Vanaf dit schooljaar is het gebruik van smartphones op school aan banden gelegd. Hoewel er uitzonderingen mogelijk zijn, bijvoorbeeld voor niet-verbale leerlingen die communicatie-apps nodig hebben, zal deze maatregel toch een effect hebben op het gebruik van heel wat digitale tools in de les: snel nog een Kahoot spelen of een Quizlet-live opzetten lijkt verleden tijd. Natuurlijk beschikken heel wat leerlingen over een laptop, maar het opstarten van het toestel en het inloggen in de juiste app kan toch veel tijd in beslag nemen.
In dit nieuwsbericht bieden we een aantal alternatieven voor digitale interactie. Het doel blijft hetzelfde: alle leerlingen actief laten meedenken om zo de impact van het lesgeven te vergroten en als leraar zicht krijgen op de evolutie van de leerling binnen het leerproces. We zoeken interactieve werkvormen die eenvoudig te implementeren zijn en een meerwaarde vormen voor de les.
Bij deze werkvorm zegt de leraar korte zinnen en reageren de leerlingen door op te staan als dit op hen van toepassing is. Zo wordt er op een actieve manier vocabulaire en grammatica geoefend, zonder dat de leerlingen het gevoel hebben dat ze “drillen”.
De leraar kan bijvoorbeeld zeggen: “Stand up if you like pizza. Levez-vous si vous aimez les pizzas.” Alle leerlingen die pizza lekker vinden, staan recht en gaan daarna weer zitten. Vervolgens vat de leraar samen: “Ok, so seven students in this class like pizza. D’accord, donc sept élèves dans cette classe aiment les pizzas.”
Andere mogelijkheden zijn zinnen zoals “Stand up if you have a brother. Levez-vous si vous avez un frère. ” of “Stand up if you played football yesterday. Levez-vous si vous avez joué au foot hier.” Op die manier wordt de oefening snel en dynamisch, en de klas blijft in beweging. De leerlingen begrijpen de zinnen door actie en herhalen onbewust de woordenschat en grammatica.
Naarmate de activiteit vordert, kan de leraar de leerlingen zelf laten samenvatten of zelfs nieuwe zinnen laten bedenken, zodat de klasgenoten elkaar kunnen uitdagen. Dat verhoogt niet alleen de betrokkenheid, maar ook de creativiteit.
Naast de klassieke mini-whiteboards bestaan er tegenwoordig ook LCD-schrijftabletten: lichte, digitale bordjes waarop leerlingen met een pen kunnen schrijven en met één druk op de knop hun scherm weer leegmaken. De LCD-schrijftabletten combineren de vertrouwdheid van pen-en-papier met een vleugje technologie en zijn nog relatief nieuw in de klaspraktijk. Dit maakt ze niet alleen leuk en motiverend voor leerlingen, maar ook bijzonder efficiënt: geen viltstiften die uitdrogen, geen rommel, en toch datzelfde interactieve effect waarbij de hele klas tegelijk antwoorden zichtbaar kan maken.
Dit is een eenvoudige, maar erg interactieve manier om woordenschat uit de vorige les te herhalen. De leraar geeft een woord in het Nederlands, een beschrijving of een synoniem en een leerling mag spontaan naar het bord komen om het neer te schrijven. Zo verschijnen er geleidelijk een tiental woorden op het bord.
Daarna volgt een korte geheugenchallenge: de leerlingen krijgen even de tijd om de woorden te memoriseren, waarna de leraar ze wist. Vervolgens schrijft iedereen individueel de woorden op een blaadje - wie herinnert zich de meeste?
Deze opdracht combineert beweging, samenwerking en competitie, en is tegelijk een actieve manier om woordenschat te consolideren.
Tip: doe dit enkel in klassen waar je stevig in je schoenen staat of maak op voorhand duidelijke afspraken.
Met Plickers kan je snel en eenvoudig een quiz of peiling houden zonder dat leerlingen een smartphone nodig hebben. Elke leerling krijgt een uniek kaartje met een QR-code. Door het kaartje in een bepaalde richting omhoog te houden, kiezen ze hun antwoord (A, B, C of D). De leraar scant in één beweging alle antwoorden met de eigen smartphone of tablet, en ziet meteen wie het juiste antwoord gaf.
Het voelt voor de leerlingen alsof ze met technologie werken, maar zonder dat er toestellen of inloggen nodig zijn.
Plickers is dus een efficiënte manier om de hele klas tegelijk te activeren en directe feedback te krijgen op leerstof.
Het nadeel is dat deze app wel wat tijd vraagt om op te zetten: je moet klassen aanmaken, de kaartjes lamineren en de vragen opstellen, maar het geeft je als leraar wel heel veel info.
Dit is ondertussen een klassieker, we plaatsen deze werkvorm graag nog eens in de kijker. Het is een laagdrempelige manier om iedereen aan het woord te krijgen. Eerst denkt elke leerling even individueel na, daarna bespreekt hij/zij kort het antwoord met een buur, en vervolgens delen enkele duo’s hun idee in de klas.
Voorbeeld: de leraar vraagt “What do you usually eat for breakfast?” of nog “Parle de tes dernières vacances. Où es-tu allé(e)? Qu’est-ce que tu as fait?” Leerlingen noteren snel, delen met hun buur, en enkele duo’s vertellen hun antwoord. Zo oefent iedereen spreekvaardigheid in kleine stapjes.
Elke hoek van de klas staat voor een standpunt of antwoord. Leerlingen kiezen een hoek en gaan daar even kort in gesprek.
Voorbeeld: “Homework is useful: Agree – Disagree – Not sure – Need more information.” of “Les vacances d’été sont trop longues: d’accord - pas d’accord - pas sûr(e) - j’ai besoin de plus d’information.” Leerlingen kiezen hun hoek en geven samen één argument dat ze nadien in de klas delen. Dit stimuleert spreken en kritisch denken.
Laat de leerlingen zich in een rij opstellen volgens een schaal of antwoord. Zo zie je in één oogopslag de verdeling in de klas.
Voorbeeld: de leraar vraagt “How many hours did you study yesterday?” of “Combien d’heures as-tu passé sur ton portable hier?” Leerlingen vormen een lijn van 0 uur tot 5 uur of meer. Je ziet meteen het patroon in de groep.
Een stoel wordt vooraan geplaatst als “expertenstoel”. Leerlingen die denken het antwoord te weten, gaan er vrijwillig op zitten en beantwoorden de vraag. Zo ontstaat motivatie en gezonde spanning.
Voorbeeld: de leraar vraagt: “Name three irregular verbs in past tense.” of “Nomme 5 pays francophones” – de leerling in de stoel geeft antwoord.
Verdieping:
Als de leerling het antwoord goed heeft, mag hij/zij de volgende vraag bedenken voor de klas.
Je kunt ook meerdere leerlingen achter elkaar op de stoel laten plaatsnemen om samen een reeks antwoorden te geven (bv. opsommingsoefeningen: « Donnez chacun un fruit en français. »).
Dit werkt heel goed als opstarter (herhalen van basiswoorden of grammatica) of als afsluiter (samenvatting van de les).
Eén leerling zit met de rug naar het bord. De leraar schrijft een woord op het bord dat de rest van de klas kan zien. De klas omschrijft het woord zonder het zelf te zeggen en de leerling in de “hot seat” moet raden.
Voorbeeld: woord = elephant → klas zegt: “It’s big, grey, and has a trunk.”
woord = une boulangerie → klas zegt: “On y achète du pain et des croissants.”
Variatie/verdieping:
Gebruik verschillende thema’s: eten, dieren, beroepen, schoolvakken, kleding, etc.
Maak er een wedstrijdje van: welke leerling raadt het snelst?
Laat leerlingen zelf de woorden bedenken en op het bord schrijven (voor de volgende kandidaat).
Tip: je kunt leerlingen ook zinsstarters geven om te helpen bij het omschrijven, zoals:
De leraar neemt een rugzak mee met een aantal voorwerpen in, bijvoorbeeld rond het thema ‘holiday’. De leraar haalt één per één een voorwerp uit de rugzak en laat het de leerlingen benoemen. Om een grappige noot toe te voegen zou de leraar kunnen zeggen: I’m looking for my passport (showing sunglasses), is this my passport? De leerlingen reageren: no, those are your sunglasses. Na het het opnieuw opbergen van een een tiental voorwerpen, mogen leerlingen opnieuw zoveel mogelijk voorwerpen opsommen: wie vindt ze nog alle 10?
Schrijf één per één zinnen op (sommige correct, sommige fout). Groepjes krijgen “nepgeld” en bieden op de zinnen die ze correct vinden. Je speelt als leraar veilingmeester, de groep met het hoogste bod ‘wint’ de zin. Na de veiling controleert de leraar samen met de klas welke zinnen juist waren, per juiste zin krijgen leerlingen punten. Als leerlingen foute zinnen kochten, krijgen ze geen punten. Dit maakt grammatica speelser en strategischer.
Tip: Dit kan je bijvoorbeeld gebruiken om klassikaal feedback te geven op schrijftaken.
Tot slot: minder digitale middelen betekent niet minder interactie. Met enkele eenvoudige en creatieve werkvormen kunnen we leerlingen nog steeds actief betrekken, uitdagen én laten groeien in hun taalvaardigheid. De focus blijft liggen op doelgerichte communicatie, samenwerking en plezier in leren - precies waar modern talenonderwijs om draait.