Uit de besprekingen zelf dan:- De aanbevelingen van het Rekenhof oogden zoals verwacht: naast de boost die de digitalisering kreeg als bijproduct van de coronapandemie, is er inderdaad nog wel een weg af te leggen, maar zo’n aanbeveling als “2 Voer onderzoek naar de effecten van digitalisering op het leerrendement.”; begin er maar aan eh, denk ik dan, niet simpel, want dan zou, hoe gecontroleerd ook, een onderzoek moeten plaatsvinden naar leerresultaten die via digitale weg gerealiseerd werden bij concrete leerlingen versus dezelfde leerresultaten die via een niet-digitale weg gerealiseerd werden, tja…;
- De hele kwestie van “Geen integratie ICT-visie en pedagogische visie “ en “ICT-beleidsplannen in scholen onvoldoende kwaliteitsvol” komt evenmin onverwacht, want ook allemaal zo simpel niet; er was al wel een online ICT-tool beschikbaar voor de opmaak van zo’n ICT-beleidsplan op school;
- In de eerste tussenkomst van minister Demir was meteen te voelen, — en eerlijk, ik vond dat zelf niet slecht —, dat zij, vóór er geld uitgegeven werd, toch eerst goed wilde bekijken welke richting het best met de digitalisering uitgegaan zou worden, en daarvoor diende natuurlijk ook de lopende evaluatie van de Digisprong, die rond de paasvakantie zou landen; haar punt over (ook) met de hand leren schrijven heb ik zelf in een eerder stukje ook als wens voor onze kleinkinderen uitgedrukt; van de huidige opdringerige houding van de zgn. ICT-lobby (i.k.v. de geplande middelen in de meerjarenbegroting) werd de minister naar eigen zeggen knettergek;
- Globaal was er een kamerbrede consensus vast te stellen over het feit dat digitalisering geen doel op zich was, maar vooral een middel; het vorige betekent overigens niet dat digitale vaardigheden zelf op bepaalde momenten ook weldegelijk onderwijsdoelen zijn, want we willen leerlingen voorbereiden op een leven waarin ook die digitale vaardigheden belangrijk zijn, zoals een stuk later in de vergadering onderzoekster Charlotte Struyve zei; en er was aandacht voor diverse, te verwachten aspecten van de zaak als veiligheid, mediawijsheid, professionalisering van leraren, situatie van de ICT-coördinatoren, impact op de schoolfactuur voor ouders, …;
- Tot slot, wat het Rekenhof-deel van de namiddag betrof, viel regelmatig het bedrag van 200 miljoen euro (in 2025 en in 2026, zoals opgenomen in het centenboekje, p.9), waarvoor de minister ook nog wel andere (lees: dan digitalisering) bestedingsmogelijkheden in haar hoofd had; afwachten maar (denk ook aan de extra 5,4 miljoen euro per jaar voor asbestverwijdering, die via “verschuivingen in het budget” gevonden zouden worden);
- Wat het ICILS-deel van de commissievergadering betrof, gaf de slide “Wat nu?” in de presentatie inhoudelijk weer wat ik hierboven al aanduidde als overlappend met bepaalde aanbevelingen van het Rekenhof; uiteraard was de mate van detail in de leerlingenresultaten wel knap; 2023 was voor Vlaanderen een eerste deelname aan ICILS, waardoor geen vergelijking gemaakt kon worden met eerdere edities; naast de herkenbare variabelen die mee samenhangen met de leerlingenresultaten (handig is de samenvatting; overigens is de klassieke kloof tussen hoog- en laagpresteerders hier lager dan het gemiddelde én lager dan in onderzoeken als PIRLS en TIMSS) is wellicht nog de belangrijkste kwestie die duidelijk voor verbetering vatbaar is, die van de zgn. digitale didactiek zodat digitalisering werkelijk pedagogisch-didactisch geïntegreerd zou worden in de dagelijkse onderwijspraktijk (van diverse schoolvakken); en voor dat laatste wordt natuurlijk ook o.a. op de lerarenopleidingen gerekend; ik kon het met dat laatste eens zijn, zij het dat het mij voorkomt dat (vak)didactiek en digitale didactiek, hoe interessant bepaalde digitale mogelijkheden in deze fase ook al zijn, géén wiskundige identiteit vormen en dat er weliswaar al heel wat digitale “toeters en bellen” bestaan, maar waarvan de bruikbaarheid voor belangrijke onderwijsdoelen niet altijd even relevant is; onderzoekster Charlotte Struyve zei terecht dat digitale vaardigheden niet haaks hoeven te staan op “pen en papier”;
- Later (oplevering juni 2025) zou nog een tweede rapport volgen over de content knowledge van leraren in dit verband, waarvoor leraren een vragenlijst invullen, maar die studie zal op zich nog niets zeggen over de mate waarin leraren zulke kennis kunnen overbrengen (daaraan zal ook later nog gewerkt worden via klasobservaties).