Referentiekaders voor de curricula

Drie stappen

sla link op in klembord

Kopieer

In de totstandkoming van de curricula in het SVWO onderscheiden we drie stappen:

Het proces begint bij de keuze van een maatschappelijk erkend referentiekader. Vervolgens en op basis van het gekozen referentiekader, worden opleidingsprofielen ontwikkeld. Het opleidingsprofiel bevat de basiscompetenties van de opleiding, geclusterd in modules. Ten slotte wordt in een derde stap een leerplan uitgewerkt op basis van het opleidingsprofiel, waarin de basiscompetenties worden geconcretiseerd en aangevuld met pedagogisch-didactische wenken.
Meer informatie vind je op onze themapagina opleidingsprofielen en leerplannen

Drie soorten opleidingen

sla link op in klembord

Kopieer

Het opleidingsaanbod van de CVO’s behelst een 350-tal opleidingen, gespreid over een 50-tal studiegebieden.
We onderscheiden drie ‘soorten’ opleidingen:

  • beroepsopleidingen (bijvoorbeeld meubelmaker, bakker, medisch administratief assistent, kapper, kinderbegeleider, zorgkundige …);
  • algemene opleidingen (bijvoorbeeld Frans, Engels, Nederlands tweede taal, ICTopleidingen);
  • tweedekansonderwijs (bijvoorbeeld Aanvullende algemene vorming).

Welke referentiekaders?

sla link op in klembord

Kopieer

Het proces van curriculumontwikkeling begint dus bij de keuze van een maatschappelijk erkend referentiekader. Die keuze gebeurt niet arbitrair.

Beroepsgerichte opleidingen

sla link op in klembord

Kopieer

Voor een beroepsgerichte opleiding geldt de door de Vlaamse Regering erkende beroepskwalificatie als enig referentiekader.
Met de uitrol van de Vlaamse kwalificatiestructuur (2009) wordt in het beroepenveld éénduidigheid gecreëerd op het vlak van beroepscompetenties, en staan alle aanbieders van beroepsgerichte opleidingen, zowel binnen het onderwijs als daarbuiten, voor de opdracht hun aanbod optimaal af te stemmen op deze  beroepskwalificaties. Zo willen ze leerlingen en cursisten zo goed mogelijk voorbereiden op de competenties die de arbeidsmarkt vooropstelt.
Door van hetzelfde referentiekader te vertrekken, ontstaat er tussen het beroepsgerichte aanbod van de diverse onderwijs- en opleidingsverstrekkers ook een grotere gelijkgerichtheid.
Alle erkende beroepskwalificaties vind je in de ‘kwalificatiedatabank’ van de Vlaamse Overheid.

Met de uitrol van de Vlaamse kwalificatiestructuur (2009) wordt in het beroepenveld éénduidigheid gecreëerd op het vlak van beroepscompetenties, en staan alle aanbieders van beroepsgerichte opleidingen, zowel binnen het onderwijs als daarbuiten, voor de opdracht hun aanbod optimaal af te stemmen op deze  beroepskwalificaties. Zo willen ze leerlingen en cursisten zo goed mogelijk voorbereiden op de competenties die de arbeidsmarkt vooropstelt.

Door van hetzelfde referentiekader te vertrekken, ontstaat er tussen het beroepsgerichte aanbod van de diverse onderwijs- en opleidingsverstrekkers ook een grotere gelijkgerichtheid.

Alle erkende beroepskwalificaties vind je in de ‘kwalificatiedatabank’ van de Vlaamse Overheid.

Algemene opleidingen

sla link op in klembord

Kopieer

De algemene opleidingen vertrekken van andere, ‘algemeen aanvaarde’ referentiekaders. De onderwijsverstrekkers en de onderwijsoverheid bepalen in samenspraak de keuze van het referentiekader.. Waar mogelijk, beroepen zij zich bij voorkeur op Europese kaders.

Voorbeelden (downloads):

Digital competence framework for citizens (Europese Commissie)
- Referentiekader voor de algemene ICT-opleidingen

Common European Framework of Reference for Languages (CEFR) (Raad van Europa)
- Referentiekader voor de opleidingen moderne vreemde talen en NT2

EntreComp: The Entrepreneurship Competence Framework (EU, 2018)
- Referentiekader voor de opleiding Ondernemerschap

Voor de huishoudelijke opleidingen (huishoudelijk koken, naaien, inrichten van de woning …) worden de aanverwante erkende beroepskwalificaties als inspiratiebron gebruikt en ‘hertaald’ naar het niveau en de context van huishoudelijke toepassingen.

Tweedekansonderwijs

sla link op in klembord

Kopieer

Voor de opleidingen van het zogenaamde ‘tweedekansonderwijs’ gelden de eindtermen secundair onderwijs.
De term ‘tweedekansonderwijs’ verwijst naar de mogelijkheid om na het verlaten van het leerplichtonderwijs alsnog een volwaardig diploma secundair onderwijs te behalen.

De term ‘tweedekansonderwijs’ verwijst naar de mogelijkheid om na het verlaten van het leerplichtonderwijs alsnog een volwaardig diploma secundair onderwijs te behalen.

Met uitzondering van de aso-opleidingen (algemeen secundair onderwijs), is in het volwassenenonderwijs alleen mét ‘Aanvullende algemene vorming’ een diploma secundair onderwijs mogelijk. In dat geval moetde cursist zowel voor Aanvullende algemene vorming als voor een diplomagerichte (beroeps- of algemene) opleiding slagen.

  • Voor de aso-opleidingen gelden de tot op vandaag vigerende eindtermen van de overeenkomstige aso-studierichtingen van het leerplichtonderwijs.
  • Voor de opleiding Aanvullende algemene vorming gelden de tot op vandaag vigerende eindtermen basisvorming (bso) van het leerplichtonderwijs. Dit omwille van de beoogde gelijkwaardigheid van het diploma secundair onderwijs in het volwassenenonderwijs met het diploma so uitgereikt in het leerplichtonderwijs.

Wanneer in het leerplichtonderwijs de gemoderniseerde eindtermen van kracht worden (timing), zullen die voor het tweedekansonderwijs het nieuwe referentiekader vormen Op basis daarvan zullen de opleidingsprofielen en de leerplannen van het volwassenenonderwijs herwerkt worden.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio