31 mei 2023 – Beleidsconclusies uit de zaak-Reuzegom

Een uiterst pijnlijke, delicate kwestie. Mét diverse aspecten. Daar niet van, maar toen ik de omschrijving van de actuele vraag zag (dus vóórdat ze concreet gesteld werd: had de minister er zicht op of er nog zulke clubs bestonden?), was mijn eerste gedachte: moet een onderwijsminister daar dan conclusies aan verbinden in zijn beleid? De parlementaire bespreking, mét ook enkele begrijpelijke emotionele tussenkomsten (want er waren inderdaad wel wat vragen te stellen bij de justitiële aard van de zaak), leverde finaal een te verwachten resultaat op, dus vanuit het perspectief van de onderwijsminister, leek mij.

Samengevat kwam dat resultaat, dat voor vragensteller Jos D’Haese niet helemaal bevredigend was, hierop neer:

  • met wat voormalig onderwijsminister Hilde Crevits tijdens de voorgaande legislatuur gerealiseerd had inzake een Vlaams doopcharter was wat het onderwijsbeleid in wezen kon doen reeds gedaan;
  • minister Weyts wees nog wel op het belang van studenten informeren en sensibiliseren in dit verband;
  • maar hij sloeg spijkers met koppen, toen hij finaal concludeerde (tegen de verwachtingen van sommige anderen in) dat meer regels (dan heel het strafrechtelijke apparaat dat voor zulke zaken al bestond en wel voor iedereen, ongeacht huidskleur, afkomst of wat dan ook) en decreten slechts de illusie zouden creëren dat daarmee alle risico’s en problemen tot nul gereduceerd zouden worden;
  • hij wees er nog wel op dat bijvoorbeeld in Antwerpen het doopcharter in een politiereglement opgenomen was en interveniënt Koen Daniëls suggereerde nog dat hogeronderwijsinstellingen het doopcharter konden opnemen in hun onderwijs- en examenreglement (OER); dat waren zeker nuttige mogelijkheden;
  • de minister had ten slotte terecht vertrouwen in 99,99 procent van de studenten (en hun clubs), want die deden het wél goed.

Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen

Verwante artikels

OVER DEZE BLOG

Deze blog is niet bedoeld als formeel standpunt van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, evenmin als een puur verslag, maar wel als een niet-neutraal, persoonlijk commentaar op vooral ook politieke aspecten van de parlementaire onderwijsactiviteiten, zowel in de Commissie Onderwijs en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement als uitzonderlijk ook in een andere vakcommissie die occasioneel relevant kan zijn voor het beleidsdomein Onderwijs.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio