Een krachtige leeromgeving begint bij een sterke klaswerking: daar zetten leraren dagelijks op in. De leraar doet ertoe: dat blijkt niet alleen uit onderzoek, maar wordt ook elke dag bevestigd in de klaspraktijk. Maar wat kenmerkt sterk klasmanagement precies? Deze vraag vormt de basis voor doordachte en effectieve klasorganisatie. Op deze pagina lees je meer over de relatie tussen sterk klasmanagement en wetenschappelijke inzichten, hoe het bijdraagt aan een krachtige leeromgeving en hoe je hierin ondersteund kan worden.
Uit de internationale TALIS-2018-studie blijkt dat leraren steeds meer problemen ervaren met ordehandhaving. Een uitdaging die steeds groter wordt, ook in het Vlaamse onderwijs. Uit onderzoek van Marzano & Pickering (2003) weten we dat klasmanagement één van de sterkste voorspellers is voor leerwinst omdat het zorgt voor meer effectieve onderwijstijd, hogere betrokkenheid en betere relaties tussen leraar en leerling. Sterk klasmanagement is dus één van de basisvoorwaarden voor kwaliteitsvol onderwijs.
Sterk klasmanagement biedt kansen om vanuit een christelijke inspiratie te werken aan een gezamenlijke verantwoordelijkheid om alle leerlingen mee op stap te nemen in een kwaliteitsvol zorgbreed en kansenrijk onderwijs. Het is bijgevolg een opdracht van de hele school en elke leraar.
In de kern verwijst sterk klasmanagement naar het creëren van een krachtige leeromgeving waar oog is voor orde, structuur en begrenzing die zowel het lesgeven en het maximaal leren van al onze leerlingen mogelijk maakt: een omgeving waarin elke leerling zich cognitief, sociaal én emotioneel kan ontwikkelen.
Samengevat bestaat sterk klasmanagement uit een combinatie van preventieve, remediërende en curatieve maatregelen op school- en klasniveau die bijdragen aan goed onderwijs.
Sterk klasmanagement omvat heel wat aspecten. Het raamwerk 'van grenzen stellen tot verbinden' waarin er 9 bouwstenen worden onderscheiden, helpt ons om sterk klasmanagement waar te maken in scholen en klassen.

Het raamwerk is theoretisch onderbouwd vanuit de psychologische en pedagogische wetenschappen. Het houdt rekening met hoe je gedrag leert, met motivatietheorieën, met de invloed van groepsdynamiek en met de ontwikkelingsfase van kinderen en jongeren.
Bron: Struyf, E., De Neve, D., Leroy, A., & Vets, S. (2025). Effectief klasmanagement en een veilig klasklimaat dat leren ondersteunt: Van grenzen stellen tot verbinden (inspiratiegids). Universiteit Antwerpen en KdG Hogeschool.
Gedragstheorieën geven ons inzicht in hoe je gedrag kan aanleren en/of laten uitdoven.
Deze leren ons meer over waarom leerlingen taakgericht gedrag vertonen of net niet.
Theorieën en praktijkervaring rond groepsdynamiek en interpersoonlijk gedrag maken duidelijk hoe klasmanagement zich afspeelt in de interpersoonlijke relaties tussen leerlingen en leraren. Elke beslissing die de leraar in de klas neemt, heeft een effect op het gedrag van de leerlingen.
Leerlingen zoeken veiligheid en duidelijkheid. Zet in op kennismaking, groepsverbindende activiteiten en het aanleren en oefenen van regels en routines. Deze eerste weken worden ook wel de Gouden Weken genoemd.
Leerlingen tasten grenzen af en zoeken hun rol in de groep. De leraar moet de regie nemen, duidelijk en consequent optreden en tegelijk betrokkenheid tonen. Let op groepsrollen (leider, grappenmaker, buitenstaander) en stuur deze bewust.
Regels en routines worden de norm. Sociale omgangsvormen worden vastgelegd. De leraar bepaalt de klascultuur.
De groep functioneert zelfstandig en efficiënt. Er is ruimte voor leerlinginbreng en verdieping van het leerproces.
Reflectie op het voorbije schooljaar. Aandacht voor afronding en overgang naar een volgende fase.
Tot slot vraagt sterk klasmanagement een andere aanpak naargelang de ontwikkelingsfase waarin de leerling zich bevindt. Niet elk kind echter ontwikkelt zich volgens kalenderleeftijd in zijn totaliteit en dan is het belangrijk is om indien nodig terug te grijpen naar andere strategieën. Daarom kunnen we de ontwikkelingsfasen niet reduceren tot leeftijdscategorieën. Afstemming op de individuele ontwikkelingsbehoeften en mogelijkheden blijft belangrijk.