Trauma heeft een grote impact.
Trauma refereert vooral aan de ervaring bij een overweldigende gebeurtenis, niet enkel aan de gebeurtenis zelf. Of iets als traumatiserend ervaren wordt, is dus erg persoonlijk en kan niet veralgemeend worden.
Kinderen en jongeren zoeken en vinden op dat moment overlevingsmechanismen, die soms (op langere termijn), schadelijk worden voor zowel de mensen rondom hen als voor het kind of de jongere zelf.
Bij trauma hebben we het over:
Omdat de gevoelens zo overweldigend zijn, worden ze niet toegelaten en kunnen ze niet geïntegreerd worden. Er moet als het ware iets van binnen gebeuren om (emotioneel) te kunnen overleven.
De traumatische ervaring zit niet (alleen) in de gebeurtenis maar vooral in hoe de kinderen of jongeren de gebeurtenis psychisch en fysiek kunnen verwerken.
Op het moment van de ingrijpende ervaring, komen er vaak intense fysieke reacties bij kijken (bijvoorbeeld hartkloppingen, versnelde ademhaling, trillen, duizeligheid, of verlies van controle over blaas of darmen).
Traumareacties worden opgeslagen in het ‘reptielenbrein’, herinneringen eraan probeert men vaak te vermijden en te verdringen om staande te kunnen blijven. Het lichaam slaat trauma echter op, en herinnert zich alles.
The body remembers what the conscious mind chooses to forget.
Vaak manifesteren zich (later) lichamelijke klachten als gevolg hiervan (hyperventilatie, overgevoeligheid, angstaanvallen, migraine, nachtmerries, spijsverteringsklachten, slikangst, rug – en/of schouderpijn, dwangmatig gedrag, soms tijdelijke uitval van gebruik van (alle/sommige) ledematen, in extremis: vegetatieve toestand …).
Bij kinderen en jongeren ontstaan bovendien vaak negatieve kernovertuigingen over zichzelf.
We onderscheiden vier domeinen waarbij een jeugdtrauma mogelijk is:
Daarnaast zijn er nog negatieve levensgebeurtenissen, zoals het overlijden van ouders, broer of zus, of een andere belangrijke hechtingsfiguur, echtscheiding, uithuisplaatsing, familie in gevangenis …
Niet-okéë gebeurtenissen zijn medische handelingen, verhuizing, uitsluiting, tijdelijk gescheiden van ouders enzovoort.
Niet alle schokkende gebeurtenissen leiden weliswaar tot trauma. Bepaalde factoren vergroten het risico, zoals:
We onderscheiden bovendien verschillende types trauma:
Wanneer we ons in een situatie van hoge stress bevinden, houden we dat niet lang vol. Stresshormonen zorgen dan voor een te hoog druk-, spannings- en energieniveau. Ons hart en andere vitale systemen, kunnen dat hormonenniveau niet heel lang volhouden, waardoor we zouden sterven. Dat laat ons systeem niet gebeuren. Ons lichaam en onze geest hebben hiervoor een ingenieuze, ultieme oplossing voor: lichamelijke overgave: verstarring (freeze) en splitsing van de psyche (fragment).
Wanneer we beseffen dat we hulpeloos zijn in de situatie, is de enige levensreddende actie een soort van acute ’demobilisatie’ van ons systeem. Onderstaande grafiek brengt dit proces in beeld: De sterretjes op de horizontale as staan voor gevaar, enige actie helpt echter niet.
Bron: Coachen waar het pijn doet, begeleiden naar heelheid bij trauma. Ien G.M. van der Pol, Uitgevrij BOOM, 2019.
Bij een traumareactie wordt de lichamelijke en psychische stresservaring onderbroken en afgesplitst. Het lijkt of lichaam en geest gescheiden worden. Alle energie gaat nu enkel nog naar de vitale organen en niet meer deels naar de geest: onze handen en voeten worden koud, we voelen niets meer en kunnen ons nadien weinig herinneren.
De stress blijft wel in het lichaam en wordt daar opgeslagen (zie de stippellijn die voortloopt).
Een traumareactie kan ook meerdere jaren in beslag nemen: wanneer je gedwongen bent om vol te houden (chronische stress), omdat je geen kant op kunt en je steeds opnieuw wordt blootgesteld aan hoge dosis ongezonde stress.
In die gevallen is er als het ware een moment waarop het lichaam beslist dat er een moment van splitsing, een traumamoment, komt omdat het nodig is. Je verliest ook daar een deel van jezelf.
Verschillende heftige ervaringen kunnen aan de basis liggen van een trauma.. Een ingrijpende verlieservaring is er één van. Een verlieservaring is pijnlijk en brengt normaal gezien een rouwproces op gang dat elke persoon op een unieke manier invult.
Een traumatische ervaring leidt eerder tot gestolde rouw: door de traumareactie van het lichaam kunnen de emoties niet doorstromen en zijn ze als het ware bevroren.
In onderstaande tabel zie je wat hoort bij een ‘normaal’ rouwproces en welke reacties een traumatische ervaring onthullen.
Rouw Trauma Algemene reactie: verdriet
Het is een normale reactie bij verlies.
De pijn is de erkenning van het verlies.Algemene reactie: afschuw en schok
Het roept overweldigende hulpeloosheid, verloren veiligheid en een enorm gevoel van verlies op. Verdriet na een verlies is bekend. Delen met anderen is makkelijker. Traumareacties zijn minder bekend. Vaak lijden mensen in stilte. Praten kan opluchten. Erover praten is vaak onmogelijk. Pijn en verdriet hebben te maken hechting, de liefde, de band. Pijn en verdriet zijn gerelateerd aan de afschuwelijke gebeurtenis. Het zelfbeeld of zelfvertrouwen wordt doorgaans minder beschadigd. Kan een aanval op of een vervorming van het zelfbeeld en zelfvertrouwen betekenen. Dromen over wat was en wat/wie verloren is. Dromen vaak in vorm van nachtmerries, met zichzelf als (potentieel) slachtoffer. Mogelijk herbeleving in dromen. Rouw gaat gepaard met verdriet, boosheid, maar niet met traumareacties. Trauma gaat naast verdriet gepaard met schrikreacties, flashbacks, hyperalertheid, vermijding, verdoving, woede, slaapproblemen … Meer vanuit het limbisch systeem (en de neo-cortex) dus emotie-gericht. Aangestuurd door de primitieve hersenstructuren: lichaamssensaties, overprikkeld zenuwstelsel. Emoties nemen na verloop van tijd af (hoewel met name bij kinderen de emoties na verloop van tijd kunnen boven komen). Als trauma niet verwerkt wordt, kunnen traumasymptomen in de loop van de tijd verergeren en leiden tot PTSS en /of gezondheidsklachten.
Bron: William Steele & Melvyn Raider (2000), aangepast door Peter Levine & Maggie Kline (2008) en Gwen Timmer & Riet Fiddelaers- Jaspers (2015). Bovenstaande is een verkorte versie, bewerkt door Riet Fiddelaers-Jaspers (2016).
Wil je graag meer weten over hoe een rouwproces verloopt en hoe je hier sensitief mee kunt omgaan? Dan kun je aansluiten bij een nascholing of een begeleidingstraject aanvragen. Zie ook Verlies en rouw voor info over wat te doen als je in je school met verdriet en rouw te maken krijgt.
Wanneer we inzoomen op het gedrag bij kinderen en jongeren, komen volgende posttraumatische reacties vooral in beeld:
Naast al deze stressreacties, kunnen we vaak zien dat kinderen en jongeren ook terugvallen op gedrag dat past bij een jongere leeftijd (regressie).