Duaal lesgeven (en zomerscholen) was een interessant thema, maar een naar mijn smaak nóg veel interessantere vraag om uitleg was deze van Loes Vandromme, vooral wegens haar wat verder opentrekken van het vizier op het beleid van deze onderwijsminister. En ja, daarbij kwamen we heel terecht een oude bekende tegen: de resolutie-Jos De Meyer. In de bespreking verwarde vragensteller Vandromme het oorspronkelijke, ingediende voorstel van resolutie wel met het door de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement finaal aangenomen voorstel. De tekst was namelijk toen (we schrijven 2003!) een stukje minder streng geworden, maar goed. Eén zaak was duidelijk: zeker wat het ontwerp van Onderwijsdecreet XXXI betrof, haalde minister Weyts niet de deadline van de resolutie-De Meyer en er zou zelfs ook nog Coronadecreet VIII volgen (cf. infra). Maar misschien het best eerst even wat systematischer de vragen en de antwoorden. Vragensteller Vandromme somde een aantal dossiers op waarover op dat moment nog geen duidelijkheid bestond en die belangrijk waren voor de scholen om de voorbereiding van het volgende schooljaar goed te doen. Wanneer zouden de scholen over alle juiste informatie beschikken en welke beslissingen zouden nog een impact kunnen hebben op de organisatie van het volgende schooljaar?
Uiteraard was er in dezen een gedeelde ambitie vanuit het beleid ten aanzien van de scholen, aldus minister Weyts, maar het was ook wel een zeer turbulent coronawerkjaar geweest. Op 22 juni 2021 zou een zgn. ronde van Vlaanderen georganiseerd worden om de scholen te informeren. De andere klassieke communicatiekanalen zouden ook traditiegetrouw gebruikt worden. Voor de zgn. Digisprong hadden de scholen de middelen al wel ontvangen (N.B. Er kwamen blijkbaar toch vele vragen daarover binnen in Katholiek Onderwijs Vlaanderen… en vergeet ook niet gebruik te maken van onze ondersteuning, beste lezer!), maar daarnaast was er een aanzienlijke lijst van ‘hangende’ zaken, vooral dan hangend in communicatief opzicht, aldus de minister. Er was het ontwerp van Onderwijsdecreet XXXI, dat de dag nadien definitief zou worden goedgekeurd door de Vlaamse regering, maar waarbij nog vijf regeringsamendementen (waaronder trouwens enkele interessante in verband met onderwijsdoelen en leerplannen) voor spoedadvies naar de Raad van State gestuurd werden. Daarnaast nog een achtste Coronadecreet over dringende en tijdelijke maatregelen, maar dat zal vermoedelijk wel weer als voorstel van decreet rechtstreeks in de plenaire vergadering (van 2 of 9 juni?) geagendeerd worden. Ik hoorde minister Weyts wel nog niets zeggen over (cf. infra): het lerarenplatform basisonderwijs, de beleidsondersteuning basisonderwijs, de 90 miljoen euro relancemiddelen, de programmatie van bepaalde types in het buitengewoon onderwijs en nog onduidelijkheden over de zomerscholen.
Vragensteller Vandromme liet niet na om op een aantal zaken daarvan te wijzen en ook de communicatiemodus van de aangekondigde ronde van Vlaanderen aan te kaarten. Eerlijk gezegd, ook wel een oud zeer, dacht ik, waarop deze onderwijsminister niet het monopolie had. Interveniënt Koen Daniëls liet van zijn kant dan weer niet na om inderdaad ook op die historische realiteit te wijzen. Uiteraard was ook hij voorstander van tijdige en duidelijke informatie voor de scholen, maar zijn verwijzing naar scholen die weleens zgn. “positieve regelgeving” vragen vond ik niet oninteressant.
Minister Weyts weidde vervolgens uit over inderdaad dossiers die nog voorwerp waren van lopende besprekingen met zijn coalitiepartners (bv. het lerarenplatform) en kaatste meteen de bal terug naar vragensteller Vandromme. Ook dat was politiek natuurlijk. En evenmin ooit anders geweest, hoewel… soit. De minister legde uit, wat de communicatie betrof, dat hij het zgn. sequentiële denken daarbij (in de ambtenarij) probeerde te doorbreken (met als voorbeeld: de Digisprongmiddelen). Eerlijk gezegd, ik zag wel iets in zijn pragmatisme op dat stuk. Maar wij mochten dan toch ook een verzoekschrift bij het Grondwettelijk Hof in de eindtermenhistorie indienen nog vóór de Franse versie van het decreet in kwestie klaar was voor publicatie in het Belgisch Staatsblad, niet? Maar dat terzijde…
Vragensteller Vandromme sloeg ten slotte toch duidelijk meer op de principiële spijker inzake communicatie, waarbij de minister overigens ook wel enig begrip getoond had, en ze maakte eigenlijk best wel een begrijpelijke parlementaire vuist. Het deed me even denken aan de memoires van Eric Van Rompuy (voor abonnees), die pas van de persen gerold waren. Heel wat was nog niet geregeld met het oog op 1 september, herhaalde Vandromme en… ze wilde lid worden van de ministers onderwijsclub.
Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over een rechtszekere en ordelijke start van het schooljaar van Loes Vandromme” aan minister Ben Weyts.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen