Deze commissievergadering vond ik weliswaar sowieso boeiend, maar naar mijn eigen (politieke) smaak waren deze, al twee keer uitgestelde vragen om uitleg over schoolboeken de belangrijkste. Dit verhaal sloot overigens direct aan op diverse besprekingen van vorige legislatuur, waardoor dit thema het dan ook tot in het regeerakkoord gebracht had. Ik sta er graag wat langer bij stil met wat extra reflectie en informatie.
Om te beginnen, enkele verwijzingen naar persartikelen, want daarin zat ook de rechtstreekse aanleiding tot deze vragen: bv. een stuk in Knack, dat aansloot op de eis van minister Demir om al tegen 1 september 2025 nieuwe schoolboeken te hebben, in dit geval voor het basisonderwijs. Een eis waar de uitgeverijen niet zo blij mee waren. Maar ik verwijs ook graag naar enkele boeiende stukken van VUB-wiskundeprofessor Ann Dooms in De Tijd (6 december 2024 en 3 januari 2025; in die laatste mét ook een link naar AI). Ook nog een opiniebijdrage van docent didactiek Wouter Smets in De Standaard (voor abonnees). En naar mijn eigen “pers”, de Kwaliteitsalliantie, weet je nog? Hoe zat dat nu, minister Demir?
Zij vond het maar niks dat de uitgeverijen na haar aanvankelijke eis maar meteen hadden gaan mokken (nwvr: haar woord, niet het mijne) op televisie. Na een tweede overleg waren de uitgeverijen blijkbaar al wat rustiger en er was nu afgesproken om tegen september 2025 “slechts” handvatten (of: handvaten) en richtlijnen bij de huidige leermiddelen klaar te hebben (voor Nederlands en wiskunde) en pas tegen september 2026 nieuwe leermiddelen te maken. Je begrijpt, beste lezer, dat we met dit leermiddelenverhaal (voor het basisonderwijs) pal in het midden van een van de belangrijke onderwijswerven voor deze legislatuur zaten. Een onderwijswerf die vorige legislatuur heel vergevorderd was, maar niet gefinaliseerd raakte wegens een halt van toenmalig Onderwijsminister Ben Weyts. De eindtermen basisonderwijs dus, oftewel, de minimumdoelen.
Zoals bekend, was een commissie (met experten en ook 1 persoon/onderwijsnet) onder leiding van professor Daniël Muijs volop bezig aan die minimumdoelen. Minister Demir sprak ook van terugkoppeling, zowel naar de koepels als naar de onderwijsvakbonden. Gelet op de situatie van de onderwijskwaliteit, was er geen alternatief (TINA). Gedaan met de vrijheid-blijheid. Ook in de lerarenopleidingen (cf. regeerakkoord): naar verluidt, zou professor Wouter Duyck de trekker worden bij de analyse van de huidige curricula van de lerarenopleidingen.
In zijn eerste repliek prees vragensteller Daniëls de duidelijkheid van de minister en hij was zo vrij om een en ander te illustreren met voorbeelden (uit Nederlands en wiskunde), die hij in het verleden overigens ook al gaf. Leraren Latijn in de eerste graad van het secundair onderwijs moesten volgens Daniëls nu Nederlandse grammatica geven omdat dat onvoldoende aan bod kwam in het lager onderwijs. De term koppelwerkwoord kwam niet meer in de handboeken voor, “alles is gezegde”, en bij Frans in het vijfde leerjaar van het lager onderwijs heeft men begrippen als lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp nodig, die de leerlingen op dat ogenblik nog niet geleerd hebben bij Nederlands.
Gewoon drie opmerkingen in de marge:
Wat noteerde ik nog:
Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over het ontwikkelen van nieuwe schoolboeken van Koen Daniëls en over nieuwe leerboeken voor het lager onderwijs van Loes Vandromme” aan minister Zuhal Demir.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen