Deze bespreking overlapte deels met de voorafgaande vragen over het Vlor-project m.b.t. het leraarschap, met de vragen over de Taskforce leervertraging en welbevinden, met de ochtendvergadering die dag over de Onderwijsspiegel 2021 én met de commissievergadering van een week eerder over de werking van de pedagogische begeleidingsdiensten. Vragensteller Loes Vandromme herinnerde nog aan de zgn. engagementsverklaring van eind 2019, en in het antwoord van minister Weyts ging het nogmaals over de zgn. kwaliteitsalliantie (met de uitgeverijen) o.l.v. een zgn. onafhankelijke onderwijsexpert (nwvr: ik vroeg me af wie dat was), enz. enz. Allemaal dus veel van hetzelfde. Maar het punt van Loes Vandrommes vragen daarover nu was net orde scheppen in die veelheid van verwante initiatieven, of anders gezegd, de coördinatie ervan (nwvr: ik had het bij allerlei projectoproepen ook al over een wirwar van). Minister, hallo?
Die begon met een kwinkslag: “Ik ben warempel betrapt. De rode draad doorheen het beleid is inderdaad het streven naar meer onderwijskwaliteit.” Ook hij hernam de opsomming die vragensteller Vandromme zelf al gegeven had. Bij de kwaliteitsalliantie was nu ineens sprake van onafhankelijke onderwijsexperten (meervoud). De minister lichtte de werkwijze daarvoor toe: vijf clusters van stakeholders zouden worden bevraagd. Hij was net een opdrachtnota ter zake aan het concretiseren en finaliseren. Over de verbinding tussen die vele initiatieven zei de minister (en hij sprak opvallend in de wij-vorm): “…zitten wij hier een beetje in de cockpit van de helikopter. Al die actoren werken vanzelfsprekend onafhankelijk van elkaar, met een specifieke invalshoek aan een specifieke opdracht, met één doelstelling, namelijk hun bijdrage leveren aan meer en een betere onderwijskwaliteit.” Einde citaat.
De rest van de bespreking, met een repliek van de vragensteller, een tussenkomst van interveniënt Koen Daniëls, een tweede antwoord van de minister en het slotwoord van de vragensteller, liet zich niet zo makkelijk samenvatten. Herhaaldelijk diverse puntjes die allemaal met het centrale thema te maken hadden, dat wel. Ik ga het dan maar gemakshalve houden hierop: het was inderdaad enerzijds belangrijk, zoals vragensteller Vandromme betoogde, dat een en ander uit de vele opgelijste (beleids)initiatieven ten goede zou komen aan het werkveld zelf, maar anderzijds huiverde ik wat van de gretigheid waarmee de overheid blijkbaar ‘betrokken’ zou moeten zijn bij de versterking van leraren inzake hun eigen lessen. Dat gevoel aan het eind verbaasde mij geen klein beetje, met alle respect overigens voor de beschreven acties rond invulboeken. Hopelijk is bovendien de Onderwijsinspectie op de hoogte, wanneer iemand dan eens bewust géén handboek gebruikt…
Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over de kwaliteit van het Vlaamse onderwijs en de verschillende initiatieven daarvoor van Loes Vandromme” aan minister Ben Weyts.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen