Over dit tweede thema van de vergadering kan ik veel korter zijn. Het woord buurtschool staat als zodanig zelfs niet in het regeerakkoord, maar er is wél aandacht voor de buurt, ook inzake onderwijs. Tom Seurs wilde weten hoeveel scholen worstelden met de zgn. rationalisatienormen en wat de visie van minister Demir was op zulke kleine buurtscholen.
Het was duidelijk dat zij het belang ervan, als ontmoetingsplaats in het lokale buurt- en dorpsleven, erkende. Er waren nu negentien vestigingsplaatsen die niet aan de rationalisatienorm voldeden. Zestien van die scholen zaten in het eerste zgn. genadejaar, drie scholen zaten in het tweede genadejaar. AGODI volgde zulke zaken proactief op. Even maakte de minister een zijsprongetje naar de Hasseltse casus van herschikking van het katholiek secundair onderwijs om haar persoonlijke mening over megascholen te illustreren.
Interveniënt Loes Vandromme vermoedde (en was daarover heel tevreden) dat vragensteller Seurs haar buurtscholenplan van vorige legislatuur kende. Een reden waarom kleinere scholen sloten, was vaak een onhaalbare investering in infrastructuur en schaalvergroting hoefde geen schoolvergroting te zijn, aldus nog Vandromme. De minister zou blijven investeren in de grondige aanpak van de verouderde schoolinfrastructuur, ook in samenwerking met de onderwijsnetten.
Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over de toekomst van kleine buurtscholen van Tom Seurs” aan minister Zuhal Demir.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen