Uitgangspunt hier van de twee vragenstellers, Brecht Warnez en Koen Daniëls, was het recente SIHO-symposium over ‘Mentaal Welzijn: Veerkrachtige jongeren’. Zeg maar, de voortzetting deze legislatuur van ettelijke initiatieven i.v.m. en grote aandacht voor het mentale welzijn van studenten in de coronacontext (cf. ook de Commissie voor Onderwijs van 26 januari 2023). Beide vragenstellers rapporteerden erg positief van dat symposium. Hun vragen en de antwoorden van de minister leidden uiteraard tot heel wat herhaling, maar het meest interessant vond ik de link naar het secundair onderwijs, met name: de plannen om wat nu tot stand gekomen was voor het hoger onderwijs (Welzijnsmonitor en Moodspace) uit te breiden naar het secundair onderwijs. Hoe zat dat precies?

Minister Weyts antwoordde heel uitgebreid. Na de hele voorgeschiedenis nogmaals verteld te hebben, kondigde hij de uitbreiding van Moodspace aan nog voor dit jaar. In 2024 zou de Welzijnsmonitor ook een beeld van so-leerlingen geven, wel met de nodige aandacht voor het onderscheid tussen studenten en leerlingen. Tussen CLB’s en stuvo’s zouden bruggen geslagen worden op basis van een gemeenschappelijke taal. Inderdaad, een veelbelovend opzet.

Vragensteller Warnez ging heel terecht op die bruggen door, specifiek voor de zaak van leerlingen met een functiebeperking, uiteraard mét inachtname van de wensen van de studenten in kwestie, wat de uniformisering van statuten in secundair en hoger onderwijs betrof. Vragensteller Daniëls wees ook terecht op het belang om de veerkracht van studenten te versterken en wilde meer koppeling tussen Onderwijs en Welzijn. Op het stuk van studiekeuze vroeg hij of er wetenschappelijk misschien nog een koppeling mogelijk zou zijn in die Welzijnsmonitor, om na te gaan of de studiekeuze daarmee correleerde?

Interveniënt Thijs Verbeurgt erkende het goede werk van de minister en allerlei andere actoren in dezen, maar zou de minister de uitdagingen inzake mentaal welzijn ook meenemen in de evaluatie van de financiering van het hoger onderwijs (bv. bij de stuvo-middelen)?

Toch niet, antwoordde die terstond. De financieringskwestie van leerlingen/studenten met een functiebeperking van secundair naar hoger onderwijs viel wél te bekijken, maar wel met de nodige voorzichtigheid. Dankzij de studies die op langere termijn gedaan zouden worden, zou onderzocht kunnen worden wat uiteindelijk de invloed was van een goede of verkeerde studiekeuze op het mentale welzijn, aldus nog de minister.

Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over de resultaten van de welzijnsmonitor voor studenten van Brecht Warnez en over de Welzijnsmonitor in het hoger onderwijs en de uitrol ervan in het secundair onderwijs van Koen Daniëls” aan minister Ben Weyts.

Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen