Algemeen

In de fase van de verhoogde zorg voorzie je extra ondersteuning voor leerlingen voor wie de brede basiszorg niet (meer) of slechts gedeeltelijk volstaat om aan hun onderwijsbehoeften tegemoet te komen.

Overgaan naar fase 1 betekent niet dat je de maatregelen uit fase 0 overboord gooit. Die blijven gewoon gelden. Ook voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, stimuleer je de ontwikkeling van een positief zelfbeeld en creëer je een veilig pedagogisch klimaat, waar fouten kansen zijn om uit te leren. Een klasklimaat waarin anders-zijn als een meerwaarde wordt beschouwd, biedt kansen aan wie speciale aandacht vraagt.

In fase 0 organiseerde je een systematisch en samenhangend onderwijsaanbod. Dat houdt in dat het onderwijs doelgericht is en op maat van elke leerling. Je denkt na - waar het kan en aangewezen is samen met de leerlingen - over specifieke kansen om aan de persoons- en/of cultuurgebonden ontwikkeling te werken. Je stelt je de vraag wat de leerlingen op een bepaald moment nodig hebben om zich optimaal te ontwikkelen. Dat proces van prioritering duiden we binnen Zin in leren! Zin in leven! aan met het begrip focussen. Je stelt je daarbij drie kernvragen:

  • Wie zijn de leerlingen? Wat zijn hun opvoedings- en onderwijsbehoeften?
  • Wat biedt/vraagt de context?
  • In welke mate realiseren we het leerplan?

Daarmee wil je tegemoetkomen aan de onderwijsbehoeften van alle leerlingen. Als je merkt dat de ontwikkeling van bepaalde leerlingen toch niet verloopt zoals verwacht, zal je wellicht terugvallen op de drie kernvragen. Maar soms volstaat dat niet. De zoektocht naar de onderwijsbehoeften van de leerling en jouw ondersteuningsbehoeften, vraagt een andere aanpak. Doorheen zeven stappen kan de M-cirkel helpen om dat denkproces te structureren.

Je staat er niet alleen voor. Je stemt schoolintern af met de zorgcoördinator en met collega’s welke stappen je kunt zetten om het ontwikkelingsproces een stimulans te geven.

In het overleg komen twee vragen aan bod:

  • Wat zijn de onderwijsbehoeften van de leerling?
  • Welke ondersteuningsnoden heb je als leraar?

De M-cirkel biedt een houvast om een antwoord te vinden op beide vragen.

Soms is hij niet meer dan een geheugensteun om na te gaan of je niets over het hoofd zag, of er nog kansen voor het grijpen liggen. Andere keren is het niet zo eenvoudig om te achterhalen wat een leerling nodig heeft of welke ondersteuning jij wenst, en wil je de cirkel stapsgewijs doorlopen. Maar het is niet de bedoeling dat je het instrument als een keurslijf gebruikt of dat het voor administratieve planlast zorgt.

Als je iets noteert dan doe je dat omdat systematiek en transparantie de begeleiding van de leerling en de ondersteuning van de leraar ten goede komen. Het is nuttig dat elk lid van het schoolteam zich kan informeren over hoe je de betrokken leerling ondersteunt en dat de manier van werken en de afspraken voor iedereen duidelijk zijn. Je noteert alleen wat echt nodig is ('need to know, not nice to know').

Mogelijk zal je volgende conclusies en afspraken in een zorgplan willen noteren:

  • de onderwijsbehoeften van de leerling in relatie tot het doel waaraan je met de leerling werkt
  • de gekozen maatregelen
  • concrete afspraken: wie doet wat, wanneer, waar, op welke manier, tijdstip evaluatie …

Na een evaluatie kun je dit aanvullen met:

  • de effecten van de gekozen maatregelen. Wat werkte en waarom? Wat werkte niet en waarom?
  • de eventuele nieuwe maatregelen of mogelijke bijsturingen na evaluatie van de vorige.

Op die informatie kun je terugvallen om te bespreken welke stappen je nog kunt zetten en of uitbreiding van zorg (fase 2) nodig is.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio