Dankzij het ‘EVC-decreet’ (2019) kunnen mensen — ook zonder het volgen van een voorafgaandelijke opleiding — een beroepskwalificatie of deelkwalificatie behalen. Mensen leren immers niet alleen op de schoolbanken, maar verwerven ook competenties bij het uitoefenen van hun job of vrijwilligerswerk, hun hobby’s of door zelfstudie. Ongeacht de context waar ze verworven zijn, kunnen die competenties voortaan ook gevalideerd én gecertificeerd worden door elk centrum voor volwassenonderwijs dat zich laat erkennen als EVC-testcentrum.
De centra dienen daarvoor onder andere een goedgekeurd instrument te gebruiken. We zetten alles nog eens op een rijtje op onze themapagina EVC-procedure.
Ook hier bestaat de procedure uit drie stappen:
Stap 1: keuze van het referentiekader
Het referentiekader voor het EVC-instrument (de assessments, de testen) is – net zoals voor de overeenkomstige beroepsgerichte opleiding – de erkende beroepskwalificatie.
Stap 2: opstellen van EVC-standaard
De EVC-standaard geeft aan welke methodes aangewezen zijn om de competenties uit de beroepskwalificaties te beoordelen. De EVC-standaard bepaalt ook de randvoorwaarden voor een kwaliteitsvolle beoordeling.
Stap 3: uitwerken van het EVC-assessmentinstrument
Het EVC-instrument is de concrete uitwerking en gedetailleerde beschrijving van de wijze waarop de competenties van een kandidaat zullen beoordeeld worden (bijvoorbeeld een praktijkproef of een criteriumgericht interview ...)