Nieuwkomer Mercina Claesen wist dat dit punt ook al in het vorige Vlaamse regeerakkoord stond: de kwestie van “starttoetsen” in het kader van studiekeuze en toegankelijkheid van het hoger onderwijs (nwvr: in het verleden werd hierbij een diverse terminologie gebruikt, maar daarmee ga ik de lezer hier niet meer vermoeien; uiteraard zijn er wel nog altijd verschillende soorten toetsen bij de overgang van het secundair naar het hoger onderwijs naargelang van de concrete doelen van die toetsen). Hier gaat het dus over de starttoetsen, zoals bedoeld op p.149 van het nieuwe Vlaamse regeerakkoord. Vragensteller Claesen schetste omstandig, met het nodige bronnenmateriaal (Codex Hoger Onderwijs; Nota Vlaamse regering en bijlage bij het Besluit van de Vlaamse regering, 25 oktober 2024), de voorgeschiedenis en haar kritiek was vooral dat dit allemaal wel erg traag ging, hoewel ze gelijk begrip toonde voor de complexiteit van de zaak. Inderdaad: starttoetsen in álle bacheloropleidingen, dat was zeker geen klein bier! Wat was de zienswijze van de nieuwe Onderwijsminister Zuhal Demir?
Haar betoog kwam erop neer dat zij in de eerste helft van 2025 de Vlaamse Universiteiten- en HogescholenRaad (Vluhr) zou raadplegen over een eventuele uitbreiding van de bacheloropleidingen met een starttoets voor het academiejaar 2026-2027. Let op de toch voorzichtige bewoording. Anderzijds was het “stapsgewijze” van het regeerakkoord voor de minister toch “we moeten doordoen”.
Vragensteller Claesen maakte van de gelegenheid gebruik om haar uiteenzetting nog meer te stofferen met verwijzingen naar “zwaargewichten” als Wouter Duyck en Dirk Van Damme plus nog een recent essay van Jonathan Holslag in De Morgen (voor abonnees) over de massificatie van het hoger onderwijs (“Kritisch denken staat in overvolle universiteitszalen zwaar onder druk”). Haar partij, zo zei ze nog, pleitte er allanger voor dat er voor de opleidingen met een lagere studie-efficiëntie niet zomaar starttoetsen zouden zijn, maar effectief toelatingsproeven.
Interveniënt Brecht Warnez wees wijselijk op de wat dramatische voorstelling van zaken door de vragensteller, op de mogelijke problemen van starttoetsen, maar hij vroeg vooral en terecht ook naar diepere achtergronden van de zaak (hinderpalen?). Overleg met Vlir en Vlhora leek Warnez aangewezen. Ik denk even luidop: blijft de ambitie van het regeerakkoord wel zo ongenuanceerd overeind aan het eind van de rit als men wat dieper nadenkt over doelen en middelen in dezen en zijn er bijvoorbeeld ook geen werkbare en efficiëntere alternatieven voor die politieke ambitie? Ik zeg maar wat…
Interveniënt Tom Seurs herhaalde nog even wat de minister al gezegd had en vroeg of er al een prioritering opgemaakt was in de lijst van opleidingen. Men kon het, vond ik, de nieuwe Onderwijsminister niet kwalijk nemen dat zo’n prioritering in deze prille fase van de legislatuur nog niet bestond. Dat ze eerst maar eens ging praten met Vlir en Vlhora, zoals ze overigens ook zelf benadrukte. Prima!
In haar slotwoord vond vragensteller Claesen de eerdere opmerking van interveniënt Warnez wat vreemd en reed zich daarbij enigszins zelf vast, wat haar partijgenoot Jan Laeremans naast haar mild deed glimlachen, maar dat terzijde.
Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over de trage uitrol van de starttoetsen voor bacheloropleidingen van Mercina Claesen” aan minister Zuhal Demir.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen