'Ik kan al tot 1000!' In het derde leerjaar is het de trots van elke leerling. Bij juf Debbie van basisschool De Wegwijzer in Antwerpen ervaren ze hoeveel 1000 wel is.
Net zoals een kleuter van 3 jaar trots verklaart dat hij al tot 10 kan tellen, kunnen heel wat leerlingen van het derde leerjaar op 1 september al tot 1000 tellen. Met sprongen van 100. Dat is al heel wat.
Iedereen die wat wiskunde-wijs is, weet dat elk tellen begint met het ‘versje’ van de getallen. Elke wiskunde-wijze leerkracht weet dat er veel meer moet gebeuren om dat ‘versje’ te versterken tot echt getalbegrip. Zo ook juf Debbie. Om die vele getallen tot 1000 met al haar leerlingen goed in de vingers te krijgen, gaat ze aan de slag met duizenden telmaterialen.
Voor elke leerling heeft ze een doos paperclips. Dan gaan ze van start. 1000 paperclips aan elkaar. ‘Hoeveel heb jij er al?’ Elk tiental, elk honderdtal krijgt aandacht. De leerlingen tellen en rijgen er op los. Er wordt geteld. Er wordt samengelegd. Er wordt afgeklopt op 1000. Ze hebben 1000 in de vingers gehad. Zo leren ze de hoeveelheid van 1000 vatten, begrijpen, inzien.
De 1000-tallen krijgen een plekje aan de muur naast het bord. ‘Dat is mijn 1000!’. De leerlingen zijn er trots op. Juf Debbie maakt er het hele jaar nog gebruik van. Ze verwijst ernaar. De leerlingen kijken er tijdens hun rekenwerk naar.
Nog voor juf Debbie weet had van de zeven didactische sleutels, bracht ze ‘Wiskundig denken is wiskunde doen’ al in de praktijk.
Voor elke juf/meester die straks een nieuwe sprong in het tellen maakt: waag je het erop?
Surf naar Aan de slag met wiskunde (Aan de slag met wiskunde (katholiekonderwijs.vlaanderen)