28 april 2022 - Reacties op campagne 'Lesgeven is alles geven'

Deze vraag om uitleg van Johan Danen sloot naadloos aan op die van Jan Laeremans, zij het dat het nu specifiek ging over de kritiek vanuit verschillende hoeken op de concrete beeldvorming in en aard van de promotiecampagne ‘Lesgeven is alles geven’. Kort voor het paasreces ging het er ook al over. Op 2 april 2022 had wiskundige-professor Ann Dooms een interessante opiniebijdrage geschreven in De Tijd. Zij was heel kritisch voor de beeldvorming in de campagne van een leerkracht wiskunde voor een krijtbord. En er viel nog andere kritiek te noteren. Hoe zag minister Weyts een en ander, wat kostte de campagne en welke andere initiatieven (nwvr: nog maar eens…) zouden er nog komen (cf. meer jonge mensen die leraar willen worden en quid met de verschillende wegen naar het lerarenberoep)? Soms heb ik de indruk dat Johan Danen echt doet alsof hij zulke dingen voor het eerst vraagt, maar dat terzijde (cf. 11 maart 2021, 17 februari 2022 en 21 april 2022).

Minister Weyts stond achter zijn campagne. Uiteraard! Die was volgens hem tot stand gekomen samen met de onderwijskoepels en dus niet alleen zomaar met “communicatiebobo’s”. De campagne was ook maar één element in een heel verhaal. De opiniebijdrage van professor Dooms vertoonde, ook volgens hem, enig dramatiseringsgehalte (nwvr: toevallig baal ik zelf van de hedendaagse, zgn. hippe, talige uitdrukking “iets komt (heel) hard binnen”, maar dat terzijde; overigens alleen van die uitdrukking, niet van het gevoel dat er kan achterzitten, voor een goed begrip). Voor de vraag over de vele, verschillende wegen naar het lerarenberoep verwees de minister naar www.lesgeven.vlaanderen. Later zouden in de campagne ook authentieke verhalen van leraren volgen die trots zijn op hun beroep. Wat de kostprijs betrof, moesten we de twee vermelde bedragen (30.000 euro en 500.000 euro) bij elkaar optellen, vermoedde ik, maar toegegeven, dat was me niet duidelijk. Wat de minister zei over de al meermaals ter sprake gekomen conceptnota was bekend, maar het belangrijkste nog kwam aan het eind van zijn eerste antwoord: “Ik geef tot slot nog even mee dat de waardering voor de job en voor de leerkracht ook een taak is voor de bredere samenleving (nwvr: mijn cursivering). We moeten er dus voor zorgen dat die ook meer respect krijgt, ook voor de autoriteit en het gezag van de leerkracht.” Heel terecht, maar gelijk ook het moeilijkste in het hele verhaal…

De twee bijkomende vragen van vragensteller Danen vond ik best interessant. De tweede (of de minister “vereenvoudigingen” wilde doorvoeren in de wegen naar het leerkrachtenberoep voor zijinstromers?) leek mij makkelijk met “neen” beantwoord te kunnen worden. Maar de minister antwoordde met “ja”, hoewel hij in één beweging erkende dat zoiets moeilijk was. Zijn heel juiste uitleg die daarop volgde, leek mij alvast te impliceren dat hij eigenlijk inderdaad “neen” bedoelde.

De eerste vraag van Danen, of beter, zijn vaststelling vond ik veel boeiender: akkoord, te weinig abituriënten wilden nu leraar worden, maar Danens vaststelling “Zeker de sterkere profielen doen dat niet meer.” intrigeerde mij. Ik heb het voor alle zekerheid even gecheckt: Johan Danen wordt binnenkort 51 jaar en is daarmee net geen 10 jaar jonger dan ik. Ik kan zelf redelijk makkelijk ongeveer 45 jaar terug in de tijd kijken en maakte op dat moment tijdens de commissievergadering me deze bedenking: “Dacht Johan Danen nu werkelijk dat ergens in die bijvoorbeeld voorbije 45 jaar de zgn. sterkere profielen (nwvr: en wie waren dat dan precies? De eersten van de klas of wie?) wél in groten getale leraar werden? Ik zou mijn hand daarvoor alvast niet in het vuur durven steken. Dat in die jaren wel wat zaken in dit verband veranderd zijn, akkoord, maar nu waren er meer dan ooit tevoren studiemogelijkheden en beroepsmogelijkheden, en dus zou men, volgens mij, het best enige voorzichtigheid aan de dag leggen, wanneer men in zulke comparatieve termen sprak.

Ik vat de vier interventies wat samen. Hilâl Yalçin vroeg naar het wanneer, wie, hoe en wat van een tussentijdse evaluatie van de campagne. Hannelore Goeman had gehoord dat mensen de campagne wereldvreemd vonden (echte leraren in de campagne vond ze wel positief), vroeg wie uiteindelijk de slogans bedacht had en of er toch niet voortijdig bijgestuurd moest worden. Koen Daniëls verdedigde de campagne (er werd toch over gesproken), verwees (zoals Loes Vandromme na hem) naar “Word leerkracht” uit de vorige legislatuur, maar het allerbelangrijkste vond ik zijn zin voor realisme in het probleem van “goed nieuws is geen nieuws”, dat hij terecht betreurde. Dat punt sloot voor mij perfect aan bij dat andere fundamentele gegeven waarover de minister het eerder in de bespreking had: “een taak voor de bredere samenleving”. Loes Vandromme kreeg te horen dat het er volgend schooljaar toch ging van komen met die onderwijsambassadeur, die jongeren zou moeten warm maken voor het lerarenberoep. Afwachten, zou ik zeggen. Zij sprak ineens ook van een nieuw tv-programma zoals ‘Het leven zoals het is: de leraar’ op Eén, maar daarop ging de minister nadien niet in.

Na nog een leuk grapje over het aantal mensen in deze commissie met een pedagogisch diploma, die hem, de minister (zonder pedagogisch diploma), hier kwamen onderrichten en eigenlijk wel een stuk van de oplossing van het lerarentekort konden zijn, benadrukte de minister vooral nog de positieve vibe (zoals dat tegenwoordig zo hip genoemd wordt) waarmee dit hele verhaal verteld moest worden.

Vragensteller Danen besloot met iets dat hij ook al ettelijke malen gevraagd c.q. vermeld had (heel eigenaardig, maar het was zo, en nóg eigenaardiger, dat bewuste stukje ontbrak in de parlementaire notulen, zoals ik die raadpleegde op 1 mei om 10.09 u.; cf. ook supra): kwalitatief onderzoek doen naar waarom leraren (voortijdig) uit het beroep stapten… Zijn verwijzing naar het te weinig bekend zijn van zgn. EVC-mogelijkheden, waardoor een lerarenopleiding voor zijinstromers mogelijk korter zou zijn, vond ik al veel verstandiger.

Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen

Verwante artikels

OVER DEZE BLOG

Deze blog is niet bedoeld als formeel standpunt van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, evenmin als een puur verslag, maar wel als een niet-neutraal, persoonlijk commentaar op vooral ook politieke aspecten van de parlementaire onderwijsactiviteiten, zowel in de Commissie Onderwijs en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement als uitzonderlijk ook in een andere vakcommissie die occasioneel relevant kan zijn voor het beleidsdomein Onderwijs.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio