12 juni 2025 – Verslag van het Rekenhof over het voorkomen van vroegtijdig schoolverlaten. Leerlingenbegeleiding in het beroepssecundair onderwijs: een samenvattend commentaar

Voor een goed begrip, dit was geen nieuw verslag van het Rekenhof, het was wél de opvolgingsbespreking bij een verslag van april 2021 over Voorkomen van vroegtijdig

schoolverlaten - Leerlingenbegeleiding in het beroepssecundair onderwijs. Zeg maar, een beoordeling (door het Rekenhof) van wat de Vlaamse overheid intussen gepresteerd had op de destijds geformuleerde 9 aanbevelingen. Nog heel recent ging het over het thema van schooluitval in een vraag om uitleg.

De sprekers nu waren: Zuhal Demir (Vlaams minister van Onderwijs, Justitie en Werk), Willem Cabooter (eerste-auditeur-revisor Rekenhof) en Ann Nuttin (adjunct-auditeur Rekenhof). Eerst sprak minister Demir, die voor de verschillende aanbevelingen oplijstte wat daarrond intussen ondernomen was en dat leverde vele herkenbare initiatieven en maatregelen (al gedaan of nog gepland) op, omdat ze de voorbije maanden bij heel wat parlementaire besprekingen al aan bod gekomen waren. Nadien deed Willem Cabooter het lijstje aanbevelingen nog eens over, met telkens aan het eind een kwalitatieve beoordeling in het intussen ook herkenbare jargon van het Rekenhof.

Dat laatste geeft mij gelijk de kans om vooraf nog even een soort procedurele opmerking te maken bij de typische aanpak van het Rekenhof. Het is trouwens een genuanceerde opmerking: dat het Rekenhof de typische managementaanpak hanteert en dus bij dit soort evaluatierapport strikt nagaat wat er van zijn aanbevelingen terechtgekomen is in het overheidsbeleid (nwvr: in de bijgevoegde powerpointpresentatie vind je telkens de ‘score’ per aanbeveling), ligt voor de hand, — hoe zouden ze het anders moeten doen —oké, maar de onderliggende filosofie van die aanpak is wel dat de materie in kwestie zomaar stuurbaar is door, in dit geval, de overheid. Welnu, voor simpele zaken, waarin het aantal bepalende factoren beperkt is én die perfect definieerbaar zijn, gaat die Rekenhofvlieger probleemloos op. Maar in complexe onderwijs(kwesties), zoals het vroegtijdig schoolverlaten, waarin de bepalende factoren veel talrijker en veel moeilijker eenduidig te definiëren zijn, — voor zover de factoren of de effecten van die factoren al (helemaal) gekend zijn —, wordt de mate waarin de overheid dat allemaal kan sturen al een heel ander verhaal. Ik vind dat die gedachte rond stuurbaarheid in onderwijs veel te veel vergeten wordt bij allerlei kwaliteits- en evaluatieactiviteiten in onderwijs, ook in hoofde van de overheid zelf (lees: de Onderwijsinspectie et al.) ten aanzien van onderwijsinstellingen trouwens.

Uit de bespreking vraag ik kort nog graag aandacht voor de volgende elementen:

  • de redenering van minister Demir om in een onderwijskwestie van het secundair onderwijs een groot stuk van haar beleid te richten op het basisonderwijs, kenden we al uiteraard en juich ik toe; wat daar op stapel staat, zal al heel wat om het lijf hebben, maar er is nog méér;
  • met name, in haar betoog (en nadien ook overgenomen door diverse interveniënten) sprak de minister van een “hertekening van ons onderwijs”, toen ze het had over de diverse actoren (CLB, leersteuncentra, pedagogische begeleidingsdiensten, welzijnsactoren, …) rond scholen; bij bijvoorbeeld Hannelore Goeman ging het bij die hertekening dan zo’n beetje over álle belangrijke aspecten van onderwijsbeleid (primaire processen, hr-beleid, financieringsmodel);
  • niet voor het eerst viel daarbij dan het Engelse voorbeeld, waar de bedoelde andere personeelsprofielen niet rond scholen ageren, maar deel uitmaken van het schoolpersoneel zelf; hoewel de term (bij mijn weten dan toch) maar één keer viel (bij Loes Vandromme), gaat zo’n hertekening natuurlijk duidelijk in de richting van “Scholen voor iedereen”, en dat is noch min noch meer een heel complexe operatie;
  • zoals gezegd, ook andere bekende thema’s passeerden de revue, zonder nieuwe informatie: taalbeleid, ouderbetrokkenheid, schoolcontract, dbso, aanloopfase/NAFT’s, spijbelbeleid (B-codes), flexibele leerwegen, P-codes;
  • dat het in de steigers staande actieplan tegen schooluitval meer tijd in beslag nam dan oorspronkelijk gedacht (nwvr: het wordt verwacht tegen eind 2025), net wegens de complexiteit van de zaak, zoals de minister erkende, vond ik al belangrijk en wijs;
  • tussendoor was er nog een klein politiek akkefietje tussen Loes Vandromme en nieuwkomer Gianna Werbrouck: de eerste leek mij gewoon uit oprechte interesse bij het Rekenhof gepolst te hebben naar de betrokkenheid van de huidige minister van Welzijn, Caroline Gennez (lees: een partijgenote van Gianna Werbrouck) bij deze opvolging; maar de tweede meende die vraag van de eerste ineens “betreurenswaardig” te moeten vinden met een verwijzing naar 20 jaar een cd&v-minister op Welzijn…, waarna de eerste niet naliet de puntjes toch eventjes op de i te zetten.

Ik verwijs tot slot nog heel graag naar de video [vanaf 10:37] van de bespreking op de website van het Vlaams Parlement in afwachting van het formele, parlementaire verslag.

Reageren op dit commentaar kan bij Wilfried Van Rompaey wifried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen.

Verwante artikels

OVER DEZE BLOG

Deze blog is niet bedoeld als formeel standpunt van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, evenmin als een puur verslag, maar wel als een niet-neutraal, persoonlijk commentaar op vooral ook politieke aspecten van de parlementaire onderwijsactiviteiten, zowel in de Commissie Onderwijs en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement als uitzonderlijk ook in een andere vakcommissie die occasioneel relevant kan zijn voor het beleidsdomein Onderwijs.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio
Kan ik je helpen?