Met deze vragen om uitleg kwamen we op een specifiek domein van het ruimere dossier van de hogeronderwijsprogrammatie, dat de week voordien aan bod gekomen was: de specifieke toezeggingen die in het Vlaamse Regeerakkoord gedaan waren aan het hoger onderwijs in de provincies Limburg en West-Vlaanderen. De vragenstellers kwamen dan ook niet toevallig uit die twee provincies. Gewoon als bijkomende achtergrondinformatie: op 20 december 2019 had de Vlaamse regering de desbetreffende (opstart)subsidies voor Limburg en West-Vlaanderen goedgekeurd. Met de voorliggende vragen om uitleg diende zich het vervolg van dat verhaal aan (nwvr: op 1 april 2022 had de Vlaamse regering bijvoorbeeld al de Limburgse initiële masteropleiding 'Master in materiomics' erkend). Nu waren er vragen naar drie extra (lees: die niet beloofd waren in het Regeerakkoord) opleidingen: de master sociale wetenschappen, de master geneeskunde en de bachelor en master burgerlijk ingenieur. Daarvoor bestond in Limburg een groot draagvlak bij belangrijke actoren. In algemenere termen haakte vragensteller Brecht Warnez zijn West-Vlaamse wagonnetje aan die Limburgse trein. Minister Weyts?
Die stond erop voor programmatie door een Vlaamse (niet: Limburgse of West-Vlaamse) bril te kijken (nwvr: de minister zou de minister niet zijn, als hij daarvoor niet ook nog een leuke woordspeling uit zijn hoed toverde over het Limburgs versus het Vlaams B/belang; én het moet gezegd worden dat ook vragensteller Beckers daarop leuk inhaakte aan het eind) en stond in dat verband ‘specialismen’ voor in die provincies i.p.v. ‘algemene’ (basis)opleidingen die al elders bestonden. Maar die twee zaken konden perfect samengaan, zo luidde de repliek, mét ook ondersteuning van Limburgse interveniënten Grosemans en Yalçin.
Minister Weyts ging stevig in het verweer: “Ik bemerk dat niemand van de vraagstellers de onderbouw, de analyse, de rationale, de financiële planning, en de langetermijnplanning heeft gezien, maar wel dat ze de vraag steunen zonder enige kennis van de onder- en opbouw.” Die zat! Maar de minister toonde zich gelijk ook enigszins mild ten aanzien van zijn Limburgse collega’s. Troeven als samenwerking met de transnationale Universiteit Limburg, -- een uniciteit, maar “men [heeft] dat wel gewoon laten liggen” --, en de samenwerking met de Universiteit van Maastricht (bv. rond klimaatverandering): dàt waren typisch de zaken waarop ingezet moest worden want daarmee kon net het verschil gemaakt worden met andere universiteiten, aldus minister Weyts.
Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over de vraag van de UHasselt tot het inrichten van drie nieuwe opleidingen van Johan Danen, over de nood aan specifieke opleidingen in het hoger onderwijs in Limburg en West-Vlaanderen van Brecht Warnez en over een toekomstperspectief voor een ruimer, rijker en performant hoger onderwijs in Limburg van Roosmarijn Beckers” aan minister Ben Weyts.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen