EVC-procedure

EVC = Erkenning van Verworven Competenties

sla link op in klembord

Kopieer

Op 26 april 2019 werd het decreet betreffende een geïntegreerd beleid voor de erkenning van verworven competenties definitief goedgekeurd, kortweg het ‘EVC-decreet’ genoemd (B.S. 3 juni 2019).

Het ‘EVC-decreet’ maakt het mogelijk dat mensen — ook zonder het volgen van een voorafgaandelijke opleiding — een beroepskwalificatie of deelkwalificatie kunnen behalen. Mensen leren immers niet alleen op de schoolbanken, maar verwerven ook competenties bij het uitoefenen van hun job of vrijwilligerswerk, hun hobby’s of door zelfstudie. Ongeacht de context waar ze verworven zijn, kunnen die competenties voortaan ook gevalideerd én gecertificeerd worden.

EVC-testcentra staan in voor de beoordeling van die competenties. Ook de CVO’s kunnen, als zij dit willen, als EVC-testcentrum fungeren voor de opleidingen waarvoor zij over de onderwijsbevoegdheid beschikken. Er zijn al een tiental kwalificaties waarvoor een EVC-procedure mogelijk is.

De tijdens een EVC-assessment aangetoonde competenties worden ook gecertificeerd. Kandidaten die met succes een EVC-traject doorlopen bekomen, al naargelang het resultaat van de beoordeling:

  • een bewijs van beroepskwalificatie
  • een bewijs van deelkwalificatie
  • een bewijs van competenties

EVC en vrijstellingenbeleid

sla link op in klembord

Kopieer

Het feit dat een EVC-testcentrum de verworven competenties die tijdens het EVC-assessment worden aangetoond, ook effectief certificeert, vormt een fundamenteel verschil ten opzichte van de hoger beschreven vrijstellingsprocedure.

Dit heeft ook tot gevolg dat tijdens de EVC-proeven exhaustief alle competenties van de desbetreffende beroepskwalificatie moeten kunnen beoordeeld worden.

Ondersteuning bij het uitwerken van EVC-instrumenten

sla link op in klembord

Kopieer

Krachtens het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs heeft het samenwerkingsverband van de pedagogische begeleidingsdiensten en Vocvo de opdracht de ontwikkeling van instrumenten en procedures voor de erkenning van al verworven competenties te coördineren en te ondersteunen.

Hierbij is het de bedoeling om de expertise te bundelen bij het ontwikkelen van valide EVC-instrumenten, zodat niet elk CVO of elke leraar individueel EVC-proeven hoeft op te stellen.

Wat na het EVC-assessment?

sla link op in klembord

Kopieer

Volledig doorlopen

sla link op in klembord

Kopieer

Een kandidaat die na het doorlopen van een EVC-traject het bewijs van beroepskwalificatie (of deelkwalificatie) heeft behaald, kan zich hiermee aanbieden op de arbeidsmarkt (of andere segmenten van het maatschappelijk leven).

Het bewijs van beroepskwalificatie (of deelkwalificatie) heeft in principe dezelfde waarde en hetzelfde civiel effect als de corresponderende studiebewijzen die in het onderwijs worden uitgereikt.

Gedeeltelijk doorlopen

sla link op in klembord

Kopieer

Een kandidaat die slechts met gedeeltelijk succes het EVC-traject doorlopen heeft en een bewijs van competenties heeft behaald, kan zelf beslissen of hij al dan niet nog bijkomende opleiding volgt om via die weg de nog ontbrekende competenties te verwerven.

Indien hij zich met dat competentiebewijs bij een CVO aanbiedt, zal het CVO beoordelen voor welke opleidingsonderdelen (modules) de kandidaat-cursist een vrijstelling kan bekomen en welke modules nog gevolgd moeten worden om het bewijs van beroepskwalificatie (= het certificaat van de opleiding) of het bewijs van deelkwalificatie te behalen.

Er zal niet noodzakelijk een één-op-één relatie zijn tussen competentiebewijs en modules.

De CVO’s engageren zich ertoe dat een EVC-kandidaat in elk CVO dat de betrokken opleiding aanbiedt een vrijstelling zal krijgen voor de module(s) waarvan alle competenties door middel van één van de hierboven vermelde EVC-bewijzen werden erkend.

Het al dan niet toekennen van vrijstellingen op basis van een onvolledige competentielijst blijft echter altijd de autonome bevoegdheid van elk CVO.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio