1 juni 2023 – Verengelsing van initiële bachelor- en masteropleidingen

Deze vraag om uitleg van Kristof Slagmulder was traditioneel… euh… omstandig en sloot rechtstreeks aan bij (om niet te zeggen: kwam neer op een herhaling van) recente actuele vragen: op 15 maart 2023 in de plenaire vergadering. Toegegeven, er was nu ook een nieuw feit, zijnde een open brief van de Verbondswacht van K.V.H.V.-Leuven over verengelsing aan de KU Leuven, ondertekend ook door enkele professoren. Wat vond minister Weyts van die open brief en wat ging hij ter zake nog doen?

Dus… opnieuw over de spanning tussen de druk tot (‘wederzijdse’) internationalisering (zeker ook vanuit de vroegere visitaties), wat de facto anderstalige opleidingen/klassen vergt, en het belang van het Nederlands als onderwijs- en onderzoekstaal. Opnieuw over de link met het financieringsmechanisme dat volgens de minister nu te zeer ‘studentgedreven’ zou zijn (en uiteraard ook de link met de besparingsgeschiedenis). Dat financieringsmechanisme was eigenlijk het voorwerp van een vraag later in deze commissievergadering, waarover je elders op deze pagina’s kunt lezen. Maar er was concreet nu het recente negatieve oordeel van de Vlaamse regering over de aanvraag tot vrijstelling van equivalentievoorwaarde voor verschillende anderstalige opleidingen van de Katholieke Universiteit Leuven, de Universiteit Gent, de Vrije Universiteit Brussel en de Universiteit Antwerpen: met name, alle Engelstalige masteropleidingen burgerlijk ingenieur, die een aanvraag ingediend hadden om vrijstelling te verkrijgen voor de verplichting tot taalequivalentie, wat er in de praktijk zou voor zorgen dat er op termijn geen Nederlandstalige masteropleidingen burgerlijk ingenieur meer zouden worden ingericht (Vlaamse regering, 3 maart 2023). Minister Weyts zei in de commissie dat hij daarover nog in debat was met de universiteitsrectoren. Ten slotte was er ook nog een verwijzing naar het werk van de regeringscommissarissen op dit vlak in het kader van hun toezichtstaak, maar het was wat onduidelijk wat de minister precies bedoelde met bepaalde rapporten van het regeringscommissariaat. Het enige dat ik vond, was het rapport “Taalnazicht 2020-2021” van 13 juli 2022 over de toepassing van de taalregeling voor het academisch en onderwijzend personeel aan de Vlaamse universiteiten en hogescholen. Daarover was deze legislatuur inderdaad decretaal werk verricht.

De geïnteresseerde lezer kan ik nog wel de lectuur aanbevelen van het jaarverslag van de Commissie Hoger Onderwijs, waarin een zgn. cel Taalregeling actief is (jaarverslag 2020-2021, p.20-31). Daarin staan zeer lezenswaardige aanbevelingen voor de regelgeving in kwestie, maar daarvan is bij mijn weten nog geen werk gemaakt, hoezeer die regelgeving ook ‘rammelt’…

Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen

Verwante artikels

OVER DEZE BLOG

Deze blog is niet bedoeld als formeel standpunt van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, evenmin als een puur verslag, maar wel als een niet-neutraal, persoonlijk commentaar op vooral ook politieke aspecten van de parlementaire onderwijsactiviteiten, zowel in de Commissie Onderwijs en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement als uitzonderlijk ook in een andere vakcommissie die occasioneel relevant kan zijn voor het beleidsdomein Onderwijs.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio