25 januari 2024 – Toekomstig aanbod van opleiding master basisonderwijs

Een interessante casus van het samenlopen van hangend (en evoluerend) decretaal werk (cf. voorontwerp van Onderwijsdecreet XXXIV: Vlaamse regering, 22 december 2023, over bijkomende artikelen, voor advies naar Raad van State) met een specifieke, eveneens nog hangende maatregel uit het ruimere verhaal van “lerarentekort en onderwijskwaliteit” (cf. master basisonderwijs in diverse bronnen, o.a.: Engagementsverklaring (punt 5.), rapport Commissie van Wijzen (“master basisonderwijs” geeft 17 hits), rapport Commissie Beter Onderwijs (p.95), actuele vraag op 11 oktober 2023 en andere parlementaire precedenten). Daarover gingen de vragen van Loes Vandromme, plus daarnaast nog over wat kleinere, maar ook interessante hogescholenkwesties in het kader van het lopende decretale werk.

Minister Weyts erkende dat de door Vlhora gevraagde bidiplomering bij de masteropleiding basisonderwijs in een eerdere fase van het decretale proces in de tekst gestaan had, maar dat was al niet meer het geval in de eerder door de Vlaamse regering goedgekeurde versie. Hij benadrukte wel dat het om een unieke opleiding zou gaan, die helemaal gebaseerd zou zijn op een samenwerkingsmodel (met universiteiten en hogescholen als gelijkwaardige partners én betrokkenheid van het afnemende veld via echte praktijkmensen). Dus ook zonder de decretale bidiplomering had de minister er alle vertrouwen in dat de nieuwe masteropleiding een uniek geval van echte cocreatie zou worden (nwvr: er was alvast een decretale garantie dat ook hogescholen een deel van de financiële middelen zouden krijgen). Hij had een concreet voorstel gevraagd aan de hogeronderwijsinstellingen, die daaraan volop aan het werken waren, en had ook al aftastende gesprekken gevoerd met het afnemende veld met het oog op een concrete vormgeving van die bedoelde betrokkenheid. Het aantal vestigingsplaatsen voor de nieuwe opleiding zou worden vastgelegd. Daarbij had de minister de vijf universiteiten voor ogen en (wellicht) één aanbod per associatie, zonder dat zo strikt decretaal vast te leggen.

Wat de kleinere punten betrof, zei de minister dat de door Vlhora gevraagde naamswijziging (“University College” veranderen in “University of Applied Sciences (and Arts)”) toch niet zo eenvoudig was. En de invoering van een opleidingsaccreditatie voor equivalente anderstalige opleidingen wilde hij niet schrappen.

Nog andere elementen passeerden de revue:

  • vragensteller Vandromme stelde de discussie over “professionele masters” (opnieuw) in het vooruitzicht van de volgende legislatuur en voor de instroom in de nieuwe masteropleiding basisonderwijs wees ze op het belang van voldoende, voorafgaande praktijkervaring in het basisonderwijs; of ze daarmee zo streng wilde zijn dat pas afgestudeerde professionele bachelors lager/kleuteronderwijs (met dus heel wat stage-ervaring, maar nog zonder echte praktijkervaring) nog niet aan de nieuwe masteropleiding zouden mogen beginnen, was me niet duidelijk; overigens hoorde ik van interveniënt Hannelore Goeman en van de minister nog zinvolle overwegingen over de instroom in de nieuwe opleiding en over een mogelijke differentiatie in de opleiding, afhankelijk van de vooropleiding van de instromer; dat zal hopelijk nog allemaal bekeken worden;
  • over het door Vooruit heropgewarmde, oude verhaal van de Schools of Education, waarnaar Goeman ook nu weer verwees, weid ik hier niet meer uit.

Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen

OVER DEZE BLOG

Deze blog is niet bedoeld als formeel standpunt van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, evenmin als een puur verslag, maar wel als een niet-neutraal, persoonlijk commentaar op vooral ook politieke aspecten van de parlementaire onderwijsactiviteiten, zowel in de Commissie Onderwijs en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement als uitzonderlijk ook in een andere vakcommissie die occasioneel relevant kan zijn voor het beleidsdomein Onderwijs.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio