Hoe voert een schoolbestuur beleid?

De ontwikkeling van een kwaliteitsvol beleid is de belangrijkste kerntaak van het bestuur. Dat beleid geeft richting aan onderwijs en vorming in de eigen onderwijsinstellingen en bepaalt het dagelijkse schoolleven.

Missie, visie, kernwaarden en onderwijscontext

sla link op in klembord

Kopieer

Beleid voeren begint met het uitschrijven van een missie, visie en kernwaarden gesteund op de katholieke dialoogschool, en vertaalt zich uiteindelijk in het pedagogisch project van elke school.

Die missie, visie en kernwaarden verbinden de verschillende beleidsdomeinen. Een bestuur gebruikt de missie, visie en kernwaarden en de pedagogische projecten van al zijn scholen in de eerste plaats als maatstaf of criterium bij het nemen van beslissingen, alsook als baken voor het bepalen van prioriteiten. Tot slot hanteert het bestuur het als instrument om de schoolactiviteiten, de organisatiestructuur en de organisatiecultuur in de gewenste richting te sturen, te evalueren en te optimaliseren.

Het bestuur wordt voor de uitdaging geplaatst om binnen de bestaande regelgeving de beschikbare beleidsruimte zo goed mogelijk te benutten in de overtuiging dat een participatief model vanuit dialogaal gedeeld leiderschap aangewezen is.

Het bestuur is genoodzaakt om de bredere maatschappelijke onderwijscontext in acht te nemen bij het voeren van een beleid. De overheid en ook de eigen inspraakorganen sturen het beleid mee aan. Die aansturing kent de laatste jaren een sterke toename.

Middelen

sla link op in klembord

Kopieer

Het is van belang om bij het opzetten van een beleid in de nodige middelen en het nodige personeel te voorzien om dat beleid uit te voeren. De overheid stelt daarvoor werkingsmiddelen ter beschikking en subsidieert personeel en infrastructuurwerken, als voldaan werd aan de voorwaarden. Aanvullend kan het bestuur eigen verworven middelen inzetten en ook bijkomend niet-gesubsidieerd personeel aanwerven.

Globale beleidsvoering

sla link op in klembord

Kopieer

Om die omvattende opdracht hanteerbaar te maken, onderscheiden we in de globale beleidsvoering de volgende acht beleidsdomeinen:

  • identiteit en pastoraal
  • pedagogisch en didactisch beleid
  • personeelsbeleid
  • schoolorganisatie en -administratie
  • financieel en materieel beleid
  • welzijnsbeleid
  • inspraakbeleid
  • communicatiebeleid

 

Die beleidsdomeinen zijn evenwel niet strikt gescheiden te hanteren gezien de vele onderlinge raakpunten.

In het vorige hoofdstuk werden de bouwstenen voor kwaliteitsvol besturen behandeld. Twee cruciale kwaliteitsvragen stellen zich hier:

  • Doen wij de goede dingen? (wat-vraag)
  • Doen wij die dingen ook goed? (hoe-vraag)

In alle beleidsdomeinen kan het bestuur die vragen als leidraad nemen om een kwaliteitsvol en coherent beleid uit te bouwen.

De kerntaak van het bestuur is te voorzien in goed onderwijs, wat de uiteindelijke bestaansreden is. Doorheen het onderwijs streeft het bestuur brede vorming na. Het beleid kan dan ook niet losstaan van de visie op vorming.

Het bestuur heeft daarin een voorbeeldfunctie: wat het nastreeft bij zijn leerlingen, doet het ook zelf. De wegwijzers voor vorming zijn daarom niet alleen richtinggevend voor wat in de school gebeurt, maar ook voor het bestuurswerk. Zeker voor het pedagogisch en didactisch beleid, maar werkelijk in alle beleidsdomeinen. Voor alle aspecten van het beleid inspireren ze om de kwaliteitsvragen te beantwoorden.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio