Het was niet de eerste keer dat de niet meteen benijdenswaardige positie van schooldirecteurs ter sprake kwam in de Onderwijscommissie. Nu was er na een schriftelijke vraag van Loes Vandromme en een bericht in de pers (voor abonnees) een update van de cijfers over directeurswissels. Meteen kwamen ook de herinneringen aan de pecuniaire (en andere) afspraken van onderwijscao XII naar boven. Het werd, met drie vragenstellers, vier interveniënten en één minister, een heel omstandige bespreking, die in totaal drie kwartier in beslag nam. Zeg maar, het loopbaandebat (cf. aantrekkelijkheid van de job) maar dan niet van de leraar, maar van de directeur.
Minister Demir begon haar antwoord met de decretale verankering van het kernprofiel van de schoolleider (Vlaamse regering, 17 januari 2025 (eerste principiële goedkeuring), voorontwerp van decreet over maatregelen voor het personeelsbeleid in onderwijs). Een uitvoeringsbesluit over dat kernprofiel zou volgen, maar dat was gelijk ook een onderdeel van de werkzaamheden in het lopende sociale overleg (twee werkgroepen: één over de leraar, één over de schoolleider), waarnaar ook hier al meermaals verwezen werd. Het heette nu dat de minister dat vele werk nog “dit jaar” hoopte rond te krijgen. Ik meende dat ze in een eerdere fase sprak van “tegen de paasvakantie”, maar dat terzijde. Timingen zijn ook in en ondanks zgn. SMART-doelstellingentijden rekkelijk. Het loonspanningsdoel (naar 35%-spanning tussen het loon van een directeur en dat van een leraar) van onderwijscao XII was niet geschrapt, maar daarvoor was nog extra 9,9 miljoen euro nodig: een bedrag waarvan duidelijk werd dat daarin budgettair nog niet voorzien was. Het was te merken dat dat later in de vergadering hier en daar in de commissiezaal voor enige…euh… spanning zorgde. De opdracht voor de actualisering van de vroegere Hay-loonstudie was intussen gegund aan Hudson, dat voor de zomer klaar zou zijn met dat werk. Voor de verdere ontwikkeling van hun selectie-, wervings- en professionaliseringsbeleid voor schoolleiders konden scholen en schoolbesturen beschikken over een inspiratiegids, die de Karel de Grote Hogeschool opgesteld had, aansluitend op het project rond de zgn. meelooptrajecten.
In het vervolg van de bespreking werd terecht veel aandacht besteed aan ondersteuning met name voor de directeur in een basisschool. De lijst van taken voor een directeur was, zoals vragensteller Vandromme liet zien, werkelijk niet werkbaar. Het idee van een onderwijstoets voor zgn. niet-onderwijsregelgeving was bekend. Wat de “uniforme Vlaanderenbrede” directeursopleiding betrof, die op basis van het vermelde kernprofiel vorm zou krijgen (cf. regeerakkoord), leek mij, te oordelen naar enkele uitspraken tijdens de vergadering, het laatste woord nog lang niet gezegd te zijn, net zoals over de al vermelde budgettaire perikelen… Tussen haakjes, ik zou toch maar niet vergeten dat het louter decretale bestaan van dat kernprofiel, dat nu door sommigen zo toegejuicht werd, op zich niets maar dan ook niets verandert aan de eigenlijke problemen die aan de basis lagen van de voorliggende directiewissels… Nieuwkomer-onderwijscommissaris Gianna Werbrouck betrok nog een ander element uit het regeerakkoord bij de zaak: de niet meer-verplichting voor een schooldirecteur om een pedagogisch bekwaamheidsbewijs te hebben behaald… vanaf een zekere schoolgrootte.
Tot slot nog twee, ook volgens mij relevante, elementen in het verhaal:
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen
