Welke betrekkingen kun je oprichten met middelen uit het werkingsbudget? Aan welke voorwaarden moet je personeelslid voldoen? Wat is het statuut van je personeelslid dat aangesteld is vanuit het werkingsbudget?
Een schoolbestuur kan voor een volledig schooljaar of voor een gedeelte ervan bijkomende personeelsleden aanstellen die onderworpen worden aan het Decreet Rechtspositie, maar van wie het salaris niet wordt betoelaagd door de overheid via omkaderingsmiddelen (uren, punten …), maar wel door het schoolbestuur wordt bekostigd met het werkingsbudget, met de eigen middelen of met de Vlaamse ondersteuningspremie. Dat zijn de zogenaamde personeelsleden ten laste van het werkingsbudget (PWB). Scholen voor secundair onderwijs kunnen ook de middelen voor nascholing aanwenden om een tijdelijk personeelslid (PWB) aan te werven ter vervanging van een gesubsidieerd personeelslid dat met bedrijfsstage gaat.
Met de eigen middelen, het werkingsbudget of de Vlaamse Ondersteuningspremie kun je bijkomend personeelsleden aanwerven in een van de ambten die kunnen voorkomen in het eigen onderwijsniveau. In een ambt dat niet wordt gesubsidieerd in het eigen onderwijsniveau, kan dan ook geen personeelslid ten laste van het werkingsbudget worden aangeworven. Zo is het bijvoorbeeld niet mogelijk om in het gewoon basis- of secundair iemand als PWB’er aan te stellen in het ambt van psycholoog, omdat dat ambt enkel kan voorkomen in het buitengewoon onderwijs.
Wanneer een schoolbestuur een betrekking ten laste van het werkingsbudget opricht, moet het bovendien ook rekening houden met de deelbaarheid ervan: een aantal ambten (bijvoorbeeld een adjunct-directeur) kunnen enkel worden opgericht per halftijdse of voltijdse betrekking. Ook voor een personeelslid ten laste van het werkingsbudget kan een betrekking in dergelijk ambt niet voor een ander volume dan halftijds of voltijds worden opgericht.
In bepaalde ambten moet je de betrekking dan nog verder specificeren; ook daarvoor is de gebruikelijke regeling van het eigen onderwijsniveau van toepassing:
Personeelsleden die worden aangesteld ten laste van het werkingsbudget, zijn onderworpen aan het Decreet Rechtspositie. Dat betekent dat ook zij moeten beantwoorden aan de voorwaarden die daarin gesteld zijn.
Sollicitanten die niet aan al die voorwaarden voldoen, kun je niet aanstellen als gesubsidieerd personeelslid op basis van de omkaderingsmiddelen en evenmin als personeelslid ten laste van het werkingsbudget.
De betrekkingen die worden opgericht ten laste van het werkingsbudget, kunnen niet vacant worden verklaard. Ze komen niet in aanmerking voor vaste benoeming, mutatie of nieuwe affectatie. Alle andere rechten die personeelsleden genieten, gelden echter wél voor de betrekkingen die worden opgericht ten laste van het werkingsbudget.
Concreet betekent het
Wie in dergelijke betrekking is aangesteld in een wervingsambt (onderwijzer, leermeester LO, leraar, administratief medewerker, internaatsmedewerker …), bouwt in dat ambt dienstanciënniteit op met het oog op tijdelijke aanstelling voor doorlopende duur, en kan dat recht dan ook laten gelden voor de betrekkingen die worden opgericht met omkaderingsmiddelen (punten of uren-leraar, lestijden, leraarsuren, ORE …).
Wie is aangesteld in een selectie- of bevorderingsambt in een betrekking ten laste van het werkingsbudget, verwerft echter geen recht op benoeming in een gesubsidieerde betrekking in zijn ambt, zelfs niet in dezelfde school: in een betrekking ten laste van het werkingsbudget was hij/zij immers niet aangesteld “in afwachting van benoeming”.
Zoals elk personeelslid moeten ook de personeelsleden ten laste van het werkingsbudget een functiebeschrijving ontvangen.
Een personeelslid dat is aangesteld ten laste van het werkingsbudget, ontvangt z’n bezoldiging vanuit AgODi (zoals de gesubsidieerde personeelsleden): zowel het maandelijkse salaris als het vakantiegeld en de eindejaarstoelage en (voor de ambten die daar recht op hebben) de uitgestelde bezoldiging. Die uitkeringen worden berekend op dezelfde basis als voor een gesubsidieerd personeelslid, dat wil zeggen aan de salarisschaal die wettelijk geldt voor dat ambt en dat bekwaamheidsbewijs, en aan de geldelijke anciënniteit die het personeelslid heeft bereikt volgens de wettelijke regeling die ook voor de gesubsidieerde personeelsleden geldt. Het is met andere woorden niet mogelijk om een personeelslid ten laste van het werkingsbudget te laten bezoldigen aan een ander barema of aan een andere geldelijke anciënniteit.
De bezoldiging die door de overheid is voorgeschoten, moet door het schoolbestuur worden terugbetaald aan AgODi: niet enkel het brutosalaris, maar ook de haard- of standplaatstoelage, de bijslagen, de uitgestelde bezoldiging, het vakantiegeld, de eindejaarspremie en de werkgeversbijdrage. Dit is ook het geval indien deze betrekking wordt ingenomen door een TADD’er, door een gereaffecteerd / wedertewerkgesteld personeelslid of door een vastbenoemde die via een tijdelijk andere opdracht wordt aangesteld als personeelslid ten laste van het werkingsbudget.
Uitbetalingen naar aanleiding van prestaties van september tot en met december worden door AgoDI teruggevorderd na de betaling in december, uitbetalingen naar aanleiding van prestaties van januari tot en met augustus worden teruggevorderd na de betaling in augustus. Voor de wijze van terugvordering en de kostprijs verwijzen we naar punt 3.2, omzendbrief PERS/2012/08, Aanwending van het werkingsbudget voor aanwerving van personeel. Als bijlagen bij die omzendbrief zijn tabellen opgenomen met de loonkost van een voltijdse betrekking in de meest voorkomende salarisschalen. Voor bijkomende opmerkingen over die tabellen verwijzen we naar punt 4, omzendbrief PERS/2012/08, Aanwending van het werkingsbudget voor aanwerving van personeel. Voor de andere salarisschalen kan een simulatie worden gevraagd bij het werkstation. De tabellen “vastbenoemde” zijn enkel van toepassing voor de personeelsleden die worden aangesteld als tijdelijk personeelslid ten laste van het werkingsbudget via reaffectatie / wedertewerkstelling ofwel via een verlof voor tijdelijk andere opdracht vanuit hun vaste benoeming; in de andere gevallen gelden de tabellen “tijdelijke”.
Voor die terugbetalingen mag het schoolbestuur gebruikmaken van
Duur, overeenkomst, dienstonderbrekingen en beëindiging van de aanstelling
Aangenomen wordt dat een betrekking ten laste van het werkingsbudget kan worden opgericht voor een vooraf bepaalde periode, en dat het schoolbestuur bij die aanstelling een einddatum kan vastleggen, waarbij het onder andere met de budgettaire mogelijkheden rekening zal houden. De overeengekomen duur van de aanstelling kan nadien evenwel niet meer worden ingekort, tenzij via een ontslag.
De aanstelling van een personeelslid dat is aangesteld ten laste van het werkingsbudget eindigt enkel
Voor verdere informatie verwijzen we naar het thema “Einde aanstelling en ontslag” op onze website.
Een personeelslid dat is aangesteld ten laste van het werkingsbudget kan een dienstonderbreking genieten onder dezelfde voorwaarden als de gesubsidieerde personeelsleden, maar uiteraard enkel indien het in die specifieke betrekking voldoet aan de reglementaire voorwaarden voor het gewenste verlofstelsel (voltijdse aanstelling voor 1/5de dienstonderbreking in het stelsel van VVP, loopbaanonderbreking of zorgkrediet, e.d.). Dat betekent dat bijvoorbeeld een AVP, een omstandigheidsverlof en een verlof wegens overmacht steeds mogelijk zijn. Een verlof voor TAO vanuit een betrekking die is opgericht ten laste van het werkingsbudget is echter uitgesloten, omdat dat stelsel enkel kan worden genomen vanuit de betrekking waarin het personeelslid vastbenoemd is.
Voor de administratieve verwerking van de aanstelling van een personeelslid ten laste van het werkingsbudget verwijzen we naar punt 3, omzendbrief PERS/2012/08, Aanwending van het werkingsbudget voor aanwerving van personeel.