Er was nu wel een verwijzing naar de nieuwe VRT-tv-reeks “Gewoon buitengewoon” en Koen Pelleriaux van het GO! had in De Tijd opgeroepen om de groei van het buitengewoon onderwijs te stoppen, maar het was te verwachten dat dit aflevering zoveel zou worden in de reeks “Buitengewoon onderwijs, inclusief onderwijs, Leersteundecreet”. Gemakshalve verwijs ik hier alleen naar de meest recente vorige afleveringen (17 januari 2024 en 28 februari 2024), als ik tenminste de verwante hoorzitting/gedachtewisseling over het leerlingenvervoer in het buitengewoon onderwijs even niet meereken.
Steve Vandenberghe was erg te spreken over de genoemde tv-reeks, maar, -- hoe kon het ook anders, gelet op het voorliggende thema? --, ook over die tv-reeks bestonden nog ándere meningen. Gewoon ter illustratie: De Morgen, De Standaard (voor abonnees) en GRIP. In zijn vragen polste Vandenberghe naar grotere ingrepen in het huidige buitengewoon onderwijs, naast het wetenschappelijk onderzoek waarover de minister bij eerdere gelegenheden gesproken had.
Loes Vandromme vertrok bij haar vragen ook wel van de uitspraak van Koen Pelleriaux, maar ging ook dieper in op enkele belangrijke aspecten van leersteun, waarbij ze ook de link legde met de opdracht van het Leerpunt. Zij deed dat dezer dagen al meer dan eens.
Minister Weyts lijstte opnieuw op wat hij allemaal al ondernomen had (ook financieel). Het wetenschappelijk onderzoek waarvan sprake (cf. de opvallende stijging in type 2 en 9), dat liep nog. Dat er voor zulk onderzoek niet altijd meteen gegadigden zijn, is misschien ook niet zonder betekenis. Maar tot latere frustratie van vragensteller Vandenberghe maakte de minister geen gewag van die grotere ingrepen in de huidige organisatie van het buitengewoon onderwijs of in de omkadering ervan. De onafhankelijke commissie, waarvan sprake in het Leersteundecreet (cf. Besluit van de Vlaamse regering (uitvoering van leersteun)), zou haar werk opleveren tegen 30 juni 2024, zoals decretaal bepaald.
Voor het overige, werden in de interventies (Kathleen Krekels en Johan Danen) de gekende, respectieve standpunten herhaald. Vragensteller Vandenberghe beklemtoonde nogmaals dat hij het buitengewoon onderwijs weliswaar een warm hart toedroeg, maar met deze nuance dat volgens hem vele kinderen van het buitengewoon onderwijs wél in het gewoon onderwijs (hij drukte zich daar wat ongelukkig uit door de term “regulier onderwijs” te gebruiken) zouden kunnen leren, mits voldoende omkadering daar, die er nu niet was. Vragensteller Vandromme ten slotte hamerde bij herhaling op de noodzaak om de precieze zorgzwaarte van individuele leerlingen meer in rekening te brengen in het leersteunverhaal: een element waarvan ze wel erkende dat het heel complex was, maar vandaar dan ook het belang van onderzoek.
Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over de structuur en de omkadering van het buitengewoon onderwijs van Steve Vandenberghe, over de vraag van het Gemeenschapsonderwijs om de groei van het buitengewoon onderwijs stop te zetten van Loes Vandromme en over de oproep van het Gemeenschapsonderwijs om de structuur en de organisatie van het buitengewoon onderwijs te herbekijken van Steve Vandenberghe” aan minister Ben Weyts.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen