Steeds meer scholen experimenteren met generatieve artificiële intelligentie (AI), zoals tekst-, beeld- of codegenererende tools. Deze technologieën bieden kansen voor het onderwijs, maar brengen ook aandachtspunten met zich mee op vlak van privacy, gebruiksvoorwaarden en toestemming. In dit bericht herinneren we ICT-coördinatoren aan enkele belangrijke aandachtspunten bij de inzet van generatieve AI in de klaspraktijk.
Voor sommige generatieve AI-tools is expliciete ouderlijke toestemming vereist. Dit komt voort uit de gebruikersvoorwaarden van deze tools, zeker wanneer ze gebruikt worden door leerlingen onder de 18 jaar. Het gaat hierbij vaak om toepassingen die gebruikersgegevens verwerken of bewaren, zoals bij prompt-gebaseerde systemen (bijv. tekstinvoer, accountgebruik, data-opslag). Scholen doen er goed aan dit vooraf helder te communiceren en eventueel te formaliseren via een toestemmingsformulier.
Voor andere AI-toepassingen (zoals adaptieve leertools, spellingscontrole of voorspellende systemen) is bijkomende toestemming doorgaans niet nodig, op voorwaarde dat:
Het gebruik van AI in scholen moet steeds conform zijn met de geldende privacywetgeving (GDPR). Scholen blijven verantwoordelijk voor de bescherming van persoonsgegevens, ook wanneer zij gebruikmaken van externe AI-tools. Let daarbij op volgende aspecten:
Een grondige risicoanalyse en gegevensbeschermingseffectbeoordeling (DPIA) zijn sterk aanbevolen bij het invoeren van nieuwe AI-toepassingen.
We adviseren om de leeftijdsgrens van 13 jaar te respecteren bij het gebruik van generatieve AI, in lijn met internationale richtlijnen zoals die van UNESCO. Daarnaast is de regelgeving in volle ontwikkeling. De Europese AI-verordening wordt de komende jaren gefaseerd ingevoerd. Scholen zullen zich stapsgewijs moeten aanpassen aan bijkomende verplichtingen.