6 mei 2021 – Vlor-project over de leraar

Na de terminologie van College Ten Doorn over naar opnieuw een van de zwaardere onderwijsdossiers van deze (en vorige) legislatu(u)r(en). Naast de piste op het niveau van de Vlaamse regering en naast de parlementaire piste van de zeven (!) hoorzittingen ter zake was er nu ook een piste op het niveau van de Vlaamse Onderwijsraad (Vlor) over… het leraarschap. De twee vragenstellers Loes Vandromme en Karolien Grosemans lichtten het opzet van het Vlor-project, met nu een online ideeënplatform, toe in hun respectieve inleidingen, maar dat kun je ook allemaal lezen op de Vlor-website. Het doel was een eindrapport mét aanbevelingen en voorstellen i.v.m. het lerarentekort en kwaliteitsvol onderwijs in de tweede helft van 2022. Naast de algemenere vraag over de visie van minister Weyts op het Vlor-project kwamen in de vele vragen diverse zaken terug die al vaker besproken werden. Sterker nog: er werden nog heel wat vragen hier toegevoegd over de zgn. Commissie Beter Onderwijs (de Commissie-Brinckman, zeg maar), waarmee deze bespreking dan ook nog eens overlapte met de daaropvolgende vraag om uitleg over initiatieven rond onderwijskwaliteit van Loes Vandromme.

Minister Weyts begon ook met heel wat informatie die, zoals gezegd, dus gewoon publiek al beschikbaar was. De Commissie-Brinckman zou een advies afleveren in het najaar van 2021. Daarin zouden wellicht ook aanbevelingen zitten met betrekking tot de opleiding, de coaching, de navorming en de positionering van het lerarenambt in de samenleving. Waarna de minister voor de zoveelste keer (maar ja, het werd hem gevraagd…) zijn resem maatregelen en plannen uit de doeken deed.

De reactie van vragensteller Vandromme over de zgn. intrinsieke motivatie voor het leraarschap en hoe het komt dat het daar niet liep zoals verhoopt, vond ik best wel interessant, maar wellicht ook niet makkelijk, alle mogelijke ideeën over enquêtes ter zake ten spijt. Ze herhaalde haar terechte accent op de professionalisering van leraren (maar laten we gelijk toch niet doen alsof de huidige leraren niet of amper opgeleid zouden zijn) en haar vraag naar middelen daarvoor. We kenden dat plaatje, ook al van meerdere jaren terug. En quid met de verhoopte positieve impact van corona op het imago van de leraar en dus op de instroom in de lerarenopleidingen?

De reactie van vragensteller Grosemans had vervolgens nog iets extra interessants: een citaat van niemand minder dan Luc Martens (toen zelfs nog CVP, nadien CD&V) aan het adres van toenmalig onderwijsminister Marleen Vanderpoorten (toen nog gewoon Vld, dacht ik, nadien Open Vld) op 23 december 1999 (p.4). De eerste fase, zeg maar, van de toenmalige Paars-groene ‘euforie’. Het bleek zelfs om een interpellatie te gaan. Iets wat we in Onderwijs niet zo vaak meer tegenkwamen. Het citaat illustreerde heel mooi de niet geringe geschiedenis van het voorliggende thema. Een punt extra voor voorzitter Grosemans en haar medewerker(s), dus! Zij betreurde wel de timing van het Vlor-rapport (nogal laat), maar raakte zelf ook wat in de problemen met haar vraag naar de opname van (eventuele) tussentijdse Vlor-resultaten in de lopende cao-besprekingen.

Interveniënt Jo Brouns wees op het belang van de aanvangsbegeleiding en vroeg of we alle decretale drempels kenden die de uitstroom uit het lerarenberoep tijdens de eerste jaren konden versnellen? De minister had niet geantwoord op Vandrommes vraag over de onderwijsambassadeur. Dus die kans liet Brouns niet liggen, maar tevergeefs, zo bleek later. De minister had wel nog oren naar een onderzoek over zgn. ontmoedigende factoren bij de keuze voor een lerarenopleiding c.q. voor het leraarschap. Ook in de kwestie van de verhoogde waardering voor het beroep dankzij corona zag hij wel iets, hoewel hij het geen opdracht voor zijn administratie vond. De vraag over (middelen voor) professionalisering had de minister niet beantwoord (zeker ook tijd en ruimte daarvoor). Vandromme keek uit naar de vermelde communicatiecampagne en wilde graag dat de Onderwijscommissie als eerste gebrieft zou worden. Grosemans haalde ten slotte nog inspiratie bij Defensie voor zgn. exitgesprekken en van haar mocht de minister voortdoen zoals hij bezig was. Dat had ik precies nog ergens gehoord.

Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen

Verwante artikels

OVER DEZE BLOG

Deze blog is niet bedoeld als formeel standpunt van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, evenmin als een puur verslag, maar wel als een niet-neutraal, persoonlijk commentaar op vooral ook politieke aspecten van de parlementaire onderwijsactiviteiten, zowel in de Commissie Onderwijs en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement als uitzonderlijk ook in een andere vakcommissie die occasioneel relevant kan zijn voor het beleidsdomein Onderwijs.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio