellicht bedoeld was als afgeleid van autocratie, wat wél bestaat; ik heb zelf intussen ook een korte biografie van gedragsexpert Tom Bennett gelezen… boeiend; Daniëls’ gekend inhoudelijk betoog over de zaak van minimumdoelen (kennisrijk curriculum) en welbevinden, waarin hij opnieuw bepaalde causale verbanden legde en de vrijheid van onderwijs kop van Jut was, deelde ik overigens opnieuw niet, maar gelukkig leven wij (nog altijd… touchons du bois) in een democratie en hebben wij (vooralsnog) geen huidige POTUS…;
  • tot slot, nog drie zaken: de inkanteling van de Vlor in de Serv met een besparing vanaf 2027; de Vlor blijft, met de huidige geledingen, wel autonoom binnen de Serv; de minister bevestigde dat er op korte termijn een audit zou gedaan worden van de toelatingsexamens arts, tandarts en dierenarts (cf. de zaak van die examens in 2025) met het oog op een inhoudelijke en organisatorische vernieuwing, maar de nieuwe voorzitter van de examencommissie in kwestie, dr. Jonas Brouwers, zei alvast in de krant dat voor een volledige vernieuwing de examens van 2026 te vroeg kwamen; voor het volwassenenonderwijs (cf. problematiek van inschrijvingsgelden en inschrijvingscijfers) liepen de oefening om de inschrijvingsgelden inkomensgerelateerd te maken én de zgn. uitgaventoets, die klaar zou zijn in juli 2026.

De indicatieve stemmingen over de uitgavenbegroting en over het ontwerp van Programmadecreet leverden een wat divers beeld op, maar het belangrijkste was natuurlijk dat de zaken finaal een meerderheid kregen.

Je kunt uiteraard nu ook al de video-opnames bekijken van de integrale vergaderingen (deel 6 november (voormiddag [vanaf 12:29] (toelichting minister en vragen van parlementsleden), (namiddag [vanaf 10:51]) (vervolg van vragen); deel 13 november (voormiddag [vanaf 11:25]) (antwoorden minister op vragen, uiteenzettingen en bijkomende vragen van parlementsledenleden) (namiddag [vanaf 17:00]) (bijkomende bespreking en stemmingen)).

Reageren op dit commentaar kan bij Wilfried Van Rompaey

Verwante artikels

OVER DEZE BLOG

Deze blog is niet bedoeld als formeel standpunt van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, evenmin als een puur verslag, maar wel als een niet-neutraal, persoonlijk commentaar op vooral ook politieke aspecten van de parlementaire onderwijsactiviteiten, zowel in de Commissie Onderwijs en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement als uitzonderlijk ook in een andere vakcommissie die occasioneel relevant kan zijn voor het beleidsdomein Onderwijs.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio
Kan ik je helpen?