Iets viel me op bij deze vraag om uitleg van Roosmarijn Beckers. Ik vergeleek de vraag zoals zij die oorspronkelijk ingediend had bij de diensten van het Vlaams Parlement met haar effectieve inleiding en vragen. Wat bleek? Vragensteller Beckers schrapte gewoon twee van haar drie vragen en voegde heel wat, overigens relevante zaken, toe aan wat ze ingediend had, waarmee ze trouwens zelf al deels een antwoord gaf op haar oorspronkelijke vragen. Ze had blijkbaar tussen het moment van indiening en het moment van de vergadering wat opzoekwerk gedaan. Zeer goed, was ik geneigd te zeggen, maar waarom stel je dan zulke vragen, nietwaar? En voor de minister en zijn medewerkers/ambtenaren wordt het op die manier ook niet zo makkelijk om een en ander accuraat voor te bereiden. Maar goed, waarover ging het? De aanleiding was blijkbaar een schriftelijke vraag van voorzitter Karolien Grosemans, waar vragensteller Beckers nu een vervolg aan breide, maar in diezelfde beweging meteen ook weer zeker deels in de herhalingsmodus belandde. Hoe evalueerde de minister het grote personeelsverloop binnen directiefuncties in scholen (vraag 1 van de oorspronkelijk ingediende vragen)? Zouden al die projecten die de minister intussen voorgesteld had, voldoende zijn en zouden directeurs ook meer tijd krijgen, was haar toegevoegde, op zijn zachtst gezegd, eigenaardige nieuwe vraag. De controle op de uitvoerende macht door de wetgevende macht via vragen om uitleg: het is niet altijd makkelijk…
Om te beginnen was het verloop van directeurs niet zo groot als vragensteller Beckers het wilde doen voorkomen. Minister Weyts lijstte vervolgens een hele reeks maatregelen op, die we allemaal (of zeker toch haast allemaal: de enkele concrete cijfers over de zgn. meelooptrajecten voor aspirant-directeurs waren een update van wat de minister al op 18 maart 2021 meegedeeld had) al eerder gehoord hadden. Tja… Vragensteller Beckers kon daar dan ook niets anders bij bedenken dan “dat we er toch voor moeten oppassen dat we in dezen ook niet in een ‘zero-sum game’ terechtkomen”, om het met een van de geliefkoosde metaforen van de minister zelf te zeggen.
Ondanks de toch aanzienlijke duidelijkheid over de zaak weerhield die liefst vier interveniënten er niet van om ook hun regels in het parlementaire verslag in te nemen, waarbij zelfs af en toe nogmaals de ochtendvergadering met de Onderwijsinspectie in herinnering gebracht werd. Jo Brouns vroeg, inzake het immer opduikende beleidsvoerende vermogen in scholen, naar een internationale benchmark om na te gaan of men op het vlak van remuneratie goed zat zodat ook in de toekomst voldoende sterke profielen voor het schooldirecteurschap zouden kunnen worden aangetrokken. Johan Danen stelde vanuit het verleden vast dat er in heel dit verhaal weinig veranderde (waarom zou dat met de voorliggende maatregelen nu wél het geval zijn?) en wilde ook mensen van buiten het onderwijs als schooldirecteur aantrekken. Ook een klassieker, zeg ik vanuit mijn ervaring. Loes Vandromme polste naar de verhouding van het vermelde bedrag van 23 miljoen euro (voor beleidsondersteuning) t.o.v. het geplande groeipad van 100 miljoen euro in het basisonderwijs. Als “bron” voor de vraag van Beckers kon ook voorzitter Grosemans niet achterblijven en zij las het stuk uit haar toenmalige persbericht voor naar aanleiding van haar schriftelijke vraag, dat het blijkbaar niet gehaald had in de media. Het bleek een ode aan onderwijsminister Weyts, wat de hier vermelde maatregelen betrof. Had de minister al feedback gekregen over de ervaringen met die meelooptrajecten en wanneer zou de planlastvermindering om de dienstverlening vanuit de onderwijsadministratie te vereenvoudigen ingaan, wilde voorzitter Grosemans nog weten. Tussen haakjes, ook Jan Laeremans had al eerder een schriftelijke vraag gesteld over die meelooptrajecten, maar hij mengde zich nu niet in het ‘debat’.
Minister Weyts toonde zich in zijn laatste tussenkomst empathisch, haast vertederd bij zijn verhaal over de spelende ‘ketjes’ op het Martelaarsplein, die bij de online commissievergadering voor wat geluidsoverlast bleken gezorgd te hebben. In zijn voormalige bureau was er nu tijdelijk een tweede kleuterklas gevestigd … Voor de feedback over de meelooptrajecten was het niet onverwacht nog te vroeg. De metafoor van het “pateeke proeven” van een eerdere commissievergadering stond ook opnieuw op het menu. En de 23 miljoen euro maakte deel uit van het groeipad dat tot 100 miljoen euro zou oplopen in 2024.
Ik kende de persberichten van Roosmarijn Beckers niet, maar we vernamen ten slotte dat journalisten die blijkbaar niet zo vaak oppikten. Ze vatte wel enkele kernpunten (zeker ook over die zijinstromers-aspirant-directeurs) nog eens goed samen en de smakelijke “pateekes” ontbraken ook bij haar niet.
Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over het grote verloop van schooldirecteurs van Roosmarijn Beckers” aan minister Ben Weyts.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen