Een uiterst pijnlijke, delicate kwestie. Mét diverse aspecten. Daar niet van, maar toen ik de omschrijving van de actuele vraag zag (dus vóórdat ze concreet gesteld werd: had de minister er zicht op of er nog zulke clubs bestonden?), was mijn eerste gedachte: moet een onderwijsminister daar dan conclusies aan verbinden in zijn beleid? De parlementaire bespreking, mét ook enkele begrijpelijke emotionele tussenkomsten (want er waren inderdaad wel wat vragen te stellen bij de justitiële aard van de zaak), leverde finaal een te verwachten resultaat op, dus vanuit het perspectief van de onderwijsminister, leek mij.
Samengevat kwam dat resultaat, dat voor vragensteller Jos D’Haese niet helemaal bevredigend was, hierop neer:
Lees de bespreking van de “Actuele vraag over de beleidsconclusies uit de zaak-Reuzegom ten aanzien van sommige studentenclubs van Jos D'Haese” aan minister Ben Weyts.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen