Basisinzichten

Visuele informatie is de belangrijkste bron:

  • om een beeld van de wereld op te bouwen
  • om het handelen te sturen
  • om op autonome wijze een plaats in te nemen op de levensdomeinen wonen, werken en vrije tijd
  • bij het oriënteren
  • bij het verplaatsen
  • bij het communiceren
  • bij het leren
  • bij het participeren aan cultuur en kennis
  • ...

Omschrijving

sla link op in klembord

Kopieer

Mensen met visuele en visueel-meervoudige beperking hebben een beperking in de opname en/of verwerking van visuele informatie. (Tobin, 2008)

Dé persoon met een visuele beperking bestaat niet, we omschrijven daarom enkele subgroepen.

Slechtziend

sla link op in klembord

Kopieer

De visuele beperking kan te maken hebben met:

  • een oogproblematiek; dan spreken we van oftalmologische visuele inperking
  • een cerebrale problematiek; dan spreken we van cerebrale slechtziendheid
  • een oculomotorische problematiek: dan spreken we van oculomotore visuele inperking

Slecht zien kan het gevolg zijn van:

  • een verminderde gezichtsscherpte
  • een verminderd gezichtsveld
  • een verstoorde gevoeligheid voor contrast
  • lichtschuwheid
  • een verstoorde donkeradaptatie
  • een verstoord dieptezicht
  • een gestoorde kleurenwaarneming
  • een gestoorde beeldherkenning
  • gestoorde oogbeweging of oogcontrole
  • problemen met de visuele verwerking in de hersenen
  • ...

Blind

sla link op in klembord

Kopieer

Blind zijn kan drie zaken betekenen:

  • niet of minder zien dan 5%
  • zicht beperkt tot lichtperceptie
  • een beperkt gezichtsveld tot minder dan 10 graden

Blind zijn houdt dus niet altijd in dat iemand helemaal niets meer ziet. Sommige mensen zien nog wel het verschil tussen licht en donker. We spreken over een blinde persoon als die overwegend aangewezen is op tactiele en auditieve waarneming.

Didactisch noemen we een persoon blind wanneer hij voor het lezen op braille is aangewezen.

Cerebrale visuele stoornissen (CVI)

sla link op in klembord

Kopieer

Cerebrale slechtziendheid, zoals bijvoorbeeld CVI (Cerebrale Visuele Inperking) wordt veroorzaakt door een letsel in de hersenen. Dit wordt algemeen erkend als een ernstige visuele functiebeperking die we niet louter in termen van ernstig verminderd gezichtsvermogen kunnen vertalen. De stoornis komt op verschillende manieren tot uiting.

Zien is meer dan kijken. Om te zien is er een goede samenwerking tussen ogen en hersenen nodig. De hersenen geven betekenis aan wat je bekijkt.

Aangezien de oorsprong in de hersenen ligt, kunnen ook andere gebieden dan visuele aangetast zijn. Motorische problemen, mentale ontwikkelingsproblemen, gedragsproblemen, aandacht en concentratie kunnen samen met de visuele problemen voorkomen.

Op deze website kun je meer lezen over wat een visuele beperking kan inhouden.

Doofblind

sla link op in klembord

Kopieer

Doofblindheid is een specifieke handicap gekenmerkt door een combinatie van zowel zicht- als gehoorproblemen. Niet alle doofblinde personen zijn volledig doof én volledig blind. Een persoon wordt als doofblind beschouwd als er door de interactie tussen visus- en gehoorproblemen geen of nauwelijks compensatie mogelijk is van de ene beperking door een beroep te doen op het andere zintuig. Er zijn prelinguaal doofblinden en mensen met verworven doofblindheid (postlinguale doofblindheid).

Beperking

sla link op in klembord

Kopieer

We spreken over de doelgroep ‘leerlingen met een visuele beperking’. Een visuele beperkingen kun je niet zomaar gelijk stellen met een visuele handicap. Dankzij (technische) hulpmiddelen en de juiste ondersteuning kunnen de meeste personen met een visuele beperking participeren aan de samenleving.

Je hebt een handicap als niet overeenkomstig je leeftijd je plaats kan innemen in de sociale groep waar je bij hoort. Een visuele handicap heeft niet voor iedere persoon en in elke levensfase dezelfde betekenis (Delaet, 2012).

Impact op leven en leren

sla link op in klembord

Kopieer

De groep leerlingen met een visuele beperking is klein en is erg heterogeen. Het vraagt specifieke kennis om de impact van het slecht zien, het blind zijn of de cerebrale slechtziendheid op leren en leven te begrijpen, de juiste specifieke opvoedings- en onderwijsbehoeften te omschrijven, doelen op lange en korte termijn te bepalen en het handelen hierop af te stemmen.

Je kunt ervan uitgaan dat je bij leerlingen met een visuele beperking sowieso rekening moet houden met het feit dat kijken meer inspanning vraagt en dus vermoeiend is en meer tijd vraagt.

Impact op de informatieverwerking

sla link op in klembord

Kopieer

De impact op de informatieverwerking toont zich in:

  • het richten en verplaatsen van onze blik door gerichte (oog)bewegingen. Denk hierbij aan bijvoorbeeld rondkijken, lezen, wisselend fixeren van punten in de omgeving terwijl je stilstaat, lopen of fietsen, een voetbalwedstrijd volgen …;
  • het opnemen van zeer veel (visuele) informatie op korte tijd en simultaan;
  • het geven van betekenis aan de wereld, zeer veel kennis wordt in beelden en visuele symbolen gepresenteerd;
  • het opslaan en verwerken van visuele informatie. We brengen beelden met elkaar in verband, we brengen orde aan in de veelheid van visuele informatie …;
  • het inzetten van onze verbeelding: we kunnen ons dingen voorstellen die we nog nooit gezien hebben.

Impact op sociale omgang en communicatie

sla link op in klembord

Kopieer

De impact op de sociale omgang en communicatie toont zich in:

  • het zien en gezien worden van cruciale betekenis in de ontwikkeling van interacties tussen mensen;
  • het communiceren dat verder gaat dan de verbale boodschap. De non-verbale boodschappen zijn minstens even belangrijk. In de ’visuele’ dialoog worden bijvoorbeeld zeer intens emoties gecommuniceerd;
  • het aangewezen zijn op anderen om nieuwe mensen te leren kennen; informatie doorgeven (kledij, kapsel, persoonskenmerken … ook voor gezichtsuitdrukkingen of lichaamshoudingen) of attent worden gemaakt op aandacht van iemand. Blinde mensen zijn op een bijzondere manier kwetsbaar doordat zienden hen wel kunnen zien en zij de anderen niet;
  • het zien dat verder gaat dan wat letterlijk zichtbaar is. Wat we zien wordt sterk bepaald door het gezichtspunt van de persoon die kijkt;
  • het afhankelijk zijn van hulp van anderen, bepaalt je sociale relatie. Bijvoorbeeld als je ruzie maakt, moet je er rekening mee houden dat je nadien terug hulp nodig hebt van de ander;
  • ...

Impact op zelfredzaamheid

sla link op in klembord

Kopieer

De impact op zelfredzaamheid toont zich in:

  • het zich oriënteren in de ruimte en zich verplaatsen met hulp of hulpmiddelen;
  • het nemen van openbaar vervoer trein, tram of bus. Vooraf plannen en reserveren, verhinderen bijvoorbeeld een spontane uitstap;
  • het gebruiken van huishoudtoestellen, lezen van handleiding.

Impact op motivatie

sla link op in klembord

Kopieer

De impact op motivaite toont zich in:

  • het minder zelf op onderzoek gaan. Verwonderen en nieuwsgierig zijn, ligt aan de basis van ontdekkend leren. Leerlingen met een visuele beperking vangen visuele prikkels minder snel op.
  • het beleven van schoonheid en genieten van de wereld.
  • ...

Een visueel-vriendelijke leef- en leeromgeving

sla link op in klembord

Kopieer

Voor mensen met een visuele en visuele meervoudige beperkingen is de wereld rondom hen vaak chaotisch en onveilig. Omgevingsaanpassingen dragen bij tot veiligheid en comfort bij leven en werken en tot het zich zo zelfstandig mogelijk oriënteren en verplaatsen.

Aandacht voor licht en verlichting

sla link op in klembord

Kopieer

  • Vermijd verblinding en weerspiegeling.
  • Wees voorzichtig met schaduwen.
  • Zorg voor een goed contrast en een sobere omgeving.
  • Heb aandacht voor gepaste werkplekverlichting.
  • Zorg voor extra herkenningspunten via signaalverlichting en/of pictogrammen.

Aandacht voor akoestiek

sla link op in klembord

Kopieer

Omgevingsgeluiden zijn waardevol wanneer ze informatie geven over wat er zich in de omgeving afspeelt. In functie hiervan kun je het geluid manipuleren door waar mogelijk het geluid:

  • te versterken
  • toe te voegen
  • te mijden
  • te reduceren

Aandacht voor hulpmiddelen

sla link op in klembord

Kopieer

  • Maak gebruik van technologische en optische hulpmiddelen die de toegankelijkheid tot visuele informatie verbeteren.

Aandacht voor tactiele omgeving

sla link op in klembord

Kopieer

  • Zorg voor een ordelijke omgeving waarin alles zijn vaste plaats heeft.
  • Vermijd zoveel mogelijk obstakels.
  • Duid vaste obstakels aan met voelstroken.
  • Geef mobiele obstakels een vaste plaats.
  • Verken natuurlijke tactiele herkenningstekens als goede geheugensteuntjes.
  • Breng bewuste tactiele verwijzingen op voet- en/of handhoogte aan.
  • Gebruik geleidelijnen of relingen bij het verplaatsen.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio