Door enige spanning tussen de parlementaire timing net vóór het zomerreces 2025 en mijn eigen arbeidsregeling, inclusief verlofregeling, moet ik op deze eerste werkdag na mijn vakantie (13 augustus 2025) enig bijbeenwerk verrichten. De onderwijscommissarissen en andere betrokkenen hadden inderdaad niet stilgezeten in de periode van 3 tot 16 juli 2025. Maar geen nood, met volle overgave en dito enthousiasme begin ik hier alvast met een van de belangrijkste decretale onderwijsdossiers van het eerste jaar van de lopende legislatuur. Andere zijn nog hangende en er zullen de volgende jaren er zeker nóg andere aan worden toegevoegd. Maar first things first: de decretale afronding van de nieuwe minimumdoelen voor het basisonderwijs, en wel via een voorstel van decreet.
Let wel, ik ga hier niet meer het enorm vele dat al de voorbije maanden over dit thema gezegd is herhalen en me beperken tot nog slechts enkele zaken en referenties. Overigens het decretale werk in kwestie is één zaak, — en uiteraard een belangrijke zaak, want ze betreft de bevoegdheid in dezen van de Vlaamse overheid —, maar eigenlijk is dat gelijk slechts het begin en moet het allerbelangrijkste nog volgen: de concrete uitvoering van al dat denk-, plannings- en decretale werk in de dagelijkse, concrete leer- en onderwijspraktijk van de betrokken scholen. En dat is een ándere zaak.
Nog één procedurele opmerking voor we naar die enkele inhoudelijke zaken gaan: in dit dossier is het namelijk ook zaak om door de (erg vele voorafgaande) bomen het bos te blijven zien. Het gaat hier inderdaad om een kluwen van allerlei verschillende soorten actoren, elementen en documenten, die dit allemaal samen, elk vanuit een bepaalde rol, tot een succes zouden moeten kunnen maken. Een groot en complex proces zal dus nog volgen, dat vanuit de échte ervaringen op de klasvloer gemonitord en geëvalueerd zal moeten worden, zoals ook meermaals in de hoorzitting en bespreking vermeld werd. Maar goed, wat gebeurde er dan nog op 3 juli 2025 in de Onderwijscommissie tijdens een heel lange dag vergaderen?
Na een toelichting door hoofdindiener Koen Daniëls, die volkomen volgens verwachting verliep, was het de beurt aan de uitgenodigde sprekers voor de hoorzitting, van wie we de meesten, ook gelet op de voorgeschiedenis van het dossier, al goed kennen: Daniël Muijs (voorzitter commissie van experten), Kelly Thyssen (lid commissie van experten - directeur De Vlinderboom, Antwerpen), Tim Oates (lid commissie van experten - expert curriculumimplementatie), Tim Surma (lid commissie van experten - onderzoeksmanager Expertisecentrum Onderwijs en Leren), Wendy Thomas (voorzitter werkgroep eindtermen basisonderwijs Vlaamse Onderwijsraad), Katrien Persoons (stafmedewerker Vlaamse Onderwijsraad), Bruno Vanobbergen (directeur-generaal Katholiek Onderwijs Vlaanderen), Koen Pelleriaux (afgevaardigd bestuurder GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap), Walentina Cools (algemeen directeur Onderwijsvereniging van Steden en Gemeenten), Griet Mathieu (directeur Provinciaal Onderwijs Vlaanderen) en Paul Buyck (coördinator Overleg Kleine Onderwijsverstrekkers). Enkele zaken uit dat deel van de commissievergadering:
Toen werd het 12.08 u: tijd voor de lunchpauze. In de namiddag, — het beloofde een erg lange dag te worden —, zouden de onderwijscommissarissen eerst de sprekers van de hoorzitting aan een vragenronde onderwerpen, waarna dan (zo rond kwart voor vijf uur) het eigenlijke politieke debat zou volgen, met uiteindelijk ook de stemming. Ook kort enkele zaken daaruit:
Voor een goed overzicht van de eigenlijke inhoud van de minimumdoelen komt de AHOVOKS-website goed van pas.
Ik verwijs ten slotte heel graag naar de volledige video-opnames [voormiddag: vanaf 12:00; namiddag: vanaf 10:30] van de bespreking in de Onderwijscommissie en naar de diverse formele parlementaire documenten ter zake, incl. de decretale tekst die finaal aangenomen werd in de plenaire vergadering van 16 juli 2025 (cf. debat; stemmingen).
P.S. Drie “leukigheidjes” nog van de lange dag wil ik de lezer hier niet onthouden: waaraan collega Roel Aerts (op de publiekstribune) het te danken had dat hij getooid was met de parlementaire, immer slecht klevende naamsticker van… Tim Surma weet ik niet, maar als ex-(taal)leraar kon ik erg genieten van de scene waarin Loes Vandromme Koen Daniëls op het verschil wees tussen een woordsoort en een zinsdeel, alsook van de manier waarop Jan Laeremans de verdienste van de Kempisch-Brusselse professor Jef Janssens prees, die lang geleden al in zijn werk had laten zien dat de middeleeuwen veel minder donker waren geweest dan ze traditioneel werden voorgesteld. Met kennis is het inderdaad altijd opletten…
Reageren op dit commentaar kan bij Wilfried Van Rompaey wifried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen.