5 oktober 2023 – Verengelsing van hoger onderwijs

In de tweede vraag om uitleg van de commissievergadering tekende zich een tegenstelling af tussen aan de ene kant N-VA, cd&v en Vlaams Belang, en aan de andere kant Open Vld. Groen sprak, zoals Open Vld, van valse tegenstellingen en betreurde die. Vooruit stelde nuance centraal en legde de link naar het financieringsverhaal van het hoger onderwijs.

KU Leuven-rector Luc Sels had aan het begin van het nieuwe academiejaar de kat de bel aangebonden met zijn vrije tribune in De Standaard en zijn speech in Leuven op dezelfde dag. Heel wat reacties waren nadien gevolgd in de pers. En nu dus het parlementaire vervolg. Overigens ook niet de eerste keer. Naar dat Nederlandse onderzoek dat in een reactie op rector Sels’ stelling vermeld werd, eveneens in De Standaard, heb ik wat lopen zoeken en… niet echt gevonden. Via een vrije tribune in Het Parool (10 september 2021) en een ouder artikel, ook in Het Parool, werd ik googelgewijs geleid naar een artikel van emeritus hoogleraar Annette de Groot in ScienceGuide (17 november 2017): daarin sprak zij over de verschillen in woordenschatkennis in de moedertaal versus die in een tweede taal, maar ook slechts met een algemene verwijzing naar “een Nederlands onderzoek” bij “Nederlandse eerstejaarsstudenten aan het begin van hun universitaire opleiding”. Of daarop gedoeld werd in De Standaard weet ik niet zeker: het is slechts mijn vermoeden.

Maar terug naar de onderwijscommissievergadering. Er waren liefst vijf vragenstellers bij dit thema, maar op het moment van de waarheid (nwvr: de vraag was de week voordien uitgesteld) gaf kersvers onafhankelijk Vlaams Parlementslid Els Ampe finaal forfait. Wat vond minister Weyts van de taalvoorstellen van rector Sels?

Samengevat, eigenlijk niets nieuws onder de zon. Volgens minister Weyts waren er al genoeg mogelijkheden voor anderstalige hogeronderwijsopleidingen (en dito buitenlandse docenten) en was het niet te veel gevraagd van buitenlandse, hoogopgeleide docenten om over een voldoende kennis van het Nederlands te beschikken (als bestuurstaal; voor onderwijstaal Nederlands liggen de eisen logischerwijs hoger). De drempels voor anderstalige opleidingen in het geheel van de opleidingen waren bovendien nog niet bereikt: de huidige situatie was voor de bacheloropleidingen 7,4 procent (drempel=9 procent) en voor de masteropleidingen iets minder dan 22 procent (drempel=35 procent). Hij vond steun bij vragenstellers Tavernier en Warnez, terwijl vragensteller Slagmulder zelfs nog wat strenger naar de kwestie keek. Vragensteller Danen en interveniënt Gwendolyn Rutten zoomden niet toevallig in op wetenschappelijk (top)onderzoek en spraken van valse tegenstellingen tussen wat de Leuvense rector voorstelde en de positie van het Nederlands zoals minister Weyts (en anderen) die verdedigde. Het Nederlands als onderwijstaal in het hoger onderwijs zou niet worden afgeschaft. Er werd alleen wat meer flexibiliteit gevraagd in de regelgeving voor anderstalige professoren. De focus op onderzoek triggerde dan weer vragensteller Warnez: aan buitenlandse toponderzoekers die géén lesopdracht in het Nederlands opnemen, wordt slechts het B2-niveau voor Nederlands gevraagd (na vijf jaar) en dus niet het hogere C1-niveau. Interveniënt Thijs Verbeurgt ten slotte had oog voor inderdaad de complexiteit (plus de link met de financiering) en vroeg een hoorzitting over de zaak, wat voorzitter Grosemans dan weer bewoog tot enige ironie. En toen was het lunchtijd. 55 minuten debattijd was voorlopig wel voldoende, inderdaad.

Of misschien toch nog snel één element waarop minister Weyts (volgens mij terecht) wees: de interpretatie van het vereiste zgn. Nederlandstalige equivalent van een anderstalige opleiding; het was inderdaad heel eigenaardig dat men daaronder een 100%-Nederlandstalig traject was gaan verstaan, terwijl een Nederlandstalige opleiding toch wel voor een bepaald deel uit opleidingsonderdelen in een andere taal mocht bestaan (nwvr: de minister vermeldde wel alleen de maximumdrempel van 50 procent (voor masteropleidingen); voor bacheloropleidingen lag die op 18,33 procent). De minister beloofde op die anomalie nog (decretaal) te zullen ingrijpen.

Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen

OVER DEZE BLOG

Deze blog is niet bedoeld als formeel standpunt van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, evenmin als een puur verslag, maar wel als een niet-neutraal, persoonlijk commentaar op vooral ook politieke aspecten van de parlementaire onderwijsactiviteiten, zowel in de Commissie Onderwijs en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement als uitzonderlijk ook in een andere vakcommissie die occasioneel relevant kan zijn voor het beleidsdomein Onderwijs.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio