22 december 2022 – Stijgende kosten in hoger onderwijs

Het kostenplaatje voor studenten in het hoger onderwijs. Ook daarover ging het al eerder: bijvoorbeeld in de commissievergadering van 21 april 2022 en in de plenaire vergadering van 12 oktober 2022. Maar nu was er bijkomend het recente bericht over de verhoging van het studiegeld, incl. een reactie van VVS, de Vlaamse Vereniging van Studenten. Tja, de in 2022 serieus opgelopen inflatie, weet je nog?

Vragensteller Brecht Warnez nam voor zijn vragen over onkostenproblematiek een meer generieke invalshoek. Vragensteller Koen Daniëls zoomde dan weer vooral in op de specifieke kwestie van de verhoging van het studiegeld, en dat in samenhang met het systeem van de studietoelagen.

Minister Weyts kon, helemaal volgens de verwachting, niet anders dan de reguliere indexaanpassing van het studiegeld bevestigen. Hij benadrukte ook wat hij inzake financiering al gedaan had voor de hogeronderwijsinstellingen. Allemaal gekende informatie. De discussie over de indexering van de studietoelagen, of anders gezegd, het precieze effect van de gestegen inflatie was wel complex, zo lichtte minister Weyts toe. Zijn kabinet stond in contact met de voorzitters en beleidsmedewerkers van de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR) en de Vlaamse Hogescholenraad (VLHORA) en van de werkgroepen studentenvoorzieningen (stuvo’s) om een vinger aan de pols te houden. In de stuvoraden waren de studenten voor 50 procent vertegenwoordigd en ze beslisten zo mee over prijzen in studentenrestaurants en diverse andere elementen van het stuvobeleid. Voor andersoortige prijsstijgingen, zoals voor mobiliteit en huur, kon moeilijk het onderwijsbeleid opdraaien, aldus nog minister Weyts. Die had wel aangeboden om als intermediair tussen studenten en hogeronderwijsinstellingen te fungeren met de bedoeling om bestaande onderwijsfacturen kritisch tegen het licht te houden.

Wat dacht de minister van het idee van KU Leuven-rector Luc Sels om studenten uit gezinnen met de hoogste inkomens meer studiegeld te laten betalen, wilde vragensteller Warnez nog weten. Vragensteller Daniëls maakte dan weer wellicht ietwat overgeneraliserend een prijsvergelijking tussen de goedkope ACCO-cursussen uit “zijn” tijd en de veel duurdere boeken van professoren in de recentere geschiedenis. Hij wees op de zinvolle website www.centenvoorstudenten.be, weliswaar met wat eigenaardig creatief taalgebruik. Een betere studie-efficiëntie beperkte ook het kostenplaatje. De VVS raadde hij aan om met hun vermelde ideeën (cf. supra) de boer op te gaan, ook bij de VLIR, de VLHORA en het Vlaams Parlement.

Interveniënt Kristof Slagmulder betrok opnieuw de afkomst van de studenten met een leefloon (en een studietoelage) bij de zaak en vroeg zich af of die financiële inspanningen van de belastingbetaler wel iets opleverden. En dan was het tijd voor het maidenoptreden in deze commissie van kersvers Vlaams Parlementslid Thijs Verbeurgt. Hij deelde al meteen een tik uit naar de vorige onderwijsminister en haar belofte om niet boven de 1.000 euro studiegeld te gaan: misschien had Hilde Crevits gewoon bedoeld “zolang zij onderwijsminister was” en dan had ze haar belofte wél gehouden, maar dat terzijde. Overigens legde vragensteller Warnez later in de bespreking uit hoe dat precies zat met het toenmalige optreden van minister Crevits destijds. De volgende sneer was aan het adres van de huidige onderwijsminister en Vlaamse regering: de niet-volledige indexering van de looncomponent in de werkingsenveloppe en de niet-indexering van de werkingsmiddelen en de investeringstoelagen kostten de hogeronderwijsinstellingen 82 miljoen euro. Dan nog twee vragen: zouden in 2023 de stuvo’s, indien nodig, meer middelen krijgen en zou de Vlaamse regering eventueel bereid zijn om de drempel voor het statuut van werkstudent te verlagen?

De verdediging van minister Weyts tegen de kritiek van nieuwkomer Verbeurgt was voorspelbaar. Inzake het aloude probleem met de indexering (lees: de voortdurende uitholling van de enveloppe bij elke indexaanpassing) was de toestand nu zeker beter geworden dan voorheen… dankzij de huidige Vlaamse regering. Uiteraard volgde ook in het betoog van de minister de 60 miljoen euro van het zgn. Voorsprongfonds. Wat hij precies bedoelde met “recurrente middelen” op dat moment, begreep ik niet helemaal, maar dat lag wellicht aan mij. De toegang tot het Vlaamse hoger onderwijs kwam, blijkens de toegenomen studentenaantallen, geenszins in het gedrang. Voor het vermelde idee van rector Sels liep de minister helemaal niet warm: nog eens een herverdelingsmechanisme erbij hoefde voor hem niet. Dat een student van ouders met een hoger inkomen daar geen profijt van zou hebben, begreep ik dan weer ook niet helemaal, maar ook dat kon dus aan mij liggen. Aan interveniënt Slagmulder legde de minister, als wederwoord, ten slotte nog eens heel goed uit wat de ratio was achter de recente decretale regeling i.v.m. de studievoortgang.

In zijn slotwoord bekritiseerde vragensteller Daniëls interveniënt Verbeurgt wegens diens socialistische invalshoek inzake financiële overheidsmiddelen, sloot hij zich ‘enigszins’ aan bij wat vragensteller Warnez net voordien over de tijd van Hilde Crevits verduidelijkt had en bevestigde hij wat de minister gezegd had over het idee van rector Luc Sels.

Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen

Verwante artikels

OVER DEZE BLOG

Deze blog is niet bedoeld als formeel standpunt van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, evenmin als een puur verslag, maar wel als een niet-neutraal, persoonlijk commentaar op vooral ook politieke aspecten van de parlementaire onderwijsactiviteiten, zowel in de Commissie Onderwijs en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement als uitzonderlijk ook in een andere vakcommissie die occasioneel relevant kan zijn voor het beleidsdomein Onderwijs.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio