Wat?

Hoe definieert de wetgever psychosociale risico's?

Definitie

De wetgever definieert psychosociale risico's op het werk als ‘de kans dat één of meerdere werknemers psychische schade ondervinden, die al dan niet kan gepaard gaan met lichamelijke schade, ten gevolge van een blootstelling aan de elementen van de arbeidsorganisatie, de arbeidsinhoud, de arbeidsvoorwaarden, de arbeidsomstandigheden en de interpersoonlijke relaties op het werk, waarop de werkgever een impact heeft en die objectief een gevaar inhouden’. 

De wetgever specificeert dat je maar kunt spreken over een psychosociaal risico op het werk als de situatie objectief gezien een risico inhoudt. Dat betekent concreet dat dezelfde situatie tot psychische schade zou kunnen leiden bij de gemiddelde werknemer. De subjectieve ervaring van een individuele werknemer is dus niet doorslaggevend.

De meest bekende tekenen en uitingen van psychosociale risico's zijn:

  • stress
  • burn-out
  • conflicten verbonden aan het werk
  • geweld
  • pesterijen
  • ongewenst seksueel gedrag

Bij werknemers die ermee geconfronteerd worden, kunnen ze leiden tot:

  • slaapproblemen
  • verhoogde bloeddruk
  • angsten
  • depressie
  • zelfmoordgedachten

Niet alleen je werknemer lijdt er onder. Ook jij als werkgever zal er negatieve gevolgen van ondervinden. Wat met de sfeer op de werkvloer? En wat met de kosten die het toegenomen absenteïsme met zich meebrengen? De risico’s tijdig identificeren en de nodige en gepaste maatregelen nemen, is dus uiterst belangrijk.

Oorzaken

sla link op in klembord

Kopieer

Het is niet eenvoudig voor jou als werkgever om de oorzaken van psychosociale risico’s te achterhalen. Meestal spelen meerdere factoren en situeren ze zich op verschillende niveaus. De overheid spreekt over de 5 A’s

  • De arbeidsorganisatie: de organisatiestructuur (horizontaal – verticaal), de wijze waarop de taken zijn verdeeld, de werkprocedures, de managementstijl en het algemeen beleid in de onderneming. 
  • De arbeidsinhoud of de aard van de taken van de werknemer: de complexiteit en de variatie van de taken, de duidelijkheid van de taken en de emotionele, mentale en lichamelijke belasting. 
  • De arbeidsvoorwaarden: de aard van de arbeidsovereenkomst, de regeling van de arbeidstijd, de opleidingsmogelijkheden, het loopbaanbeheer en de evaluatieprocedures. 
  • De arbeidsomstandigheden of de fysieke werkomgeving: de inrichting van de arbeidsplaatsen, de arbeidsmiddelen, het lawaai, de verlichting, de gebruikte stoffen en de werkhoudingen. 
  • De arbeidsverhoudingen of de intermenselijke relaties: de interne relaties tussen de werknemers, met de directe leidinggevende of met de hiërarchische lijn (ook relaties met derden), de mogelijkheden tot contacten, de communicatiecultuur … 

×
Kijkt als...
Niveau
Regio