28 april 2022 – OESO-rapport 'Mending the education divide’

Hoewel vragensteller Jan Laeremans zijn zaak mondeling ter zitting enigszins inkortte, had hij toch weer meer dan twee A4’s als vraag om uitleg ingediend… We zaten met zijn vraag overigens opnieuw midden in het lerarenloopbaandebat en de conceptnota “Herwaardering van de leraar”, met zo mogelijk nog meer soms technische details (hoe juist en pertinent ook) over bijvoorbeeld TAO (Tijdelijk Andere Opdracht). Zijn tweede vraag i.v.m. een zgn. “efficiënt beleidsvoerend vermogen om een goed hr- en personeelsbeleid te voeren” vond ik best wel culpabiliserend ten aanzien van scholen en schoolbesturen. En de redenering die hij in dat stuk maakte, leek mij nogal eigenaardig soms. Wanneer hij het later over de vaste benoeming had, overviel mij hetzelfde gevoel, maar daar had hij al zelf het gevoel dat hij zich op glad ijs begaf… Hoe dan ook, het uitgangspunt was een OESO-rapport, getiteld: 'Mending the education divide - Getting strong teachers to the schools that need them most'. Daaruit nam vragensteller Laeremans dan enkele adviezen die hij ter beoordeling aan minister Weyts voorlegde.

Die vond het OESO-rapport weliswaar interessant, maar men moest toch ook voorzichtig zijn met bepaalde conclusies. Er was overigens ook al Vlaams onderzoek ter zake van het vroegere SONO, waaruit grote verschillen tussen scholen bleken inzake de zgn. retentie van leraren in de school. Zoals al gezegd, de minister kon weer allerlei intussen genomen of nog te nemen maatregelen opsommen. “Ik heb u gezegd, lezer, dat mijn verhaal eentonig is.” Er was natuurlijk ook de promotiecampagne “Lesgeven is alles geven” intussen, maar daarover volgde na Laeremans’ vraag nog een aparte vraag om uitleg van Johan Danen. Minister Weyts zou het project “duaal lesgeven”, dat gehinderd was door… corona, verlengen tot 31 augustus 2023. Wat Laeremans’ vraag over beperkte arbeidsmobiliteit bij leraren betrof, meldde de minister dat in 2019-2020 toch een kleine 40.000 personeelsleden gebruikmaakten van mutatie of stelsels TAO of Afwezigheid wegens verminderde prestaties.

Vragensteller Laeremans haalde er dan maar de opiniebijdrage op Doorbraak bij van Pieter Van Den Bossche: Onderwijs heeft dringend weer vrijheid en vertrouwen nodig - Regelneverij nekt leerkrachten. Daarin vond ook ik dat er vele wijze dingen stonden, uitgezonderd dan wel wat erin stond over de zomervakantie, lerarenopleiders én de vaste benoeming. En laat het nu net dát laatste zijn dat vragensteller Laeremans, zelf vastbenoemd in het onderwijs (met alles wat dat aan arbeidsmobiliteit impliceert!), meende te moeten plukken uit die anders best wel boeiende opiniebijdrage. Over de zomervakantie en de lerarenopleiders ging het nu eens een keer niet, en gelukkig maar… Uit de tussenkomst van interveniënt Annabel Tavernier onthield ik alleen haar terechte twijfels over een van de kernpunten uit de OESO-studie (ik parafraseer): wie waren dan wel die goede leraren die in die zgn. moeilijkste klassen zouden moeten werken? Hoe zat dat in de praktijk en moest de overheid dan zoiets gaan vastleggen? Tavernier verbond dat zowaar met de vrijheid van onderwijs. Inderdaad, genoteerd trouwens. Interveniënt Loes Vandromme ten slotte wees op de slotalinea van het OESO-rapport: met een positief oordeel over het Vlaamse model. Ik vermoed dat ze het laatste stukje in de Executive summary bedoelde: “Lastly, controlled-choice models, such as those in the Flemish Community of Belgium, are another example of ways to achieve a more equitable distribution of effective teachers: granting parents the freedom to choose the school for their children while letting schools be involved in the recruitment of teachers incentivises schools to seek out specific teacher characteristics to meet school needs. In this model, schools’ freedom in recruiting staff is accompanied by additional accountability measures and funding based on need.” Inderdaad! Vandromme vroeg daarnaast naar onderzoek dat al of niet kon bevestigen dat de hoeveelheid onderwijservaring van leraren lineair correleerde met onderwijskwaliteit.

Om helemaal af te sluiten, kort nog dit. Minister Weyts herhaalde zijn eerdere betoog over de war for talent, bediende zich van een ironische repliek op de uitspraak van vragensteller Laeremans over de vaste benoeming, waarbij de minister volgens mij blijk gaf van veel zin voor realisme, verwees naar professionalisering in het kader van de Digisprong, en zonder gewag te maken van het onderzoek waarnaar interveniënt Vandromme gevraagd had, dat (vermoedde ik) toch niet bestond, besloot de minister met de wellicht juiste stelling dat een meer ervaren leraar niet per definitie altijd een betere leraar was en dat een goede mix van meer en minder ervaring in een lerarenkorps te verkiezen was. Er werd al heel wat gedaan, erkende vragensteller Laeremans tot slot, maar hij somde toch nog eens enkele volgens hem cruciale vragen en hinderende factoren voor het leraarschap op. Nieuw waren die alleszins niet.

Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen

Verwante artikels

OVER DEZE BLOG

Deze blog is niet bedoeld als formeel standpunt van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, evenmin als een puur verslag, maar wel als een niet-neutraal, persoonlijk commentaar op vooral ook politieke aspecten van de parlementaire onderwijsactiviteiten, zowel in de Commissie Onderwijs en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement als uitzonderlijk ook in een andere vakcommissie die occasioneel relevant kan zijn voor het beleidsdomein Onderwijs.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio