Eén volwassene kan het verschil maken.
Bij herstel van trauma, speelt veerkracht een belangrijke rol. Veerkracht is het vermogen om te herstellen van traumatische gebeurtenissen. Veerkrachtige kinderen zien zichzelf als veilig, capabel en geliefd.
De aanleg van een kind bepaalt de beginpositie van het kantelpunt van de weegschaal (Zorgen voor getraumatiseerde kinderen: een training voor opvoeders, Leony Coppens en Carina van Kregten, 2018). Het kantelpunt kan zich bij het ene kind wat meer links en bij het andere wat meer rechts van het midden bevinden. Afhankelijk van die beginpositie hebben positieve of negatieve ervaringen een groter effect op de ontwikkeling van kinderen. Is het kind in staat optimaal te profiteren van positieve ervaringen of hebben negatieve ervaringen een grotere impact?
Gelukkig is veerkracht dynamisch en is de positie van het kantelpunt te beïnvloeden. Als kinderen stabiele relaties kunnen ontwikkelen met betrokken volwassenen die hen leren omgaan met stress, kan het kantelpunt een stukje opschuiven in de richting van de positieve ervaringen. De weegschaal raakt minder snel uit balans bij stressvolle gebeurtenissen. Zo wordt de veerkracht vergroot.
Factoren die de veerkracht van een kind of jongere kunnen vergroten:
In die zin kan een verblijf in een warm onderwijsinternaat met betrokken en liefdevolle deskundige opvoeders een helende ervaring worden voor een kind of jongere. Niet zozeer omdat er therapie wordt gegeven, maar omdat deze ‘normale’ inspanningen therapeutische effecten hebben.
Er zijn nog vele andere manieren om de veerkracht van het kind te vergroten. Wil je graag meer weten hierover, dan kan een nascholing of begeleidingstraject helpen. Aarzel niet contact op te nemen. Samen met jou kijken we wat mogelijk en zinvol kan zijn.
Een trigger vormt een associatie tussen een zintuigelijke prikkel en een traumatische herinnering.. Gedurende een traumatische gebeurtenis wordt alles wat daarmee verband houdt (zoals beelden, geuren, gevoelens, smaken, geluiden, mensen, plaatsen, kleuren, structuren, woorden en emoties) door de hersenen van het kind in verband gebracht met de traumatische gebeurtenis. Het kind hoeft zich niet bewust te zijn van de verbanden.
Voorbeeld: een man wordt systematisch misselijk van de geur van appelsienen, en ontdekt jaren later dat hij als baby te vondeling was gelegd in een appelsienenkistje.
Wanneer een kind of jongere getriggerd wordt dan schiet het overlevingsmechanisme opnieuw in actie: je kunt dus een hevige reactie zien die niet nodig of buitenproportioneel is voor de huidige situatie.
Het kind of de jongere reageert nu instinctief op het vroegere gevaar en/of pijn door de onbewuste associatie.
Belangrijk als opvoeder is om de (te hevige) reactie van het kind of de jongere door een traumabril te kunnen observeren en ze niet persoonlijk te nemen. Ga er niet zomaar van uit dat het gedrag dat je ziet, rebellie is.
Jij treedt op als co-regulator en brengt het kind terug naar de huidige realiteit, door voor het kind/de jongere de link te leggen en het ook gerust te stellen.
In plaats van een time-out, zoek je beter naar mogelijkheden om een time-in te installeren: zoek een rustige plek en blijf nabij: Stel het kind gerust en verzeker de veiligheid. Erken de gevoelens van het kind of de jongere en benoem ze. Erken ook de validiteit van de reacties, gezien de ervaringen van het verleden. Sta grensoverschrijdend gedrag evenwel niet toe: benoem wat niet oké is: “Slaan kan echt niet.” Isoleer het kind/of jongere niet meteen want dat kan een bijkomende trigger zijn.
Stel eerder de vraag: “Wat gebeurt er?” in plaats van “Waarom doe je zo?” Luister actief en empathisch.
Op rustige momenten kun je samen met het kind kijken wat kan helpen om terug kalm te worden. Gebruik strategieën die jullie samen hebben afgesproken en die haalbaar zijn in jouw context.
Verzeker het kind/de jongere van zijn/haar waarde en potentieel.
Help het kind/de jongere het verband tussen zijn/haar reactie en de ervaring uit het verleden te herkennen
Leer het kind/ de jongere inzien dat er nog andere opties zijn als hij/zij geconfronteerd wordt met een trigger. Ga samen op zoek., Ondersteun de jongere hierbij en wees geduldig, patronen verander je niet op 1-2-3.
Help, zet het kind aan de eventuele schade te herstellen (ook de relaties, naast eventuele andere schade).