In dit document vind je inspiratie voor een mogelijke opbouw van de leerplandoelen over het 5de en 6de jaar. Dit document vraagt wellicht wat bijkomende uitleg. Vraag dit aan je regionale begeleider.
LPD 17 Mensbeelden die leiden op opvoedingsvisies:
Het 1ste mensbeeld: kinderen komen ter wereld als een vat vol driften en impulsen, we moeten dat als opvoeders in goede banen leiden. We gaan moeten toezicht houden en controle uitoefenen om probleemgedrag te vermijden ... Dit sluit aan bij een klassieke opvoedingsvisie. Ook de 4 opvoedingsstijlen van M&M (1983) sluiten aan bij een klassieke opvoedingsvisie.
Het 2de mensbeeld: kinderen komen ter wereld als een onbeschreven blad, wiens ontwikkeling alle kanten uit kan. Het is aan de opvoeders om hen vanaf 0 alles aan te leren. Maar ook deze visie is niet houdbaar. Het experiment van Warnecken & Tomasello (2008) toont aan da kinderen niet onbeschreven ter wereld komen maar al bepaalde handelingen (bv. hulp bieden) stellen uit zichzelf.
Hierdoor was er nood aan een 3de mensbeeld en een hedendaagse opvoedingsvisie. Kinderen zijn van nature morele wezens gericht op het goede. Het is de rol van de opvoeders om die goedheid te voeden en in stand te houden. Binnen deze opvoedingsvisie zien we de opvoeders eerder als tuiniers die de kinderen boeiende activiteiten aanbieden om hen te stimuleren/voeden... Dit is een positievere kijk op opvoeden. De zelfdeterminatietheorie sluit ook mooi aan bij deze hedendaagse opvoedingsvisie.
LPD 32 Functies en vormen van kinderopvang
In deze onepager zie je de 3 vormen van kinderopvang staan: gezinsopvang, groepsopvang en buitenschoolse opvang.
De functies van gezinsopvang en groepsopvang vinden we terug in het decreet kinderopvang voor baby’s en peuters. De functies voor buitenschoolse opvang vinden we terug in het decreet voor buitenschoolse opvang en activiteiten (het boa-decreet). De functies zijn in alle 3 de vormen hetzelfde. Men heeft een pedagogische, economische en sociale functie. Dit wordt binnen de kinderopvang voor baby’s en peuters en de buitenschoolse opvang met iets andere woorden omschreven maar het komt op hetzelfde neer.
LPD 2 Kwaliteitslabel kleuteropvang
Op de onepager zie je de voorwaarden staan waaraan buitenschoolse opvang moet voldoen om het kwaliteitslabel kleuteropvang te behalen en behouden. Je ziet dit weergegeven in 5 thema’s, met telkens een aantal doelstellingen per thema. Zo zijn er voorwaarden op vlak van organisatorisch begeleid, toegankelijkheid, pedagogisch beleid, medewerkersbeleid en monitoring en evaluatie.
Men spreekt enkel van kwaliteitslabel kleuteropvang en niet van kwaliteitslabel opvang lagere schoolkinderen omdat kleuters een grotere behoefte hebben aan een ‘veilig nest’, zorg en begeleiding, dan kinderen in het lager onderwijs. Daarom is er het kwaliteitslabel voor kleuteropvang: dat geeft aan dat je een kwaliteitsbeleid voert. Je bepaalt zelf in de opvang hoe je aan die doelstellingen werkt, in dialoog met de kinderbegeleiders en de ouders.
Het is niet verplicht om een kwaliteitslabel aan te vragen maar er zijn wel enkele voordelen.
LPD 31 BOA samenwerking met verschillende actoren
Bij BOA is het de bedoeling om samen te werken met verschillende actoren: de school, de opvang, het gezin, het lokaal bestuur en mensen die hobby’s begeleiden (zie onepager samenwerkingsactoren). Ze staan samen rond het kind/de kinderen om voor hen kwaliteitsvolle kinderopvang te voorzien.