De nieuwe Capaciteitsmonitor 2021 met het oog op de capaciteitsverwachtingen in 2027-2028. Daarover ging het in deze vraag om uitleg van Arnout Coel: meer bepaald, over nieuwe capaciteitsprojecten en de precieze werkwijze voor de toewijzing van de middelen voor de periode 2022-2024, mét nu ook middelen voor het buitengewoon onderwijs (cf. beslissing van de Vlaamse regering op 25 februari 2022). Zouden gewone secundaire scholen met een hoge capaciteitsproblematiek maar die geografisch niet aan de gestelde voorwaarden voldeden ook ondersteund worden? Zou een al te rigide toepassing van de geactualiseerde verdeelsleutel tussen het GO!, OGO en VGO (cf. Onderwijsdecreet II) het inzetten van de middelen waar die het meest nodig waren, kunnen bemoeilijken? Hoe ging de minister het capaciteitsbudget voor het buitengewoon onderwijs aanpakken?
De bespreking was naar de normen van de Onderwijscommissie erg kort. Minister Weyts moest bijwijlen wel een nogal technische uitleg doen, maar ik kon uit een en ander opmaken dat de werkwijze een maximale flexibiliteit bood en dat het samenspel tussen inderdaad verschillende partners (met vereveningsmogelijkheden tussen de netten) via overleg doorgaans wel goede resultaten opleverde. De minister verwachtte dat laatste ook voor het buitengewoon onderwijs, dat nu voor het eerst betrokken was. In totaal werd met deze operatie gestreefd naar 2.000 extra plaatsen in het basisonderwijs, 11.000 extra plaatsen in het secundair onderwijs en 1.800 extra plaatsen in het buitengewoon onderwijs. Er waren voor de verandering eens geen interveniënten.
Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over de Capaciteitsmonitor 2021 en de daarop gebaseerde toewijzing van capaciteitsmiddelen van Arnout Coel” aan minister Ben Weyts.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen