We hadden nog niet zo lang geleden gehoord van een soortgelijk signaal vanuit de Kempen. Nu was er een (open) brief van NODB (Netoverschrijdend Overlegplatform Directeurenorganisaties Basisonderwijs). Tussen haakjes, zo „open“ leek mij die niet, want de concrete brief zelf was toch niet terug te vinden op een publiek forum, soit. De boodschap ervan was wel duidelijk dankzij vragenstellers Loes Vandromme en Kathleen Krekels. Maar had minister Weyts oren naar de bekommernis en het voorstel van NODB om niet meer álle kleuters van de derde kleuterklas KOALA-gewijs verplicht te screenen? Ook de financiële kost kwam ook hier opnieuw aan bod.
Volgens de minister klopte de vermeende consensus over een afschaffing van de verplichte KOALA-test voor alle betrokken kleuters in de vermelde brief niet en hij verwees naar commentaren/conclusies tijdens de kalibratiefase van de toets: de minister citeerde een passage op p.151 (bovenaan) uit het Taalscreening bij aanvang van het leerplichtonderwijs -
Wetenschappelijk Eindrapport (juni 2021). Eigen waarnemingen en bevindingen van de leraren zelf samen mét deze gestandaardiseerde toets leverden een brede kijk op het kind op. Álle betrokken kinderen zouden dus gescreend blijven worden. Een ander argument pro vond de minister in het Rapport Taalscreening en taalintegratietrajecten van de Onderwijsinspectie (p.6). Hij erkende dat de tijdbesteding intensief was, maar het ging toch om een kerntaak van de school, waarvan het belang niet onderschat kon worden als voorspeller van schools succes, en men had 12 miljoen euro extra gekregen, aldus nog minister Weyts. Wat de huidige (hoge) kost voor de digitale afname betrof, zei hij nu wel niets anders dan wat hij al op … 20 oktober 2022 gezegd had. De blijdschap van vragensteller Krekels over dat „goede nieuws“? Het was dus geen „nieuws“.
Ondanks haar gevoeligheid voor de NODB-brief sloot vragensteller Krekels zich wel (grotendeels) aan bij het antwoord van de minister en ze herhaalde haar kijk op leraren als testafnemers, waarover ik bij een vorige gelegenheid al eens kritisch was. Vragensteller Vandromme bleef toch wat kritischer over het antwoord van de minister en was geïnteresseerd minder in de test zelf, meer in de remediëring en taalintegratietrajecten die erop volgden. Daar moest inderdaad het eigenlijke werk gedaan worden. Waarom deed dat mij toch zo denken aan die andere, recent decretaal verankerde tests?
Op remediëring en taalintegratietrajecten ging interveniënt Jan Laeremans ook nog wat dieper in, maar wel met een nogal negatieve teneur (controle, monitoring, wat als dit, wat als dat…).
Minister Weyts reageerde met de diverse beschikbare faciliteiten voor het onderwijsveld ter voorbereiding van de KOALA-test, met de rol van de Onderwijsinspectie hierin via doorlichtingen en met vanaf volgend schooljaar een bevraging door de Onderwijsinspectie van de leraren in het eerste leerjaar lager onderwijs over hun bevindingen pre- en post-KOALA.
Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over de vragen van het Netoverschrijdend Overlegplatform Directeurenorganisaties Basisonderwijs over de KOALA-taaltesten van Loes Vandromme en over de open brief van het Netoverschrijdend Overlegplatform Directeurenorganisaties Basisonderwijs over de KOALA-taaltest van Kathleen Krekels” aan minister Ben Weyts.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen