Veiligheid

Enkele stellingen

sla link op in klembord

Kopieer

  • Veiligheid bestaat niet enkel in ‘afwezigheid van ongelukken’, maar in het creëren van een mentale en fysieke zekerheid, die voortvloeit uit de kennis en de praktische kennis, die alle verantwoordelijke lesgevers vanuit ervaringssituaties hebben opgedaan. (O’Connor, 1987, pag.25)
  • In de context van ‘verantwoordelijkheid in verband met veiligheid’ hoort men vaak zeggen: ‘de leraar moet handelen als een ‘voorzichtig en redelijk persoon’. Doch een leermeester lichamelijke opvoeding moet binnen zijn aanbod meer weten dan een voorzichtig en redelijk persoon, omdat hij leerlingen in situaties brengt, die meer risico’s inhouden dan in het gewoon dagelijkse leven. Als leraar moeten wij zoveel mogelijk anticiperen op de aangereikte situaties. We moeten de factor ‘veiligheid’ ernstig nemen. In onze lesvoorbereiding moeten we preventief inzoemen op elke situatie in functie van veiligheid. We spreken dan van effectief risico-assessment, dat wilt zeggen: de enige risico’s die de leerlingen mogen bedreigen, zijn degene die inherent zijn aan de gekozen activiteit, dat wilt zeggen: het risico dat nog overblijft wanneer alles is ondernomen om een activiteit zo veilig mogelijk te maken: Bijvoorbeeld, je kunt niet voorzien dat een leerling bij handstand door de armen zakt, of dat de leerling slecht landt na een sprong. Anderzijds moeten we de leerlingen ook binnen veilige grenzen, risico’s laten nemen (IVgv2)

Algemeen: soorten veiligheid

sla link op in klembord

Kopieer

  • Materiële veiligheid = materiaal, (veiligheidsbewust aankoopbeleid van de school) kledij, uitvoeringsveiligheid, verkeerssituatie rondom de school,…
  • Fysieke veiligheid = inspanning aangepast aan de fysieke mogelijkheden, kennis hebben over en aandacht hebben voor een goede rugscholing (heffen en dragen); helpersfunctie; EHBO; gezonde voeding…
  • Emotionele veiligheid = je goed voelen in je vel, bij uitvoering van … ofwel: pedagogisch didactisch de voorwaarden creëren die een veilige leeromgeving waarborgen zoals bvb. het correct inbouwen van leer - en ontwikkelingslijnen (beginsituatie - differentiëren…)
  • Relationele veiligheid = kunnen deelnemen aan, je aanvaard weten in de groep …

Mogelijke risico’s, oorzaken, preventieve maatregelen in verband met veiligheid

sla link op in klembord

Kopieer

In het leerplan Zin in leren! Zin in leven! staat een doelstelling die focust op competenter worden in het omgaan met risico’s namelijk IVgv2: Inschatten hoe gedrags- en omgevingsfactoren de gezondheid en veiligheid beïnvloeden en op basis daarvan, binnen veilige grenzen, risico’s durven nemen.

Uitgaande van de aard van het risico zoeken we naar mogelijke oorzaken om preventief de veiligheid te verzekeren.

Risico’s verbonden aan het kind dat speelt of beweegt (fysieke, motorische, psychische aspecten):

  • verschillen in ontwikkelingsniveau
  • verschillen in vaardigheidsniveau
  • verschillen in leertempo
  • verschillen in hulpvaardigheid
  • verschillen in lengte en gewicht
  • verschillen in geslacht
  • temperament

Preventieve maatregelen:

  • de leraar moet op de hoogte zijn van een aantal gegevens van de leerlingen, die de veiligheid in het gedrang kunnen brengen: bv. astma, obesitas, suikerziekte, vermoeidheid, zintuiglijke mogelijkheden, hoogtevrees, evenwichtsstoornissen, agressief gedrag ...
  • de leraar moet de hem toevertrouwde leerlingen kennen (fysiek, mentaal …)
  • laat leerlingen bewegen op eigen tempo, jaag ze niet op, doe geen wedstrijden aan toestellen
  • in elke opstelling kunnen veel aanpassingen gebeuren: hoogte, breedte, verte, aanloopruimte …
  • laat leerlingen groeien in hulpvaardigheid: bv. aangeven van materiaal; bal, hoepel … / binnen vertrouwensgroepjes). Ze helpen in het basisonderwijs (tot 10 jaar) in principe niet echt
  • plaats bij partneroefeningen gelijke lengte en/of gewicht bij elkaar of bv. ook de zwaarst onderaan

Risico’s verbonden aan de uitrusting:

  • de installaties van toestellen en andere materialen, die gebruikt worden in de lessen kunnen uiteraard aan de basis liggen van heel wat ongevallen of letsels
  • het dragen van kastonderdelen
  • elke uitrusting zal maar veilig zijn bij een normaal gebruik (eigenlijk gebruik) en mits respect voor een aantal gebruiks- en veiligheidsregels.
  • de bergplaats (sommige toestellen moeten achter slot en grendel)
  • hoeveelheid materiaal

Preventieve maatregelen:

  • plaatsingsritueel aanleren bv. het plaatsen van boombalken/plinten/banken … kan gevaarlijk zijn als dit niet gebeurt volgens een afgesproken chronologisch ritueel én steeds onder begeleiding van de leraar.
  • plaatsen van toestellen moet volgens bepaalde afspraken en met bepaalde aantallen leerlingen bv. per 2, max. 2 delen.
  • bergplaats moet zéér ordelijk zijn, alles heeft een vaste plaats en bv. minitrampoline op slot.
  • er moet ook voldoende materiaal zijn bv. voldoende landingsmatten (zie minimale materialenlijst Zill).
  • oneigenlijk gebruik van materialen vermijden bv. volleynet als hangbrug.
  • grote toestellen worden best voor de les geplaatst, klein materiaal best bij de hand (leerlingen niet alleen laten om materiaal te halen).

Risico’s verbonden aan organisatie en begeleiding:

  • i.v.m. leerstof: inhoud, kennis van ontwikkelings- en leerlijnen bv. onmogelijke sprongen maken
  • i.v.m. werkvormen: zelfstandig werk bv. opvatting over differentiatie
  • i.v.m. organisatievormen, individueel of klassikaal, of in rijen
    • opvatting over groepswerk
    • opvatting over opstelling toestellen, verkeerde keuze van situatie bv. wedstrijd, estafette in te kleine zaal
    • rumoer stoort activiteiten die hoge concentratie vragen
    • opvatting over groepsgrootte bv. te grote klasgroepen werkt onveiligheid in de hand
  • i.v.m. management bv. gebrek aan autoriteit kan ook leiden tot verhoogde veiligheidsrisico’s

Preventieve maatregelen:

  • plaats in de zaal liever meerdere (2 à 3) groepen van toestellen en opdrachten dan één grote omloop (bv. reis rond de wereld). Dit laatste veroorzaakt opstoppingen en lokt onaangepast gedrag uit= debietregeling
  • in elk van de gegroepeerde opstellingen kunnen of-of-taken worden voorgesteld (= ingebouwde differentiatie)
  • wat is moeilijk of gemakkelijk? verschillend van kind tot kind: verschillende factoren spelen een rol (bv. angst, bewegingservaring buiten de school...), op niveau werken
  • wat kunnen leerlingen zelfstandig aan? bv. helpen?
  • progressief leren werken in groepen, eerst per twee, later met drie,
  • eerst met elkaar, later tegen elkaar
  • aanloop- en uitloopruimte voorzien
  • estafettes: met vrije loopruimte en veilige omkeerpunten, nooit op hindernissen
  • opletten dat vrije opstelling gebeurt zonder dat lln. elkaar hinderen
  • verzorgde overgangen (ene toestel naar het andere)
  • intense loopwedstrijden: buiten, met vrije ruimte
  • geen evenwicht combineren met snelheid of wedstrijd
  • werkbare groepen maken(eisen) in functie van veiligheid
  • goed management
  • aanmoedigend en ondersteunend optreden

Algemene regels en afspraken bij het organiseren van bewegingslandschappen

sla link op in klembord

Kopieer

Bij het organiseren van bewegingslandschappen zijn er een aantal regels, die een leerproces vergen. Enkele voorbeelden:

  • Elk toestel of een deel ervan, alle materiaal herhalend leren dragen en verplaatsen:
    • een bank: met 8 kleuters + de leraar, met 6 leerlingen
    • een kast: per deelt apart, 1 deeltje per 2 (liefst niet boven het hoofd heffen)
    • een mattenwagen enkel de leraar of oudste leerlingen sturen: de matten worden ter plekke afgenomen of gelegd per 2 leerlingen (naargelang het gewicht)
    • aan elk toestel of hindernis moet elke leerling leren wachten tot het toestel vrij is (beurt laten)
  • Bij taken:
    • taken worden in of - of taken voorgesteld en enkel dié taken worden toegelaten
    • leerlingen kunnen ook zelf voorstellen doen, die dan besproken worden
    • leerlingen kunnen vrij bewegen, maar dan binnen regels en afspraken
  • Gezien alles in kleine groepjes gebeurt, in een heen-en-weer- weg, moeten opstoppingen vermeden worden door een ‘debietregeling’; bv. een tweede bank bijplaatsen, een hoepel of fietsband bijleggen.
  • niet lopen op een landingsmat of over kleinere matten, die onder of achter een toestel liggen, waarop men landt.

Een woordje extra over ‘helpen’

sla link op in klembord

Kopieer

  • Een omloop met evenwichtsdominantie steeds scheiden van een omloop met snelle doorstroming, bij evenwicht best géén helpers want deze storen de reflexregeling
  • In één van de verschillende omloopjes mag één nieuwe of/of taak zitten, omdat daar de leraar kan helpen. De leraar staat steeds (excentrisch) zo opgesteld, dat hij alle leerlingen ziet.
  • Leerlingen helpen in het basisonderwijs (tot 10 jaar) in principe niet echt: ze groeien in de rol van ‘helper’ van … tot
  • van:
    • aangeven, vasthouden van bv. de hoepel op de bank naar een leerling die erdoor kruipt
    • vasthouden: klemgreep boven ellenboog bv. bij vormen van wenden op en over een kast
    • draaggreep boven knieën bv. op handen en voeten lopen (kruiwagen)
    • dragen per twee, stoeltje
    • dragen alleen, paard en ruiter (aandacht aan gewicht)
  • tot:
    • ingrijpen in bewegingsverloop bv. achter bok of springkast de landing beveiligen. De leerlingen bij de opperarm klemmend vastnemen is te hoog gegrepen voor leerlingen van het basisonderwijs (of toch zeker niet alleen).

Kledij

sla link op in klembord

Kopieer

Leerlingen moeten aangepaste kledij dragen samen met goed en degelijk schoeisel. Voor kleuters is het omkleden niet wenselijk maar kan de vraag gesteld worden aan de ouders om die dag met gepaste kledij naar school te komen. Aangepast schoeisel is wel mogelijk.

Klasnormen

sla link op in klembord

Kopieer

Voor de lessen lichamelijke opvoeding zou de ‘normale’ klas(groeps)norm niet mogen overschreden worden. Men dient daarbij ook rekening te houden met de grootte van de accommodatie en met het aanwezige materiaal.

Alhoewel de overheid zich niet uitspreekt over wat de normen zijn voor het vormen van groepen, spreekt men wel over een leerling/leerkracht-ratio:

‘Voor elke school en elk niveau is ook de leerling/leerkracht-ratio opgenomen. De ratio is geenszins een indicatie van een (gemiddelde) klasgrootte. Het is bijgevolg ook geen na te streven ideale klasgrootte. De ratio geeft wel een theoretische berekening van het aantal leerlingen op de teldag per voltijdse leerkracht die kan aangesteld worden in de school. Maar om de klasgrootte te bepalen, zal de school ook rekening moeten houden met andere factoren, bijvoorbeeld de verdeling van de leerlingen over de leeftijdsgroepen, de verdeling over de vestigingsplaatsen of de beschikbare klaslokalen. Het zou ook kunnen dat het leerlingenaantal op de teldag (meestal 1 februari van het voorgaande schooljaar) niet meer identiek is aan het leerlingenaantal tijdens het lopende schooljaar’.

Het spreekt echter voor zich, dat het samenvoegen van verschillende groepen tijdens een les lichamelijke opvoeding, ver zal afwijken van deze theoretische berekening en bijgevolg zowel de pedagogische- als de fysieke veiligheid van leerlingen in gevaar kan brengen.

Bepaalde oefeningen weren uit het basisonderwijs

sla link op in klembord

Kopieer

Het zou wel eens nuttig zijn een lijst te maken van de verschillende aangeboden activiteiten bij jonge leerlingen en ze op een continuüm te zetten in functie van veiligheid. (materiële veiligheid). Hieruit kan blijken dat bepaalde activiteiten beter niet meer worden aangeboden binnen het basisonderwijs, juist omdat ze té risicovol zijn: bv. trampolinespringen, gewichtheffen, bepaalde atletiekdisciplines …

Bepaalde oefeningen worden ontraden bv. rugwaartse koprol, kopstand, zweefrol… omdat er vlug een foute of een te zwaar belastende uitvoering plaatsheeft.

Rugwaarts rollen

sla link op in klembord

Kopieer

Rugwaarts rollen mag in het basisonderwijs aan bod komen, doch het is niet noodzakelijk, en het wordt dus liefst niet als lesonderwerp opgenomen. Het is geen natuurlijke basisbeweging en ze is nergens voor nodig als basis voor volgende vaardigheden.

Rugwaarts rollen geeft een hoge nekbelasting, zeker wanneer de leerlingen niet in staat zijn de handen op de juiste plaats te zetten en de nek te ontlasten. Voor zwaarlijvige leerlingen is rugwaarts rollen echt af te raden.

Sommige leraren leren de beweging aan op een schuin vlak. Hierbij is de nekbelasting nog groter.

Helpen bij deze oefening is voor basisschoolleerlingen zeer moeilijk. Ze moeten het bekken grijpen op het juiste ogenblik en dit vraagt reeds een grote lichaams- , tijds- en ruimteperceptie.

Het is bv. wel goed de omkering te oefenen in het water.

Zweefrol

sla link op in klembord

Kopieer

Deze oefening is helemaal uit den boze voor het basisonderwijs. Ook hier is het risico van nekbelasting té groot.

Klimtoestellen

sla link op in klembord

Kopieer

Bij het gebruik van klimtoestellen zoals: ‘kader’ - ‘wandrekken’ – ‘touwladders’ – ‘touwen’ … moet men het actieterrein afbakenen; bv. aangeven met lintjes tot welke hoogte mag worden geklommen. Men zal beveiligen met de beschikbare matjes.

Landingsplaatsen

sla link op in klembord

Kopieer

Matten zijn landingsplaatsen. Leer de leerlingen nooit te lopen op de matten (tenzij dit voor bepaalde specifieke oefeningen gevraagd wordt).

Minitrampoline

sla link op in klembord

Kopieer

Het verdient aanbeveling om mini-trampolines met een slot aan de muur te bevestigen of achter slot te bewaren. Vermeden moet immers worden dat leerlingen of leerlingen van het personeel zonder leiding ervan gebruik zouden maken.

Om goed te minitrampolinespringen stelt men een aantal voorwaarden aan de leerlingen. Leerlingen moeten elementaire ervaringen hebben opgedaan in verband met lichaamsperceptie, tijdsperceptie, ruimteperceptie. Hieraan heeft de leraar lichamelijke opvoeding al een hele opdracht.

Daarna komen veel eenvoudige gewenningsoefeningen aan het toestel, doch steeds onder bewaking van de leraar en de leraar zal steeds zelf als helper optreden. Zeker verboden is:

  • zweefrol en- of salto vanuit de minitrampoline
  • leerlingen laten helpen aan de minitrampoline

Ter afronding

sla link op in klembord

Kopieer

In de lessen lichamelijke opvoeding moet men een zo hoog mogelijke ‘concentratie’ garanderen. Dit wil niet zeggen dat er nooit lawaai mag zijn in de les of dat er geen plezier mag worden gemaakt. Doch momenten van aanvaardbaar lawaai (bv. bij spel of kamp) moeten worden afgewisseld met momenten van stilte en concentratie : bv. bij aanloop voor een sprong.

Leraren moeten steeds maximaal beveiligen. Beter een mat te veel dan één te weinig. Leraren die alle beschikbare materiaal gebruiken om veiligheid te garanderen, zijn minder vlug strafbaar.

Leraren moeten steeds betrokken zijn bij het gebeuren, steeds klaar zijn om in te grijpen, leerlingen observeren om mogelijke fouten te kunnen voorzien. Leraren moeten steeds handelen als een goede huismoeder of huisvader, zoals ze zouden wensen of doen voor de eigen leerlingen.

Minimaliseer ‘de risico’s’ niet met roepen en schreeuwen tegen de leerlingen.

Maximaliseer ‘de veiligheid’ door goed doordacht te organiseren en een sereen klimaat te behouden.

Lessen lichamelijke opvoeding kunnen alleen risico-armer worden door goede lesvoorbereidingen te maken en mits goede begeleiding.

Bronnen

sla link op in klembord

Kopieer

  • Berverly Nichols, Moving and learning, The elementary School, Physical education, Experience, Mosby
  • C. De Medts, Veiligheid binnen de lessen lichamelijke opvoeding, 1999. Tekst opgemaakt als begeleider lichamelijke opvoeding BAO
  • E. Bertrands, C. DeMedts, G. Descheppers, Kleuterstappen in beweging, Bewegingszorg voor het jonge kind,Acco Leuven
  • Richard Bailey and Tony Macfadyen, Teaching physical education 8-11, ISBN 0-8264-4842-9
  • E. Van Assche en Georgette Swinnen, Vademecum voor de leraar lichamelijke opvoeding, Acco Leuven
  • ​​​​​​​LOBOKO, werkteksten; niet gepubliceerde documenten.
  • ​​​​​​​Tille Scheerlinck, Bewegingsomlopen met bijhorende ateliers, Bewegingsschool, Achilles v.z.w. Grimbergen Achilles vzw., Grimbergen, 2001
  • ​​​​​​​Nota’s in functie van ‘veilig werken’ in de lessen lichamelijke opvoeding in de basisschool. Christine De Medts. Niet gepubliceerd. ​​​​​​​

Contact

Kirsten Goemans
pedagogisch begeleider
      Pascale Muylaert
      pedagogisch begeleider
          0497 84 92 72
          Anke Van Roey
          pedagogisch begeleider
              0497 68 60 26
              ×
              Kijkt als...
              Niveau
              Regio