Een interessant gesprek ontspon zich:- vragensteller Hiba Faraji sprak wat algemener over de garantie op gelijke onderwijskansen in het hoger onderwijs en hekelde de verschillen tussen hogeronderwijsinstellingen inzake redelijke aanpassingen, maar vragensteller Brecht Warnez ging nog verder en vroeg een decretale verankering, zij het dat hij voor zo’n algemeen recht op lesopnames nog wel een onderscheid wilde maken tussen studenten (die door hun (medische) situatie) gewoon niet naar de les konden gaan en andere studenten (die wel konden, maar (soms) niet wilden);
- minister Demir zei heel eerlijk dat ze er nog niet uit was, maar ze wilde toch voorzichtig blijven met “een algemeen recht” op dit vlak;
- het belangrijke concept “pedagogische vrijheid” viel inderdaad, terecht, leek mij; dus dank u, onderwijscommissaris Tom Seurs;
- wat vreemd vond ik tot slot de tussenkomst van onderwijscommissaris Kim Buyst: zij ging met name in op het argument (tegen lesopnames) dat professoren dan te weinig studenten in hun lessen vreesden door deze uitspraak “Als de angst van de professor is dat er te weinig mensen in zijn aula zouden zitten, dan vind ik het aan de professor om ervoor te zorgen dat zijn lessen een meerwaarde bieden, meer dan de opnames die op dat moment gemaakt zijn (nwvr: mijn cursivering).”; raar toch, die redenering, want die les (mét aanwezigheid van studenten en naargelang van de omstandigheden, actieve deelname van die studenten én met een professor die verhelderende toelichting geeft bij bv. een (beperkte) cursustekst of ander materiaal) is toch wat (tegelijk) opgenomen wordt zodat afwezigen die opname later zelf helemaal kunnen bekijken en hoe kan dan de professor in/met diezelfde (opgenomen) les nóg een meerwaarde bieden?