15 maart 2023 – Verengelsing van het hoger onderwijs

Met dit eerste onderwijsthema bij de actuavragen van deze week zaten we weer helemaal in het scenario van “heel wat over gezegd en geschreven in de voorgaande dagen, incl. ‘het antwoord’ van de minister”. Anders gezegd, ik verwachtte van deze parlementaire activiteit niet meteen veel nieuws. Ik ga mijn commentaar daarop dan ook redelijk kort houden, maar maak wel graag van de gelegenheid gebruik om hier enkele verschillende soorten bronnen bij elkaar te brengen én wijs ik er kort op dat de regelgeving in kwestie, op basis waarvan dus aanvragen van een anderstalige opleiding (of aanverwante) in het hoger onderwijs afgewezen kunnen worden, niet je dat is.

Ondanks de moeilijke ‘werkbaarheid’ van de bewuste regelgeving heeft men deze legislatuur, conform de beleidsnota (p.61) Onderwijs en Vorming 2019-2024, alleen ingegrepen in het bestaande drempelpercentage ter zake voor bacheloropleidingen (lees: hoeveel procent van alle bacheloropleidingen in Vlaanderen mochten ‘anderstalig’ zijn, zoals gedefinieerd in de Codex Hoger Onderwijs (vooral art. II.261.-271.)?; het bestaande drempelpercentage voor masteropleidingen bleef ongewijzigd op 35%). Het drempelpercentage voor bacheloropleidingen werd verhoogd tot 9%, maar zodra ook dat weer naderbij zou komen in de verdere toekomst, zou de gebrekkige regelgeving opnieuw de bevoegde zgn. Commissie Hoger Onderwijs, cel Taalregeling, parten spelen. Tja…

Wat interessant bronnenmateriaal:

  • de beslissingen in kwestie van de Vlaamse regering op 3 maart 2023;
  • enkele berichten in de media: vrt en De Standaard (voor abonnees);
  • de opiniebijdrage van historicus (en broer van…) Bruno De Wever in De Standaard (voor abonnees), naar wie later in de parlementaire vergadering minister Weyts niet naliet te verwijzen, wegens inderdaad niet zo vaak mogelijk…;
  • het standpunt van de Koninklijke Vlaamse Academie van België (KVAB).

En dan nog de parlementaire bespreking zelf. Liefst vijf vragenstellers met verschillende achtergronden, maar allen toegespitst op de kwestie van de Engelstalige en Nederlandstalige masteropleidingen burgerlijk ingenieur. 37 minuten besprekingstijd.

Ik beperk mijn commentaar hier tot vier zaken. Eén. Onderliggend aan dit hele debat is er deels een bepaalde spanning, namelijk: tussen het Nederlands als een volwaardige, levende taal (lees: met álle kansen in dagelijkse communicatie, media, literatuur, maar ook in (hoger) onderwijs en wetenschap) en de (op)roep om buitenlandse studenten aan te trekken (ook vanuit het externe kwaliteitszorgsysteem van het hoger onderwijs) én om te voldoen aan bepaalde vragen vanuit de arbeidsmarkt.

Twee. Eén vragensteller (cf. infra) betrok daarnaast, met een Twitterbericht van de Leuvense rector Luc Sels in de hand, de gebrekkige basisfinanciering in het hoger onderwijs als een argument bij het debat.

Drie. De politieke kampenverdeling was als volgt: enerzijds cd&v (Brecht Warnez), N-VA (Koen Daniëls) en Vlaams Belang (interveniënt Kristof Slagmulder) waren vóór de beslissing van de Vlaamse regering in dezen, anderzijds Groen (Johan Danen), Vooruit (Thijs Verbeurgt) en Open Vld (Gwendolyn Rutten) waren tegen die beslissing. De voorlaatste deed dat specifiek en als enige op grond van het vermelde financieringsargument. De laatste pleitte vooral voor pragmatisme bij de minister (N.B. Die zat sowieso met de universiteiten aan de tafel, cf. infra). Ik moest wel even de wenkbrauwen fronsen, toen vragensteller Rutten zo nadrukkelijk zei dat het hier niet over de “dutskes” van het hoger onderwijs ging… PVDA kwam niet tussen in het debat.

Vier ten slotte. Minister Weyts gaf interessante cijfers over de studentenaantallen in de masteropleidingen burgerlijk ingenieur (Nederlandstalig en Engelstalig), met een belangrijk verschil aan de KU Leuven, waar de verhouding wél veel meer in evenwicht was dan aan de UGent (N.B. Daar volgde slechts een handvol studenten de Nederlandstalige opleiding) en de VUBrussel. De minister herhaalde nogmaals wat hij financieel gedaan had voor de universiteiten deze legislatuur (hij vergat eerlijkheidshalve de overgeslagen kliks niet) en de oplossing voor de nood om aan kostenbeheersing te doen in dit concrete verhaal leek voor hem te liggen in samenwerking tussen universiteiten. Wordt ongetwijfeld vervolgd.

Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen

Verwante artikels

OVER DEZE BLOG

Deze blog is niet bedoeld als formeel standpunt van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, evenmin als een puur verslag, maar wel als een niet-neutraal, persoonlijk commentaar op vooral ook politieke aspecten van de parlementaire onderwijsactiviteiten, zowel in de Commissie Onderwijs en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement als uitzonderlijk ook in een andere vakcommissie die occasioneel relevant kan zijn voor het beleidsdomein Onderwijs.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio