Het was uiteraard een ietwat vreemde situatie: er was weliswaar een Vlaamse regering in lopende zaken, maar dus nog geen “echte” Vlaamse regering; door die situatie zaten sommige ministers uit die lopende Vlaamse regering bovendien tegelijkertijd als “gewoon” Vlaams Parlementslid in het nieuwe Vlaams Parlement; sommigen van die ministers worden opnieuw minister in de toekomstige Vlaamse regering, anderen niet. Juridisch kan de controlebevoegdheid van het nieuwe Vlaams Parlement dus perfect uitgeoefend worden op deze dag, maar het blijft toch allemaal wat vreemd en zeker niet vrij van enige voorlopigheid.

Soit, over naar de concrete onderwijsinhoud. Om te beginnen een klassieker: het leerlingenvervoer in het buitengewoon onderwijs en met name de problemen daarbij. En dus een vraag aan een minister in lopende zaken, die met een haast aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid geen minister meer zal zijn in de volgende Vlaamse regering of in een andere regering van dit land. Zou (zo dacht ik vooraf) de situatie ter zake wel verbeterd zijn in vergelijking met het verleden, maar alle problemen waren zeker nog niet van de baan? Ongeveer zoiets?

Daar kwam het, heel kort samengevat, wel op neer, denk ik. Het ging, zoals bij de talrijke voorgaande gelegenheden, over meer geld (N.B. Het budget was intussen stevig gegroeid van 69 miljoen naar 137 miljoen euro, maar minister Peeters gewaagde toch ook nog van een beperkt tekort) en over de grenzen aan het bestaande systeem zelf. Dat laatste was een heel stuk complexer. Het klonk allemaal heel bekend in de oren. Afwachten of de situatie deze legislatuur (cf. die 5 procent van de betrokken leerlingen die nu nog langer dan 90 minuten op te bus zitten) nog verder verbeterd zal worden.

Lees de bespreking van de “Actuele vraag over de actuele problemen bij het leerlingenvervoer in het buitengewoon onderwijs van Koen Daniëls” aan minister Lydia Peeters.

Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen